Transparantie
Samenvatting
Het huidige managerstoverwoord in Nederland is ‹transparantie›. Banken, grote bedrijven, ziekenhuizen, beroepsgroepen als de advocatuur, de rechterlijke macht, het notariaat en medisch specialisten moeten eraan geloven. Elk nieuw schandaal bij banken, kerken, wooncorporaties, afdelingen cardiologie roept weer de grote, maar onbevredigbare behoefte aan openbaarheid op: de onderste steen moet boven.
Het is duidelijk dat transparantie vele doelen dient: verantwoording afleggen over de besteding van gemeenschapsgeld, controleerbaarheid van besluiten, ook democratisch gezien. Het lijkt ook te passen in een tijd waarin iedereen in principe met iedereen kan communiceren. We zijn dag en nacht elektronisch met elkaar verbonden. Iedereen mag, nee moet, alles van elkaar weten. Sociale media maken dat we nauwelijks nog geheimen lijken te hebben. Alles kan toch immers het daglicht velen? Het klinkt ook glashelder: transparantie, openheid, lichtheid, met alle connotaties van puurheid en zuiverheid die nu eenmaal bij transparante zaken horen.
Transparantie behoort tot het primaat van de blik: ergens doorheen kijken. Als zodanig is het een illusie. Want wat zien waarnemers? Mensen die met elkaar praten, vergaderingen, mensen die iets doen, aan de computer of telefoon zitten. Verder zie je niets. Processen, gedachten en gevoelens zijn nu eenmaal niet waarneembaar. En zelfs besluiten zijn niet zo eenduidig buiten hun context, zoals elke historicus kan beamen. Dus in feite is de eis van transparantie een onzinnige. Toch blijft dit maar dwingend doorbestaan. Dat wijst erop dat er andere meer irrationele processen een rol spelen. Laten we met een psychoanalytisch oog kijken naar wat zich achter en onder deze transparantiebehoefte bevindt. Het eerste dat in gedachten komt, is wantrouwen. Het tweede is buitengesloten zijn. Het derde is afgunst.
Om met het laatste te beginnen: sinds de bloei en de neergang van het neoliberalisme is de inkomensongelijkheid, maar ook de ongelijke verdeling van het sociale kapitaal, enorm toegenomen. Dat schept meer afgunst dan we verdragen kunnen. Die moet vervolgens weer ontkend worden, want ‹iedereen kan in principe alles bereiken, mits hij het maar wil en doorzet›. Afgunst regeert de wereld, zoals Jan Groen zei, maar we mogen die niet voelen. Dus kan men er alleen naar handelen en dat betekent dat men met grijpgrage en hebberige handjes in zaken wroet die aan de blik ontsnappen. ‹Greed›, hebzucht, ontstaat immers vooral als je de fantasie hebt dat anderen iets hebben dat jij niet hebt, en dat resoneert met onze vroegste fantasieën van de ander als bezitter van onmetelijke rijkdommen die jij óók wil. Dat hoeft echt niet altijd over materiële zaken te gaan: het kan ook kennis en vaardigheden betreffen. ‹Wat doen jullie nu toch met die patiënten in die kamertjes?›, vroeg een nieuwe manager me eens. Ik probeerde het hem uit te leggen, maar hij begreep het niet. Onbegrip irriteert: de ander weet iets en jij krijgt er geen vat op.
Dat leidt tot de tweede factor die volgens mij meespeelt: buitengesloten zijn. Het geheimzinnige dat vastkleeft aan het imago van de machtigen, de ‹hoge heren›, maakt angstig. Wat kunnen ze buiten, boven en zonder je beslissen? Het voelt aan alsof daar dingen gebeuren waarvan de betrokkenen niet willen dat je ze weet. Men voelt zich buitengesloten.
En dan het wantrouwen. Ik ben echt niet de eerste die dit noemt als teken van de huidige samenleving. Zie de recente publicaties van Paul Verhaeghe. Denk maar aan Hobbes' opvatting dat de samenleving een oorlog is van allen tegen allen, tenzij een sociaal contract de boel een beetje reguleert. We leven nu veel meer in een tijd waarin dat sociale contract wankelt en betwist wordt. Strijd is de ‹natuurlijke› staat. In zo'n wereldbeeld is wantrouwen de pasmunt in het sociale verkeer
De recente hausse aan publieke schandalen maakt duidelijk dat wat verborgen is, slecht is. Het riekt naar grensoverschrijding, naar machtsuitoefening, naar afgezonderde elites die binnenskamers beslissingen nemen met verstrekkende gevolgen, terwijl je als eenvoudige burger het nakijken hebt. We zien hier de paranoïde-schizoïde splijting, die ook beschreven wordt in de columns van Joris Luyendijk. Hij beschrijft hoe de bankierswereld de rest van de wereld ‹civilians› noemt, ‹burgers›, alsof de bankiers dus een militaire elite vormen.
Zulke splijtingen scheppen een ‹wij en zij›, waarbij ‹zij› dingen doen die ‹het daglicht niet kunnen verdragen›. En niets is zo lekker als die oude elites een toontje lager te laten zingen. Dat doe je door ze open te breken, zoals een merel een slakkenhuis, op zoek naar het geheim van de macht, het geheim van het weten, het geheim van de kennis. Om er vervolgens achter te komen dat het geheim alleen maar bestaat in een betrekking die niet zichtbaar is. Dat transparantie datgene vernietigt wat zich verstopte in de plooien van dialogen. Dat zichtbaar willen maken wat niet zichtbaar is een illusie is.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden