Green is herrezen!
Samenvatting
Op 18 september 2015 heeft de Britse Psychoanalytische Vereniging een conferentie gehouden te Londen als eerbetoon aan de beroemde Franse psychoanalyticus André Green, die in 2012 is overleden. Interessant is de theoretische inleiding door Rosine Perelberg, die op een verstaanbare wijze een overzicht geeft van de fundamentele inzichten uit diens werk. Daarna volgen lezingen en een interview van Fernando Urribarri met Green. Dankzij dit boekje heb ik me een genuanceerder beeld gevormd van de persoon van André Green, dat niet langer overeenkomt met mijn indruk van hem als kritische spreker en heftig debatvoerder die op internationale congressen zijn tegenspelers kon verpletteren. De persoonlijke getuigenissen van zijn echtgenote Litza Guttieres-Green en van de Britse collega's zetten een ander imago van hem neer: gastvrij, hartelijk, onderhoudend en genereus.
Bespreking van
Rosine Jozef Perelberg & Gregorio Kohon (red.). (2017). The Greening of psychoanalysis — André Green's new paradigm in contemporary theory and practice. London: Karnac Books. ISBN 978 1 7822056 2 3, 166 pp., € 33,99
Met behulp van dit boekje heb ik enkele concepten van Green beter begrepen. Ik was al vertrouwd met zijn theorie over het negatieve en zijn duale opvatting over het narcisme, die in het verlengde ligt van het structurele model van Freud. Ook is zijn concept framing structure (in het Frans: la structure encadrante) voor mij duidelijker geworden. De kaderende structuur verwijst naar het resultaat van de verinnerlijking door de baby van het vasthouden door de moeder. De imprint van haar handen en armen wordt eerst ervaren, vervolgens als het ware uitgewist of vergeten (een negatieve hallucinatie) en tot structuur gemaakt. Dit leidt tot het ontstaan van een intermediaire ruimte tussen aanwezigheid en verlies van holding. In deze ruimte kan representatie plaatsvinden. Daardoor wordt het verlies van het moederlijk object verdragen als zij afwezig is. Op een achtergrond van negativiteit (le négatif) kunnen toekomstige representaties van het object ingeschreven worden en ontstaat de mogelijkheid tot denken en symboliseren. Het kan echter gebeuren dat de moeder er niet in slaagt zich afwezig genoeg te maken, omdat ze te angstig is of beangstigend intrusief. Dit laatste is het geval bij psychotische moeders. Dan zal de kaderende structuur bij het kind niet tot stand komen. Het gevolg is dat het kind niet leert te representeren en minder goed het onderscheid kan maken tussen wat intrapsychisch en wat intersubjectief is. Er ontstaan gaten in de psyche en een overheersend gevoel van betekenisloosheid. Green heeft nagedacht over de vraag waarom psychische inhouden het niveau van representatie niet bereiken. Volgens Green is de taak van de psychoanalyticus omvangrijker geworden: het gaat niet zozeer om het ontsluieren van verborgen betekenissen, maar meer om het construeren van een betekenis die er nog niet was voor de analytische relatie begon.
Een ander concept dat door Jed Sekoff mooi wordt toegelicht is arborescentie, dat verwijst naar de uitstralende, associatieve aard van de menselijke geest, die vergelijkbaar is met een boomstructuur: een beweging van wortel naar stam, naar tak, naar blad, naar nerven en dan weer terug naar een vertakking, waarbij een nieuwe weg wordt ingeslagen om dan terug te keren naar de stam en naar een andere tak. Of vertaald in de meer complexe formulering van Green: onze radiale representatieprocessen duiken op binnen een complexe dialectiek.
Interessant voor de analytische praktijk is zijn notie passivation: het vermogen om zich in vertrouwen over te geven aan moederlijke (of analytische) zorg en die te ontvangen.
Als reactie tegen Lacans visie over de talige structuur van het onbewuste, heeft Green vooral gewezen op het belang van het affect. Green maakt onderscheid tussen affect dat geïntegreerd is in de keten van betekenaars tegenover affect dat overstroomt, niet langer ingebed is in betekenisverlenende structuren en die vernietigt. Een teveel aan onverteerd affect zal aanleiding geven tot somatisatie, perverse opwinding en overbezetting van de waarneming.
De invloed van Winnicott is opvallend, zeker wanneer Green het heeft over le travail du négatif. Sommige patiënten klampen zich vast aan het negatieve, blijven vasthangen aan wat er niet is geweest, in plaats van het positieve dat zich aandient te ervaren. Ze herinneren zich alleen maar het tekort, de scheiding of het trauma. Blijkbaar hebben dergelijke patiënten als kind de zorgfiguur te lang gemist. Hun draagkracht werd overschreden. Om de ervaring draaglijk te maken hebben ze het beeld van de zorgfiguur uitgewist. De pijn is daardoor verminderd. Er is echter een dure prijs betaald: er werden gaten in de geest gemaakt. Soms ontstaat er zelfs een scheur in het weefsel van de psyche, waardoor de capaciteit om te representeren faalt.
Zeer lezenswaardig zijn de bijdragen van Kohon en van Parsons. Kohon maakt duidelijk hoe moderne beeldhouwers als Richard Serra en Edward Chillida erin slagen leegte en afwezigheid te representeren. Parsons bespreekt de belangstelling van Green voor de Griekse mythologie en zijn interpretatie van de drie verschillende versies van de Oresteia, de bespreking van de mythe van Hephaistos en de vergelijking van de mythe van Oedipus met die van Theseus. Spijtig dat Parsons de mythologische figuur Ajax niet vermeldt, naar wie Green verwijst om het moreel narcisme te illustreren.
Het boekje is een mooie inleiding op het werk van Green voor de niet ingewijde lezer en brengt zijn kernconcepten beknopt samen. Wel wordt de indruk gewekt dat wat Green schrijft allemaal goed te begrijpen is. Hier doen de auteurs onrecht aan de complexiteit en de rijkdom van het omvangrijke oeuvre van Green, dat toch heel wat studiearbeid vereist. De geïnteresseerde lezer die Green nog niet heeft ontdekt kan zich vervolgens verdiepen in meesterlijke artikelen die vrij goed te begrijpen zijn, zoals over het dodemoedercomplex, de centrale fobische positie, positief en negatief narcisme, versplinterde temporaliteit, private gekte en de desillusies van het analytische werk. Om slechts enkele van zijn meest impressionante thema's te vermelden.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden