De perverse politieke stijl
Samenvatting
Pompeus vertoon van macht en rijkdom, minachting voor vrouwen, voor zwarten en andere minderheden, uitsluiting van nieuwkomers, hoon voor gebrekkige of lelijke mensen, criminalisering van tegenstanders, ontkenning van feitelijke kennis, opgewonden tweets, dát zijn de ingrediënten van de politieke stijl waarmee we Donald Trump aan de macht zagen komen. Kan de psychoanalyse helpen om te begrijpen waarom deze politieke stijl zo'n succes kan hebben?
In de spreekkamer streven we ernaar geen partij te kiezen in de conflicten van de analysant. Als we buiten de spreekkamer een conflictueus maatschappelijk verschijnsel proberen te begrijpen, is neutraliteit geen optie: geen positie kiezen is dan ook een vorm van partijdig zijn. Ik zie Trumpisme als een ontkrachting van feiten en moraal, en in die zin als een tegenbeweging in het beschavingsproces.
Freud thematiseerde de relatie tussen de grote wereld van het beschavingsproces en de kleine wereld van de psyche. In zijn essay Het onbehagen in de cultuur (1930) dwingt het beschavingsproces tot het inperken van seksuele en agressieve driftbevrediging. Verdringing en beheersing zijn niet iets wat een samenleving mensen onnodig oplegt. Het gaat om een verinnerlijkte sociale dwang tot zelfsturing, die het samenleven mogelijk maakt zonder dat men elkaar exploiteert of de hersens inslaat. Deze dwang tot driftverzaking heeft zijn prijs. Het beschavingsproces legt mensen een druk op die tot onbehagen en neurosen leidt. ‹Voor de barbaar›, zo stelt Freud (1940, p. 483), ‹is het gemakkelijk gezond te zijn, voor de cultuurmens is het een zware opgave›.
Binnen een civilisatieproces doen zich in bepaalde tijden, onder bepaalde groeperingen of in bepaalde aspecten van het samenleven, ook tegenbewegingen voor. Het paradigmatische voorbeeld van een decivilisatieproces is Nazi-Duitsland, maar er zijn vele andere, soms minder vergaande voorbeelden (De Swaan, 1999).
Freud (1905) beschrijft neurose als het negatief van perversie; wat in neurosen verdrongen wordt, wordt in perversies verheerlijkt en uitgeleefd. Als neurose een bijproduct is van het civilisatieproces, dan kan perversie iets van decivilisatieprocessen verduidelijken. Hiervan uitgaande benader ik Trumpisme als een verschijnsel dat verwantschap heeft met perversie. Hiermee heb ik niet de persoonlijke psychopathologie van Donald Trump op het oog, hoe verontrustend die ook kan zijn. Mijn punt is dat het Trumpisme in samenhang met reacties van het publiek te begrijpen is als een sociaal-psychologisch fenomeen dat doet denken aan een perverse dynamiek.
De term perversie verwijst in het gewone taalgebruik naar een ontsporing van het gevoelsleven die maakt dat men dingen doet, vooral op seksueel gebied, die de meeste mensen als weerzinwekkend beschouwen. In de psychiatrie hebben perversies betrekking op seksuele voorkeuren die als abnormaal worden beoordeeld. De bewering dat Trump plasseks had met prostituees in het hotelbed in Moskou waarin eerder de Obama's sliepen, past in deze classificatie. We weten echter niet of het verhaal over de golden showers op waarheid berust. Maar ook als fictie past het verhaal in een perverse pseudo-werkelijkheid die Trump in het leven roept.
De psychoanalytische literatuur over perversie is complexer dan wat ik hierna naar voren haal (zie in dit Tijdschrift de overzichtsartikelen van Ubbels). Perversies hebben in de psychoanalyse niet alleen betrekking op een stoornis in de wijze van seksuele bevrediging. Een perverse dynamiek in en tussen mensen wordt gekenmerkt door een rigide intrapsychische en interpersoonlijke afweerorganisatie door middel van splijting en loochening. Gevoelens van doodsheid en leegte worden van de beleving van de realiteit afgesplitst en geloochend in een lustvolle, grandioze pseudowerkelijkheid. Daarin worden trauma en nederlaag omgekeerd in de opwinding van wraak en triomf, is waarheid leugen en leugen waarheid. Perversie staat voor een diepe stoornis in het zelfgevoel en de objectrelaties, en wordt wel omschreven als geseksualiseerd narcisme, dat wil zeggen: seksualiteit wordt ingezet om gevoelens van intimiteit en afhankelijkheid te vermijden of te vernietigen, en dientengevolge overweldiging van het zelf en fragmentatie te voorkomen. In analogie met geseksualiseerd narcisme kan de term geracialiseerd narcisme worden ingevoerd als typering van het perverse mechanisme waarmee de eigen (groeps)identiteit wordt versterkt door andere mensen vanwege hun etnische, raciale of religieuze achtergrond te vernederen en angst aan te jagen. In analogie met exhibitionisme, kan het zien van schrik en afschuw in de ander een ik- en zelfversterkende werking hebben. Perverse mechanismen worden nogal eens aangetroffen in de psychologie van narcistische persoonlijkheden, en bij tijd en wijle zijn ze ook voor veel meer mensen aantrekkelijk. Veel mensen worden, of ze willen of niet, in een perverse dynamiek meegetrokken. Mijn bewering is dat Trumpisme voorziet in een perverse verwerking van rancune.
Het ressentiment in de samenleving
Niet veel later dan dat Freud Het onbehagen in de cultuur deed verschijnen, publiceerde Menno ter Braak (1937) Het nationaal-socialisme als rancuneleer. In dit essay begrijpt Ter Braak de alomtegenwoordigheid van rancune uit de alomtegenwoordigheid in de democratische maatschappij van het gelijkheidsideaal: ‹Het is de gelijkheid als ideaal, die, gegeven de biologische en sociologische onbestaanbaarheid van gelijke mensen, de rancune promoveert tot de macht van de eerste rang in de samenleving› (p. 577). Een hedendaagse variant van het gelijkheidsideaal bezingt de zegeningen van goed onderwijs. In de Verenigde Staten heeft de sterk gegroeide onderwijsdeelname de afgelopen vijftig jaar geresulteerd in de positieverbetering, zelfontplooiing en het verbeterde gevoel van eigenwaarde van grote aantallen vrouwen, zwarten, immigranten en andere voormalige buitenstaanders.
Grootschalige emancipatieprocessen leiden, in de lijn van Ter Braak, onvermijdelijk tot rancune bij veel mensen die er geen deelgenoot van kunnen zijn. De mensen van het ressentiment in het Amerika van vandaag worden gesymboliseerd door het narratief van ‹de boze witte man›. Deze heeft een lage of middelbare opleiding, is van middelbare leeftijd en heeft een streng-christelijke levensovertuiging. Hij werkt in de bouw, op een boerderij of in een fabriek in een van de verarmde en vervuilde regio's van Amerika. Hij heeft het gevoel dat vrouwen, zwarten en immigranten worden voorgetrokken en voordringen, terwijl hem zijn mannelijke en witte superioriteit worden afgenomen. Hij heeft het gevoel dat er van hem een outcast wordt gemaakt, terwijl hij zichzelf beschouwt als de erfgenaam van het ware, oorspronkelijke Amerika dat in ere moet worden hersteld. Deze Amerikaanse droom wordt echter naar beneden gehaald als iets wat racistisch, seksistisch, homofoob en achterlijk is. Hij voelt zich veracht en genegeerd door het geëmancipeerde grootstedelijke Amerika in de verpersoonlijking van Barack Obama en Hillary Clinton. Trump daarentegen zegt voor zijn miskende belangen op te komen. In werkelijkheid worden zij slechts verenigd door rancune.
Perversie bij volmacht
Hoewel iemand die er uitziet als een eend, waggelt als een eend en kwaakt als een eend waarschijnlijk een eend is, waag ik me niet aan de veronderstelling dat Donald Trump een narcistische perverseling is. Ik heb geen idee of zijn gezinsachtergrond overeenkomt met het psychoanalytische familieportret van de perverseling: een symbiotische relatie met een moeder die haar kind afwisselend verleidt en vernietigt, en een vader die niet in staat is een differentiërende rol in het gezin te vervullen. We weten niet of hij traumatische onmacht uit zijn kindertijd omkeert in de lust van wraak en triomf. Ik heb geen idee of voor zijn zelfbehoud onbewust het adagium geldt: ‹ik jaag schrik aan, dus ik besta›. Bovendien wordt het als klachtwaardig beschouwd om iemand die je niet kent als het ware op de analysebank te leggen.
Waar het mij wel om gaat, is de veronderstelling dat Trump een perverse belevingswereld aanjaagt, exploiteert, bespeelt en personifieert, die bij veel mensen, die zich op individueel- en groepsniveau in de samenleving miskend voelen, een sterke weerklank heeft. Ik veronderstel dat zij zodanig in de ban raken van Trumps loochende pseudowerkelijkheid dat hun gevoel van achterstelling en verwaarlozing uit de directe beleving verdwijnt. De angst en wanhoop die ze hadden, komt onder de huid van de mensen die met de veilige gemoedsrust leefden aan de verlichte kant van de samenleving te staan. Daartoe is een politieke stijl van méér seksisme, racisme, laster, liegen en choqueren effectiever, dan minder. Wraakzuchtige verlangens worden bevredigd, oude gevoelsovertuigingen van witte en mannelijke superioriteit versterkt, en dit maakt de frustraties van een hopeloze maatschappelijke realiteit voor even ongedaan. Trauma en nederlaag zijn omgekeerd in een opwindende roes van wraak en triomf, waarheid is leugen en leugen waarheid. Zolang de ontnuchtering uitblijft, is dit, naar ik veronderstel, de lustvolle aantrekkingskracht die Trump voor veel mensen heeft. Ik noem dit perversie bij volmacht.
Inmiddels heeft Trump wereldmacht. Hoopvol is dat hij machtige tegenkrachten ontmoet. Onze klinische ervaring leert echter dat pervers narcisme heel weerbarstig is en dat het voor de therapeut moeilijk is om zijn innerlijke ruimte te behouden. Mijn angst is dat er Trump-gewenning optreedt en dat het Trumpisme de gelegenheid krijgt zijn kwaadaardigheid verder te verwerkelijken.
Literatuur
- Braak, M. ter (1937). Het nationaal-socialisme als rancuneleer. Verzameld werk 3 (pp. 571-594). Amsterdam: Van Oorschot, 1949.
- Freud, S. (1905). Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit. Werken 4 (pp. 9-116). Amsterdam: Boom, 2006.
- Freud, S. (1930). Het onbehagen in de cultuur. Werken 9 (p. 456-532). Amsterdam: Boom, 2006.
- Freud, S. (1940). Hoofdlijnen van de psychoanalyse. Werken 10 (p. 447-503). Amsterdam: Boom, 2006.
- Swaan, A. de (1999). Decivilisatie, massale uitroeiing en de staat. Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 26, 289-303.
- Ubbels, J. (1996). Perversie en pervertering van de overdracht. Tijdschrift voor psychoanalyse, 3, 133-145.
- Ubbels, J. (2007). Neurotische en perverse processen. Tijdschrift voor psychoanalyse, 13, 259-270.
- Ubbels, J. (2008). Werkelijkheid en intersubjectiviteit in de perversies. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 14, 97-110.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden