Joeri Calsius schrijft over interdisciplinaire lichaamsgeoriënteerde psychotherapie en de waarde ervan bij de bewustwording van het eigen lichaam. 
De kern van zijn verhaal is dat de lichaamsgerichte psychotherapie en de neurowetenschappen 
allerlei theorieën formuleren die stellen dat affecten en 
emoties zich uiten in niet representeerbare lichaamssensaties.
Verder in dit nummer een artikel van De Kroon en Verplancke over het syndroom van Cotard. In dit psychiatrisch ziektebeeld is de patiënt niet alleen zijn lichaam kwijtgeraakt, hij waant zelfs niet meer te bestaan.
Patrick Meurs 
schrijft over radicalisering en de relatie met vroeger trauma (zie ook het gratis artikel).
 
Er is nog meer dat de lezer zal boeien: het 
interview van Jo Smet met Serge Verhaest, die veel psychoanalytische therapeuten 
in Vlaanderen heeft opgeleid. En een boekessay van Josien Gussenhoven 
over Mitrani, die op grond van haar inzichten in primitieve mentale toestanden 
veel nieuws kan brengen over het psychoanalytische lichaam.
Kortom, brandende actuele thema’s, gekruid met een snuifje geschiedenis.