Onderzoek
Samenvatting
In het vorig redactioneel noem ik supervisie één van de pijlers van de psychoanalytische opleiding. De creatie van onze rubriek De therapeut aan het werk is een poging om een nieuwe vorm van intervisie op te zetten. Tevens zullen we collega's actief uitnodigen om te reageren op het werk van de presenterende therapeut en op het commentaar van de collegae die het werk van de presenterende therapeut hebben besproken. In de redactionele bijdrage als inleiding op 2018 nummer 4 heb ik de andere pijlers van de opleiding niet genoemd. Het wezenlijkste onderdeel van elke opleiding tot psychoanalytisch therapeut of psychoanalyticus lijkt mij de eigen analyse en/of de leertherapie. Is er een betere plek om kennis te maken met vrije associatie, het onbewuste, met dromen en met onvermoede seksuele en agressieve gedachten? Hoe kan men aan den lijve ervaren wat overdracht is en hoe deze vorm geeft aan de manier waarop relaties worden aangegaan? Naarmate het analytisch proces voortschrijdt ontdekken we dat kennis van de eigen geschiedenis en hoe de eigen persoonlijkheid erdoor wordt gevormd, niet de essentie is.
Nu staat het wordingsproces in het centrum van de aandacht (transformatie, evolutie). Het gaat hierbij om het doormaken van psychische verandering binnen het kader van een intersubjectieve relatie waarover wordt gereflecteerd samen met een betrouwbare collega die het kader garandeert en dit proces ook heeft doorgemaakt. In plaats van symptoomvermindering, structurele verandering of inzicht zijn de doelstellingen nu ambitieuzer dan vroeger. Nu stellen we het leren dragen van pijn en eenzaamheid centraal en erop vertrouwen dat uit de leegte iets nieuws zal opduiken. We kiezen voor de confrontatie met existentiële thema's waarbij geklaagd mag worden over een tekortschietende en traumatiserende omgeving in de verwachting dat men het eigen levensproject zal opnemen. We verdragen niet-weten zonder ten prooi te vallen aan twijfel, verwarring en onzekerheid. De analyse is niet langer schatplichtig aan Freud. Ze kan niet meer zonder Bions concept van transformatie in O. In het verlengde daarvan benoemt Rudi Vermote in zijn langverwachte boek Reading Bion als essentie van psychische verandering het contact met de ongedifferentieerde laag van het psychisch functioneren. Het ongekende kan slecht gekend worden via de openheid van een radicaal niet-weten.
Naast de eigen analyse en de supervisie wordt in de opleiding aandacht besteed aan de studie van de verschillende theoretische modellen, de psychoanalytische techniek en de aanpassingen ervan in functie van de pathologie van de patiënt. De nosologie vormt mede de grondslag voor de diverse varianten van psychoanalytische psychotherapie. De psychoanalytische wereld is te lang gefixeerd gebleven op de drie grondpijlers van de opleiding die ik hier even herhaal:
- de eigen analyse of de therapie van de therapeut;
- de supervisie en het intercollegiaal overleg;
- de theoretische en technische vorming.
Een vierde pijler had meer aandacht mogen krijgen, namelijk het wetenschappelijk onderzoek en de interdisciplinaire dialoog met andere onderzoekers. Daar komt verandering in! Onderzoekers die methodologisch goed onderlegd zijn, voelden affiniteit voor de psychoanalytische benadering en gingen enthousiast in op ons verzoek om een bijdrage te schrijven voor dit themanummer.
Uit het hoofdartikel, van de internationaal gerenommeerde expert uit Leuven, prof. dr. Patrick Luyten, blijkt dat de psychoanalyse een sterke inhaalbeweging heeft gemaakt op het vlak van wetenschappelijk onderzoek. De empirische onderbouwing van de effectiviteit van psychodynamische therapie hoeft niet onder te doen voor de andere psychotherapievormen. Bovendien blijken langer durende varianten van psychodynamische therapie kosteneffectief te zijn. Luyten houdt een pleidooi voor de ontwikkeling van een empirische onderzoeksattitude in de opleiding van psychoanalytische therapeuten.
De bijdrage van Kimberly Van Nieuwenhove en Liza Notaerts is door onze redactie positief onthaald. Ik citeer wat een redactielid opmerkt:
‹De lezer ontdekt een kritische benadering met betrekking tot de problematische kanten van single case onderzoek [de zogenaamde N=1-studie]. Tegelijkertijd geeft het artikel zicht op manieren van operationaliseren van klachten en symptomen [zoals bijvoorbeeld de verhouding ten aanzien van macht en de onmogelijkheid om (voor zichzelf) te spreken]. Daarmee leggen de auteurs zich niet neer bij praktisch onmogelijk haalbare eisen die verbonden zijn aan empirisch onderzoek, maar openen met dit artikel een perspectief op hoogst intelligente en vernuftige strategieën om empirisch onderzoek met behulp van single case studies mogelijk te maken. Het betreft hier een denkwijze die volstrekt nieuw is binnen het ons vertrouwde denken over psychoanalyse, een volkomen nieuw geluid›.
Het artikel van Benedicte Lowyck over verschuivingen in zelf- en objectrepresentaties bij patiënten met persoonlijkheidsstoornissen in het kader van een klinische psychotherapie is helder en klinisch relevant voor zowel psychoanalytisch therapeuten als psychoanalytici die werkzaam zijn in de klinische praktijk. Uit het onderzoek van Bartak en Van Grieken blijkt dat patiënten vooral hun eigen kracht in de therapie willen ontdekken en versterken om zodoende hun leven buiten de therapie (nieuwe) vorm te kunnen geven. Ze willen een veel actievere rol en inspraak krijgen in het therapieproces.
Ten slotte beschrijft Frans Schalkwijk in zijn essay een naturalistische benadering die de lezer zal aanspreken: Hoe komt een psychoanalyticus tot onderzoek? Welke problemen ervaart hij hierbij? Hoe komt de samenwerking met andere disciplines tot stand? Hij brengt een realistisch verhaal dat prikkelt om met onderzoek bezig te zijn. In een volgend nummer zullen we meer vernemen over de resultaten van zijn onderzoek.
Is er een bloeitijd voor psychoanalytisch zelfonderzoek aangebroken? Wordt ons therapiemodel de remedie tegen verstikkende dwangneurotische tendensen die ons vanuit de universiteiten als een tsunami overspoelen? Een maatschappelijke ontwikkeling waar Tinka Prast in haar zeer lezenswaardige bijdrage in de rubriek Naast de bank onze aandacht terecht op vestigt.
Dankwoord aan Anna
Per 1 januari 2019 beëindigt dr. Anna Bentinck van Schoonheten haar termijn als voorzitter van het Bestuur van de Stichting Tijdschrift voor Psychoanalyse. Ze was voor ons tijdschrift een rots in de branding — dit is overigens de ondertitel van haar proefschrift over Karl Abraham. Het was geen gemakkelijke bestuursperiode voor Anna. Hoe het tijdschrift financieel overeind houden in een moeilijke tijd met een fusie van psychoanalytische verenigingen in Nederland en de dreiging dat de psychoanalytische psychotherapie zou afhaken en een eigen koers varen?
Gelukkig is het meegevallen. De psychoanalytische psychotherapie heeft meer erkenning gekregen, wat blijkt uit een betere vertegenwoordiging in de redactie en ook uit de naamsverandering van het tijdschrift. Bovendien heeft Anna ervoor gezorgd dat de continuïteit in het redactiesecretariaat verzekerd bleef. Het vertrek van Petra Kaas, die een zeer lange en onmisbare ervaring had en het reilen en zeilen van het tijdschrift als geen ander kende, had veel voeten in de aarde en Anna heeft ervoor gezorgd dat de continuïteit desondanks is gewaarborgd.
Op mijn aanraden en met behulp van de psychoanalytische fondsen is de introductie van het tijdschrift op PEP Web door Anna mogelijk gemaakt: zij heeft telkens bemiddeld met de uitgever om ons tijdschrift en de representatie ervan op de website van Boom uitgevers Amsterdam financieel haalbaar te houden. Bij moeilijke redactionele aangelegenheden was Anna steeds beschikbaar voor advies. Ik heb haar luisterhouding en steun daarbij zeer gewaardeerd.
Namens de redactie wil ik Anna van harte danken en haar veel succes en geluk toewensen bij het tot stand komen van de nieuwe projecten waarmee ze nu bezig is. We hopen haar bijdragen in ons tijdschrift te mogen blijven plaatsen.
Ze wordt opgevolgd door Henk De Meij die we alle succes toewensen in zijn bestuurstaak.
Literatuur
- Vermote, R. (2019). Reading Bion. In D. Birksted-Breen (Series Ed.), Teaching Series — The New Library of Psychoanalysis. London: Routledge.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden