Voor een kennismaking met professor Serge Verhaest, verwijs ik graag naar het interview van Jo Smet (2017) in dit Tijdschrift.

 

Na zijn studies geneeskunde en psychologie te Leuven, specialiseerde Verhaest zich in Amsterdam verder in de psychiatrie, onder leiding van professor Kuiper. Na Nederland kwam hij terug naar Kortenberg, waar hij twee afdelingen klinische psychotherapie, een dagcentrum en de ambulante psychoanalytische zorg heeft uitgebouwd. Hij schreef een proefschrift over de neurasthene neurose, wat overeenkomsten vertoont met het tegenwoordige chronischevermoeidheidssyndroom. Naast zijn lesopdracht aan de faculteit Psychologie van de KU Leuven was hij verantwoordelijk voor de postgraduaatopleiding in de psychoanalytische psychotherapie.

 

Hij volgde professor Roland Pierloot op en is op zijn beurt opgevolgd door professor Rudi Vermote. Bij de oprichting van de VVPT en het Tijdschrift voor Psychoanalyse heeft hij een belangrijke rol gespeeld; hij was meerdere jaren lid van het bestuur van de Stichting Tijdschrift voor Psychoanalyse. Nog voor zijn pensionering werd hij getroffen door een langzaam progressieve neurologische aandoening waaraan hij uiteindelijk is overleden.

 

Ik ontmoette Serge in september 1983 toen ik mij in de psychiatrie ging specialiseren in Kortenberg. Toen ik naar zijn mening vroeg over een patiënt, keek hij geheimzinnig en gaf geen antwoord. ‘Wat een vreemde man’, dacht ik. Zijn houding bracht me in contact met het raadsel, wellicht de essentie van de psychoanalytische houding. In de psychiatrie hoef je niet terug te schrikken voor vreemdheid, maar er juist voor open te staan en erop te vertrouwen dat je mettertijd de patiënt van binnenuit zal begrijpen. Deze benadering is fundamenteel.

 

Serge was een discrete en sobere man, spaarzaam met woorden. Weinig collega’s waren zo ontvankelijk als emoties hoog opliepen. Hij stond open voor kritiek terwijl hij vastberaden bleef in zijn houding, ook al bracht dit negatieve reacties teweeg. Serge hield zich aan zijn woord. Van hem geen valse beloften. Hij had een hekel aan boekenwijsheid. Zijn motto was: ‘Zwijg als je niets te zeggen hebt.’ Ook al liet hij dit niet geheel expliciet blijken, toch had hij het werk van de grote psychoanalytische auteurs geassimileerd en in zijn praktijk geïntegreerd. Hij bleef kritisch en wist verwondering te wekken voor wat verborgen blijft. Hij stelde het directe patiëntencontact centraal en stimuleerde psychiaters om gehospitaliseerde patiënten ook in de groep te zien.

 

Serge was altijd aanwezig op de seminaries van de Vlamingen van de Belgische Vereniging voor Psychoanalyse. Hij was de trouwste deelnemer en bleef participeren toen zijn ziekte al vergevorderd was. Vaak deed hij verrassende tussenkomsten die complexe analytische situaties verhelderden.

 

Tal van Vlaamse collega’s hebben zich geïdentificeerd met zijn basishouding. De psychodynamische psychiatrie in Vlaanderen heeft veel te danken aan professor Verhaest.

 

Namens de vele psychotherapeuten en psychiaters die door hem zijn opgeleid, wil ik zijn dochter Yannic, zijn familie en dierbaren onze innige deelneming betuigen.

 

Literatuur

Smet, J. (2017). Trouw aan de uitgangspunten. Een interview met Serge Verhaest. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 23, 139-143.