Blaming and shaming
Samenvatting
Na een eerste woord door voorzitter Frank Koerselman opende Willem van Tilburg het jaarlijkse ‹Artissymposium› Schuld en schaamte: een paar apart. In een heldere uitleg liet Van Tilburg schuld en schaamte zien als afzonderlijke maar ook sterk samenhangende emoties. Ze reguleren de relatie met zichzelf en met anderen en spelen een essentiële rol bij de ontwikkeling van het zelfgevoel en de socialisatie, door middel van het mechanisme van (self)‹blaming› en/of ‹shaming›.
Verslag van
Schuld en schaamte: een paar apart [Amsterdam, Artis, 7 juni 2013]
Het kerngevoel bij schaamte is minderwaardigheid, in eigen of andermans ogen, op grond van een evaluatie door zichzelf of de ander(en): ‹Je moet je schamen.› Schaamte heeft twee functies: sociale controle en het aanvaarden van de eigen fundamentele kwetsbaarheid, noodzakelijk in een wederzijdse relatie. Schaamte kan ook disfunctioneel zijn, bijvoorbeeld als die de vorm aanneemt van afweer (ontkennen, verdringen), perfectionisme, schaamteloosheid (bij narcisme), depressie, afhankelijkheid van middelen, of agressie en suïcide.
Het kerngevoel bij schuld is ‹iets slechts gedaan hebben›, en dat berust net als bij schaamte op interne dan wel externe evaluatie, aan de hand van de morele normen die in onze gewetensfunctie zijn geïnternaliseerd. Schuld heeft een objectieve basis in de werkelijkheid, bevestigt de morele code en zet aan tot actie om de schade te herstellen. Schuldgevoel is disfunctioneel wanneer het overmatig is of irreëel, of zich uit in bagatelliseren, verdringen, externaliseren, depressie, middelenafhankelijkheid, agressie en suïcide. Hierbij valt de grote overeenkomst op met de onaangepaste reacties op schaamte. Van Tilburg stelt dat bij schuldgevoel ook zeer vaak schaamtegevoelens aanwezig zijn, en dat onaangepaste reacties op schuldgevoel vooral optreden als dit gepaard gaat met veel schaamte.
De verschillen en samenhang tussen schaamte en schuld werden mooi op een rijtje gezet. Schaamte tast het zelfgevoel aan, is gerelateerd aan narcisme, leidt tot minder empathie, meer woede en meer psychopathologie. Schuld tast het zelfgevoel niet aan, leidt tot meer empathie, leidt tot herstel en tot meer adaptieve reacties.
In psychotherapie kan schaamte ervoor zorgen dat materiaal niet wordt ingebracht, als gevolg van onbewuste, straffende zelfkritiek van de patiënt. Anton Kris (1990) beveelt daarom een empathie uitstralende, elke schijn van veroordeling vermijdende, actief steunende attitude aan: functionele neutraliteit.
Volgens Van Tilburg zijn schaamtevolle onderwerpen steeds vaker en beter bespreekbaar door de moderne communicatiemiddelen, die bevrijdend kunnen werken. Het blijft echter geboden om bevrijding van disfunctionele schaamte te onderscheiden van schaamteloosheid als afweer van een nog steeds bestaande verdrongen schaamte-ervaring.
Meindert Fennema, socioloog, politicoloog, columnist en romanschrijver, poneerde de stelling dat elke relatie een schuldrelatie is, en dat dat vaak met geld te maken heeft. Er wordt een balans opgemaakt met debet- en creditposten. Dit principe komt bijvoorbeeld duidelijk naar voren in De hartsvriendin van Heleen van Royen. Hij beval dit boek van harte aan. U kunt zich de reacties van het publiek hierop waarschijnlijk wel voorstellen.
En dan is daar Jannetje Koelewijn. In eerste instantie is het verband tussen haar lezing Innsbruck en het symposiumthema onduidelijk. In rap tempo vertelde zij over haar ervaringen met de berichtgeving rondom het ongeval van prins Friso, vanaf de eerste keer dat zij het bericht hoorde tot aan de naderende uitspraak van het Medisch Tuchtcollege over schending van het beroepsgeheim door haar echtgenoot. Koelewijn voelde zich ‹geblamed en geshamed› door onder andere de media, en liet zich daar nu zelf weer beschuldigend over uit. In het begin werd zij gestimuleerd en gesteund door haar hoofdredacteur, die haar later weer liet vallen. Door de vragenstellers werd vooral geïnformeerd naar momenten van reflectie, zoals ‹Wanneer is het moment geweest waarop u in deze maalstroom bent terechtgekomen?›
Jan Buitenhuis, verzekeringsarts, vertelde hoe schuld en schaamte een verzekeringsclaim kunnen kleuren. Bij verzekeringsclaims is de belangrijkste vraag wiens schuld het is. Is het eigen schuld, en zo ja, is er dan sprake van opzet en bewustzijn van de gevolgen? Ook bij gezondheidsclaims gaat het om andermans verantwoordelijkheid versus eigen verantwoordelijkheid. Vindt iemand dat hem onrecht is aangedaan, dan heeft hij ook meer klachten.
Hoe zit het met de schaamte bij gezondheidsclaims? Bij verzekeringsfraude zal schaamte een rol spelen: de huisarts is dan vaak niet op de hoogte. Soms schamen mensen zich voor hun beperkingen; ze willen zoveel mogelijk normaal functioneren, maar niet in een claimcontext. Ziekte of onvermogen worden dan soms breed uitgemeten met het oog op schadevergoeding.
Na de lunch hield Arjan Braam, bijzonder hoogleraar levensbeschouwing en ggz, een boeiende lezing over schuldgevoelens, depressie en religie. Hij benadrukte dat het bij schuldgevoel (i.t.t. schuld) gaat om een subjectieve evaluatie van schuld. Maar hoe zit het nu met de relatie tussen religie, schuldgevoel en depressie? Binnen de Longitudinal Aging Study Amsterdam heeft Braam hier onderzoek naar gedaan, waaruit onder andere naar voren kwam dat er beperkte aanwijzingen zijn dat protestantse en katholieke ouderen meer schuldgevoelens ervaren in het geval van depressie.
Vervolgens liet Hedy Stegge, GZ-psycholoog, zien hoe je mensen die worstelen met schuldgevoelens en schaamte kunt leren hiermee om te gaan. Omgaan met schaamte is moeilijk, omdat je jezelf gebrekkig, incompetent en gefragmenteerd voelt, en je jezelf het liefst wil verbergen. Mensen met zelfcompassie hebben het makkelijker. Ze zijn mild voor zichzelf en verbonden met anderen; dit wordt bevorderd door een emotioneel coachende opvoedingsstijl. Parallel hieraan is het in psychotherapie belangrijk om de gevoelens te valideren, dus een niet oordelende grondhouding aan te nemen en de (pijnlijke) gedachten, gevoelens en herinneringen te erkennen en te benoemen.
Als laatste spreker presenteerde Frans Schalkwijk, psychoanalyticus/psychotherapeut, de moderne psychoanalytische blik op schaamte. Schaamte speelt altijd een rol, zowel intra- als interpersoonlijk, bij de therapeut en bij de cliënt. De behandelaar kan zich schamen doordat hij zich ongemakkelijk voelt, doordat de cliënt zijn eigen schaamte overbrengt, soms via projectieve identificatie. De cliënt kan zich schamen vanuit een voorbijgaande schaamte, maar ook vanuit een sterke schaamtegeneigdheid en vanuit een pathologische schaamte in samenhang met een onbewuste fantasie. Evenals Stegge benadrukte Schalkwijk dat het in een therapie belangrijk is om mildheid en een zelftroostend vermogen te ontwikkelen.
In de nabeschouwing noemde Frank Koerselman schaamte het koepelbegrip van dit symposium. Schaamte is meer een verticale beleving: jou wordt de maat genomen. Schuldgevoel is meer een horizontale beleving: je wil niet in de schuld staan maar ook niet te weinig krijgen. Zodra je van goed en kwaad weet, heb je een verticale relatie: je voldoet aan de normen of niet. Maar waar de een zich schaamt, kan de ander zich schuldig voelen. De normen veranderen voortdurend. Wat wordt bijvoorbeeld tegenwoordig op seksueel gebied verwacht van een man? Tegenwoordig stellen we ons heel veel bloot aan het oordeel van anderen: dit is ook een normverandering. Word ik gezien? Hoe ik word gezien lijkt tegenwoordig minder belangrijk.
Hierna volgde nog een discussie vooral over de presentatie van Jannetje Koelewijn. Na afloop ging deze discussie nog even door, en werd er volop aan blaming and shaming gedaan.
Voor mij was het een geslaagd symposium, een aansporing om vaker stil te staan bij de invloed van schuld, schuldgevoel en schaamte in mijn psychotherapeutische praktijk, zowel bij mij als bij mijn patiënten.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden