Een naamsverandering
Samenvatting
Tegenwoordig zijn wij eraan gewend dat er wereldwijd duizenden analytici zijn en dat er analytische tijdschriften bestaan zoals de International Journal of Psychoanalysis en JAPA, die grote aantallen abonnees hebben. Maar zo is het niet altijd geweest. Op 30 en 31 maart 1910 vond het tweede psychoanalytische congres plaats in Neurenberg, tijdens welk Sándor Ferenczi in een voordracht het voorstel deed tot het oprichten van de IPA, een wereldwijde overkoepelende vereniging van psychoanalytici, met dochterverenigingen in verschillende landen. Het was een belangrijk moment. Het voorstel werd aangenomen, de IPA is er gekomen, bestaat tot op de dag van vandaag en heeft de psychoanalytische beweging veel krachtiger gemaakt. Tegelijkertijd gebeurde er echter nog iets anders.
Vrijwel alle analytici, uitgezonderd Freud, waren jong in die jaren, een situatie die wij ons nauwelijks meer kunnen voorstellen. Ferenczi was 37 en kon zich gedragen als een ‹belhamel›. Hij stelde op het congres niet alleen voor om de IPA op te richten, maar ook om Jung president voor het leven te maken en het centrum van de psychoanalyse te verplaatsen naar Zürich. De IPA was Ferenczi's idee en de verplaatsing naar Zürich was Freuds idee. Ferenczi voegde er nog even aan toe dat dit een natuurlijke gang van zaken was, omdat de Weners, uitgezonderd Freud, inferieur waren aan de Zürichers.
Het tumult dat volgde was niet te beschrijven. Freud kreeg te maken met een volledige opstand van zijn Weense groep die hij nauwelijks wist te kalmeren. Uiteindelijk werd Jungs termijn teruggebracht tot twee jaar en bleef Wenen het centrum (Clark 1980). Maar de IPA was opgericht en telde twee jaar later, in 1912, wereldwijd 133 leden (IZP/II/1914/407). Door dat kleine groepje psychoanalytici werden op dat moment in 1912 drie psychoanalytische tijdschriften uitgegeven. Allereerst het Zentralblatt für Psychoanalyse met artikelen over de psychoanalyse. Ook was er het Jahrbuch der Psychoanalyse met psychoanalytische artikelen, en daarnaast Imago, een tijdschrift voor toegepaste psychoanalyse. Verder was er een boekenreeks genaamd Schriften zur angewandte Seelenkunde. Het was onvoorstelbaar veel voor zo'n klein groepje mensen. Behalve door analytici werden de tijdschriften ook gelezen door een aantal mensen met belangstelling voor psychoanalyse, maar dat was beperkt. Er waren voortdurend geldproblemen om dit allemaal in stand te kunnen houden.
Het is nu meer dan honderd jaar later en de psychoanalyse heeft een enorme ontwikkeling doorgemaakt op vele gebieden. Een van die ontwikkelingen is dat naast de psychoanalyse de psychoanalytische psychotherapie als volwaardige therapierichting is opgestaan.
De Stichting Tijdschrift voor Psychoanalyse heeft als belangrijkste doel het uitgeven van een tijdschrift op het gebied van de psychoanalyse en haar toepassingsgebieden, en zij kent zes deelnemers: vijf verenigingen en een stichting. Deze staan in het colofon vermeld: De Belgische School voor Psychoanalyse, de Nederlandse Psychoanalytische Vereniging, de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie, de Stichting Psychoanalyse en Cultuur, de Vlaamse Vereniging voor Psychoanalytische Therapie en de Belgische Vereniging voor Psychoanalyse. Deze deelnemers maken het mogelijk dat het Tijdschrift voor Psychoanalyse bestaat en hun leden hebben een abonnement. De situatie is rianter dan de bij de drie tijdschriften uit 1912, het aantal abonnementen is groter en de financiën zijn op orde. Maar alle deelnemers zijn nodig om het Tijdschrift in stand te houden.
Toen er dus onder een van de grootste deelnemers een opstand uitbrak, dreigde er een groot probleem te ontstaan: de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie kende zichzelf onvoldoende terug in het Tijdschrift en voelde zich onvoldoende erkend. En zoals het was bij de Weners in 1910, is het nu ook. De deelnemende groepen moeten zich gewaardeerd en erkend voelen. Er is overleg gevoerd tussen het bestuur van het Tijdschrift en het bestuur van de NVPP. Daar zijn een aantal maatregelen uit naar voren gekomen, waar Marc Hebbrecht uitgebreid over heeft bericht in zijn redactioneel van 12 september 2016 (Hebbrecht 2016).
Het verreweg meest uitdagende vraagstuk was dat de NVPP graag een naamsverandering zou willen. De psychoanalyse stond in de naam te veel centraal. Maar een naamsverandering is een zeer ingrijpend gebeuren. In bovengenoemd redactioneel werd een oproep gedaan voor suggesties. Heel mondjesmaat kwamen er suggesties binnen, na enig aandringen nog wat meer. Uiteindelijk kwamen de reacties wat meer op gang en kwam er één nieuwe naam naar voren. Deze naam is vervolgens aan alle deelnemende verenigingen en stichting voorgelegd, en men is unaniem akkoord gegaan. Er was ook afstemming nodig met uitgever Boom, die de naamsverandering door zou moeten voeren. Na overleg ging ook deze akkoord en is de nieuwe naam vanaf dit huidige nummer een feit: Tijdschrift voor Psychoanalyse en haar toepassingen. Een naam waarin alle bloedgroepen vertegenwoordigd worden.
Namens het bestuur van de Stichting en de redactie,
Anna Bentinck van Schoonheten
Voorzitter
Literatuur
- Clark, R.W. (1980). Freud, the man and the cause (p. 297). New York: Random House.
- Hebbrecht, M. (2016). What's in a name? Over de wenselijkheid van naamsverandering. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 22, p. 3.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden