Blikken en blozen
Samenvatting
In zijn roman La nausée uit 1938 geeft Sartre een indringende beschrijving van het verschijnsel walging. Het gevoel van walging of afkeer heeft altijd op een of andere manier te maken met een teveel. Het bestaan dringt zich bij de hoofdfiguur genadeloos op als een alles doordringend teveel aan zijn. Als de walging betrekking heeft op iets van jezelf, dan is er sprake van schaamte. Dan ervaar je iets van jezélf als te veel, dan ben je zelf object van walging. Naarmate de schaamte zich uitbreidt over je totale zelf, krijgt ze een ‹existentieel› karakter. Mijn bestaan is absurd en compleet overbodig. Mijn bestaansrecht als mens is in het geding. Ik ben verwerpelijk, abject. Volgens Darwin is blozen echter ook de meest menselijke van alle expressies. Schaamte confronteert me dus zowel met mijn verwerpelijkheid als mens als met mijn menselijkheid als zodanig. Wie totaal zonder blikken of blozen door het leven gaat, heeft geen last van verwerping maar zet wel zijn eigen menselijkheid op het spel; zo ook voelt wie onophoudelijk blozend onder de blikken gebukt gaat zich door het mensdom verstoten, maar gaat wel zeer menselijk door het leven.
De (veronderstelde) blik van de ander — verre van alleen in letterlijke zin — speelt steeds mee in schaamte, van de organische verdringing en de walging voor lichaamsexcreties waar Freud het over had tot en met het register van intersubjectiviteit en reflexief functioneren. Vormt de blik van de ander niet het fundament van elke fantasie, elk verlangen, elk reflecteren? Le regard de l’homme c’est le regard de l’autre, zouden we met een zinspeling op Lacan kunnen zeggen. Maar die blik van de ander is misschien evengoed mijn eigen blik die me via het object met mijn eigen verlangen confronteert.
Latentiekinderen weten dat zeer goed en hebben er soms danig last van. Zij koesteren reeds hun ingeblikte geheimpjes, die angstvallig en zorgvuldig aan de blik van anderen worden onttrokken maar die juist door diezelfde blik, die ook de hunne is, tot leven komen. Zij geven als het ware Sartre gelijk als hij zegt dat de ander op elk ogenblik naar mij kijkt, ja, dat de ander principieel degene is dié naar mij kijkt. Geen subjectwording zonder verborgen belevingswereld. De latentie is oefenen in verbergen. Daarin echter valt juist aan de gefantaseerde blik van de ander moeilijk te ontsnappen. Blijven we in mindere of meerdere mate dan ook niet allemaal latentiekinderen, hoezeer we ons ook manifesteren?
Voor wie meent niets te verbergen te hebben is de psychoanalyse een onwelriekend en overbodig teveel. De psychoanalyse maakt er immers geen geheim van: de verborgen, onbewuste psychische wereld is haar core business. Geen enkel analytisch proces kan aan de schaamte voorbij. Ook daar dringt de intersubjectieve en symbolische dimensie van de schaamte zich onverbiddelijk op via de blik van de analyticus of psychotherapeut. Le regard supposé tout voir. Deze blik mag dan neutraal heten, voor de patiënt zal hij nooit onverschillig zijn. Naargelang de innerlijke wereld van de patiënt, kan het betrapt worden op de eigen verwerpelijkheid al gauw op de loer liggen. De letterlijke onzichtbaarheid van de analytische blik — van de analyticus achter de divan — maakt hem misschien des te indringender. Blozen kan zowel liggend als zittend. Of zou de mate waarin de patiënt afstand kan nemen van de blik van de ander, ook al kan dat nooit volledig, toch anders zijn in een analyse dan in een psychoanalytische psychotherapie?
Laten we hopen dat de psychoanalyse in haar geheel — in haar ‹antropologie› en in haar therapeutische gedaanten — bestaansrecht behoudt en niet zelf gebukt gaat onder existentiële schaamte. Dat neemt — voor zover ze haar menselijkheid wil tonen — niet weg dat een lichte blos haar niet zou misstaan.
Michel Thys
Bestuurswissel
Stichtingsbestuur en redactie van het tijdschrift moeten afscheid van Carel Sallaerts gaan nemen. Zijn termijnen in het bestuur zitten erop. In oktober 2002 trad Carel aan als vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse, vanaf het voorjaar 2009 vervulde hij het penningmeesterschap. Hij deed dat op een zeer karakteristieke wijze. Carel toonde zich altijd opgewekt en optimistisch maar was daarnaast ook kritisch en oplettend. Soms leek hij bewust een wat provocerende opvatting naar voren te brengen. Dat bleek dan tot doel te hebben de kwestie beleidsmatig scherp voor ogen te krijgen, opdat het bestuur zijn koers zou houden of kon vinden. Daarnaast vond hij het minstens zo belangrijk dat het in de samenwerking in het bestuur ‹gewoon een beetje gezellig› was. Ook daar droeg Carel met verve zijn steentje aan bij. We zijn Carel zeer erkentelijk voor al deze inspanningen en bedanken hem daarvoor hartelijk!
Het stichtingsbestuur heet het nieuwe bestuurslid Klaas van Tuinen graag van harte welkom. Hij heeft Carels plaats namens de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse overgenomen en ook reeds zijn stokje van penningmeester. We zijn dus extra blij met zijn komst! Zijn bereidheid om helemaal vanuit het hoge Noorden in het bestuur plaats te nemen voorspelt een prettige en vruchtbare samenwerking. We wensen hem graag een boeiende tijd bij het tijdschrift.
Johanna Kessler
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden