Drift en grip
Samenvatting
Gedurende de eerste dagen na de geboorte is de kracht van de grijpreflex van de baby niet te evenaren. Nadien zullen we nooit meer met één hand ons eigen gewicht kunnen dragen. In die vroegste periode grijpt de baby zich bovendien vast aan alles wat maar met zijn handjes in aanraking komt, of dat nu een grotemensenvinger is of gelijk welk prul. De pasgeborene zoekt gretig houvast in de nog weinig gedifferentieerde wereld. Dat houvast als zodanig is belangrijker dan de aard van het object dat zich ertoe leent. Al na een half jaar is de grijpreflex helemaal verdwenen en heeft hij plaatsgemaakt voor een meer doelgericht grijpen. De aard van het object gaat dan een rol spelen, er ontstaan voorkeuren in de pogingen grip te krijgen op de wereld. We kunnen ons echter de vraag stellen of ook na het verdwijnen van de grijpreflex onze onuitroeibare nood aan houvast niet altijd iets behoudt van zijn oorspronkelijke ongerichtheid. Vooral in gevaarsituaties grijpen we ons als een volleerde baby vast aan eender welk object dat ons pad of onze voorstellingen kruist. Als zijn hele leven hem dreigt te ontglippen zoekt Vincent, de amateuralpinist uit de Nederlandse roman Grip van Stephan Enter, wanhopig houvast aan de kleinste oneffenheid in een steile klifwand in Engeland. Bijna aan de bovenrand gekomen, verliest hij echter greep op de situatie. Hij klemt zich zo krampachtig vast dat zijn knokkels wit worden, zijn hele lichaam trilt van misselijk makende angst. Pas als zijn angst geweken is, kan loslaten een optie worden. Daarnaast hebben we ook onze zeer persoonlijke onwrikbare overtuigingen, waar we ons angstvallig aan vastklampen en die we ons niet laten ontnemen. Zo laat ook de van zijn eigen gelijk overtuigde dwangneuroticus zich niet van de wijs brengen en zal hij iedereen die daar pogingen toe doet, bijvoorbeeld een psychoanalyticus of psychotherapeut, angstvallig op afstand houden. En ook als analyticus zelf kunnen we even halsstarrig gehecht zijn aan ons theoretisch of klinisch gelijk.
Freud stelde dat de drift in eerste instantie werkzaam is onafhankelijk van zijn object, zijn meest variabele factor. Dat de drift, als een grijpreflex, niet gericht is op een voor hem specifiek object neemt echter niet weg dat hij sowieso op een object gericht is. Of we de drift nu in de eerste plaats als pleasure-seeking (Freud) dan wel als object-seeking (Fairbairn) opvatten, hij is hoe dan ook geneigd zich te hechten aan een object, hoe variabel dit ook kan zijn. Zonder object zwalpt de drift rond in een vacuüm, krijgt hij geen vaste voet aan de grond. De tegenpool van deze ongebondenheid zien we in de innige of beklemmende verbondenheid van de fixatie, waarbij de drift zich verzet tegen loslating van dit welbepaalde object. Zo begeeft de drift zich tussen de uiterste polen van de horror vacui van de complete losgeslagenheid en de horror fascinans van de totale onbeweeglijkheid. We kunnen elk analytisch proces begrijpen als een complex samenspel van houvast zoeken enerzijds en proberen los te laten anderzijds.
Onze basisverhouding met de ander beweegt zich tussen enerzijds zich onstuimig letterlijk met armen en benen vastklampen aan bijna eender welke fysieke nabijheid van een ander persoon, zoals we dat soms zien bij mensen met een verstandelijke handicap, en anderzijds zich juist willen beschermen tegen een al te nabije lijfelijke aanwezigheid. We kunnen ons driftig aan de wereld vergrijpen of angstvol door de wereld gegrepen voelen. Volgens Freud lukte het kleine Hans aan de fysieke nabijheid van de oedipale rivaal te ontsnappen door zijn vader te promoveren tot grootvader en hem zo op veilige afstand te plaatsen. Voor deze verheffing van de vader ziet hij een belangrijke rol weggelegd in het ontstaan van de religie. Van een veilige afstand kan de tot God verheven vader nu verheerlijkt worden. Beide driftconstellaties, zowel van de verstandelijk gehandicapte als van de bange maar slimme Hans, zijn pogingen tot overmeestering, en uiten zich elk op hun manier — zo lijkt het wel — in een vorm van aanbidding.
Onvermurwbaar in zijn angst voor paarden, totemistische vadersubstituten, durfde kleine Hans de eerste maanden van 1908 de Weense straten niet op. Nietzsche daarentegen, die meende dat Gods dood de mens elk houvast ontneemt, ging in zijn periode van geestelijke ineenstorting in januari 1889 in de straten van Turijn over tot de innige omhelzing van een paard. Al is het ene paard het andere niet, een slimme maar bange psychotische patiënt, die als de dood is om in de greep van de waanzin verstrikt te geraken, vertelde me dat hij Nietzsche mateloos bewondert, maar dat hij toch blij is dat er geen paarden meer op straat lopen.
Michel Thys
Archief Tijdschrift voor Psychoanalyse ook online!
Zoals bekend hebben al onze collectieve abonnees vanaf dit jaar via de site van Uitgeverij Boom (http://tvpa.boomtijdschriften.nl/) eenvoudig en snel toegang tot alle artikelen vanaf 2006 en de nieuw uitgekomen nummers van het Tijdschrift.
De redactie en het bestuur van de Stichting Tijdschrift voor Psychoanalyse zijn verheugd u mee te delen dat vanaf 15 september 2012 het archief online toegankelijk zal zijn. Om dat mogelijk te maken is er indrukwekkend veel werk verzet. De jaargangen 1995-2005 ondergingen het afgelopen jaar een serieuze remake om ze in de digitale werkelijkheid in te kunnen lijven. De vierenveertig papieren tijdschriftnummers werden in Zuidoost-Azië gescand en in digitale bestanden omgezet. In Nederland werden alle gedigitaliseerde teksten vergeleken met de papieren edities, op fouten gecontroleerd, gecorrigeerd en online geplaatst. Hiertoe paste Uitgeverij Boom haar website aan.
De kosten die aan deze hele operatie verbonden zijn kan de stichting mede opbrengen dankzij een eenmalige subsidie van de Stichting Psychoanalytische Fondsen.
Wat misschien het allerbelangrijkste is, en wat het bestuur met nadruk vermeldt, is dat het onlinearchief vrij toegankelijk is! Iedereen die dat maar wil, kan erin rondneuzen en zich verdiepen in de Nederlandstalige psychoanalytische publicaties uit de jaren 1995-2005.
De komende maanden zal daarom ook bredere bekendheid worden gegeven aan ons onlinearchief. We hopen dat dit algemeen toegankelijke archief ertoe zal bijdragen dat de psychoanalyse in al haar schakeringen nog beter vindbaar zal zijn.
Johanna Kessler,
voorzitter van het stichtingsbestuur
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden