Petra Kaas: spil en draagvlak
Samenvatting
De eerste correspondentie rond een nieuw op te richten psychoanalytisch tijdschrift wist in het najaar van 1992 helemaal tot in het Belgische zuiden door te dringen. Er was iets groots op til in ons analytische wereldje en al snel had een zekere Petra Kaas er een hand in. De eerste brief die ik van haar ontving dateert van 30 maart 1994. Het was de tijd die we nu de prehistorie noemen, internet bestond nog niet, er werden nog echte brieven op papier geschreven! Nu, eenentwintig jaar later, moeten we afscheid nemen van deze grande dame van het Tijdschrift voor Psychoanalyse. De vrouw die bij het eerste vergadergekibbel wat teruggetrokken notulen maakte, heeft zich in de jaren die volgden ontpopt tot een vaste waarde in het reilen en zeilen van het Tijdschrift.
Het woord ‹spil› heeft verschillende betekenissen. De spil is onder meer een gereedschap waarmee men lange vezels tot een draad ineenwerkt, de as waar iets om draait, of (in het voetbal) de middelste der middenspelers. Het spil is (in de scheepvaart) de windas voor het verplaatsen van zware lasten. Petra belichaamde al deze betekenissen. We kunnen haar zonder aarzelen de spilfiguur van het Tijdschrift noemen. Wij, redactie- en bestuursleden, waren de losse vezels waarvan zij draden spinde die samen het tijdschriftweefsel vormden. Wij draaiden — soms stram en weerbarstig, soms soepel en gewillig — rond haar. Wij bespeelden het veld tot in alle uithoeken, maar wel rond haar, terwijl zij voortdurend zware en minder zware lasten droeg. Want Petra was niet alleen spil maar ook draagvlak. Zij weefde én zij droeg. Spil en draagvlak in één.
Begrijp me niet verkeerd. Dit wil niet zeggen dat zij ‹de baas speelde›, laat staan de baas wás. Och, baas zijn is gemakkelijk. Wat zij klaarspeelde is veel hoogstaander. Als psychoanalyticus al een onmogelijk beroep is, hoe moeilijk moet het dan niet zijn om voortdurend met een bende psychoanalytici en psychoanalytische psychotherapeuten te werken? Hen nu eens tot actie aanzetten en dan weer intomen, hen nu eens stimuleren hun standpunten helder uiteen te zetten en dan weer vragen daar eindelijk eens mee op te houden?
Analytici beroepen zich tegenwoordig op de ‹niet-wetende houding›. Petra kan geen analytica zijn. Zij weet te veel. En als wat iemand op een vergadering te berde bracht niet tot de orde van haar weten behoorde, kon ze zo oprecht verbaasd ‹O› zeggen, in de ware betekenis van dit bioniaanse concept, maar dan wat langer gerekt en met een Hollands w-tje erachteraan geplakt. Wat een zegen, wat een zaligheid, dat er in het midden van al die alwetende niet-wetende analytici iemand zat die het gewoon … gewoon wist! Die de narcistische drukdoenerij kon terugbrengen tot proporties die ertoe doen, die na al het hoogdravende gebakkelei eenvoudig kon formuleren wat er te doen viel. Als spilfiguur zorgde Petra ervoor dat er niet te veel tijd verspild werd aan interessante bijkomstigheden, al kon ze ook de tact opbrengen ons daar toch de nodige dosis van te gunnen. Begrijp me niet verkeerd. Het is niet dat Petra meende het te weten, laat staan de illusie koesterde iets te zeggen te hebben. Nee nee, daar stond zij juist boven. Ze zei gewoon, gewoon dus, wat ze te zeggen had. En daar konden wij het mee doen.
Nooit en nergens heb ik zo aangenaam en efficiënt samengewerkt als met Petra. Als ik functioneerde als hoofdredacteur deed ik dat dankzij haar als eindredacteur. Ik was dan wel het hoofd, maar zij was het einde. Zeker op talig vlak had ze terecht dikwijls het laatste woord. Ik denk dat ze ervan genoot om met mij als eerste Belgische hoofdredacteur de taalstrijd aan te gaan. Petra houdt niet alleen van taal, ze kan er bovendien wat van. In onze mailcorrespondentie kon ze de fijnste finesses uit de diepste spelonken van onze deels gemeenschappelijke Nederlandse taal opdiepen en mij voorleggen. Op het vlak van taalgevoel moest ik in haar veruit mijn meerdere erkennen. Uiteindelijk was het door haar organisatietalent, haar communicatievaardigheden, haar vermogen overzicht te houden, haar onafgebroken betrokkenheid en waakzaamheid, haar wonderlijke laveren tussen een recht voor de vuist (of raap) en toch ook diplomatieke houding, dat er telkens weer een nummer klaarlag, een nummer dat in orde was. In orde. Elke drie maanden weer: chapeau.
Zelf wil ze er allicht niet veel misbaar rond maken, maar in hoeverre is Petra misbaar? Petra is, zoals iedereen, vervangbaar, maar zij is niettemin onmisbaar. Helaas zal het Tijdschrift haar moeten missen. Redacteuren, bestuursleden van de stichting, (bestuurs)leden van de acht participerende verenigingen, auteurs, alle lezers en medewerkers van uitgeverij Boom zullen haar allemaal missen. Laten we gezamenlijk in dankbaarheid het besef levend houden dat het grootse dat in de prehistorie op til was niet alleen het Tijdschrift was, maar ook de grootse wijze waarop dat tijdschrift al die jaren door Petra Kaas werd gedragen en draaiende gehouden.
Michel Thys, oud-hoofdredacteur (2008-2014)
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden