Het nummer opent met een mooie historisch-sociologische studie over de psychoanalyse in Nederland van Brinkgreve, die in het eerste artikel van dit nummer terugblikt op haar proefschrift uit 1984.
In dit nummer gaan bekende Nederlandse auteurs dieper in op te verwachten nieuwe ontwikkelingen, zoals de expansie van de psychoanalytische psychotherapie (De Wolf) en het belang van het empirisch-wetenschappelijk onderzoek (Gomperts). Schalkwijk kijkt naar de toekomst en brengt ons een duiding over de toekomst van de psychoanalyse in Nederland en reageert hiermee op het artikel van Brinkgreve. Iki Freud beantwoordt de vraag waarom hetkleiniaanse denken in het nochtans ideologisch gastvrije Nederland heel laat werd ontvangen. Niers onderzoekt waarom het narcisme, over een eeuw des te meer aandacht heeft gekregen in de Nederlandse psychoanalyse. Greven presenteert ons een geschiedenis van honderd jaar uitgeven van Freuds bestseller Inleiding tot de studie der psychoanalyse.
Het ontstaan van de psychoanalyse in België is altijd een overwegend Franstalige aangelegenheid gebleven. De Franse invloed is nog altijd groot. Indien Juliaan Varendonck langer had geleefd zou de wederzijdse beïnvloeding tussen Nederland en Vlaanderen wellicht intenser zijn geworden. Zoals De Vleminck schrijft in zijn bijdrage voor Histories is Varendonck de enige Vlaming die van Freud een bijzondere erkenning heeft gekregen met zijn boek The psychology of day-dreams uit 1921.
Het nummer wordt afgesloten met de rubrieken Naast de bank, Scènes, Verslagen en Boeken.