Grenzen en tijd
Samenvatting
Ik heb het boekje Grenzen en grenzeloosheid — Psychoanalyse in een nieuwe tijd gelezen tussen twee COVID-19-golven door, terwijl er volop werd gediscussieerd over de samenstelling van allerlei crisis- en adviescomités die de nationale veiligheidsraad moeten bijstaan bij het uitwerken van maatregelen om de pandemie in te perken. Steeds luider klinkt daarbij de roep om ook professionals uit de psychologie daarin een plaats te geven. Het inzicht groeit dat er vanuit onze sector een betekenisvolle bijdrage te leveren valt aan het maatschappelijk debat over prangende problemen, zoals de COVID-19-pandemie, maar ook andere.
Bespreking van
Jos Dirkx (red.). (2019). Grenzen en grenzeloosheid — Psychoanalyse in een nieuwe tijd. Amsterdam: Sjibbolet. ISBN 978 94 9111 043 6, 121 pp., € 17,50
Dit boekje bundelt zeven artikelen die samen willen illustreren hoe de psychoanalytische theorie en praktijk zich tot de nieuwe tijd kunnen verhouden. Met dit belangwekkende uitgangspunt sluit het boek aan bij die van andere auteurs (onder anderen Verhaeghe) die reeds vanuit een psychoanalytische invalshoek een blik wierpen op enkele ontwikkelingen in onze huidige maatschappij. Er worden daarbij hoogst interessante vragen gesteld, zoals: op welke manier zou de psychoanalyse een tegenwicht vormen tegen het huidige hectische tempo dat doortrokken is van de ene versnelling na de andere en met een steeds toenemende digitalisering? De opdracht die dit boekje zichzelf geeft, wordt naar mijn idee door de verschillende auteurs op een nogal onderscheiden manier vormgegeven. Vooral de twee eerste hoofdstukken, die door Dirkx werden geschreven, werken deze vraagstelling uit. De andere hoofdstukken sluiten daar eerder van op afstand bij aan.
Dirkx opent met een beschouwing over grenzen en waar en hoe ze getrokken kunnen worden. Hij doelt daarbij niet enkel op grenzen tussen landen, maar ook op morele grenzen, op grenzen tussen binnen- en buitenwereld. Het gaat dan om het subjectieve begrip en de verwerking van het opgenomen zijn in de wereld en daarin beïnvloed te worden door omgevingsfactoren die zich steeds indringender aandienen. De vraag of het wel mogelijk is dat de psychoanalyticus zich louter met de intrapsychische realiteit blijft bezighouden, daarbij de reële buitenwereld op afstand houdend, wordt door Dirkx gekoppeld aan de afgrenzing tussen binnen- en buitenwereld. De oude dualistische opvatting over kennis achter zich latend, sluit hij aan bij een contacttheorie van kennis. Het opdoen van kennis verloopt aan de hand van ons contact met de buitenwereld, aan de ervaringen die we dagelijks hebben. Mentale processen worden op die manier gezien als lichaams- en omgevingsgerelateerd. Erg boeiend vond ik de verwijzing naar de 4EA-benadering van kennis. De mind wordt daarin gezien als embodied, embedded, enacted, extended en affective, waardoor grenzen tussen lichaam en geest, lichaam en wereld, en tussen twee personen worden opgeheven. Binnen deze visie raken subject en object meer met elkaar verweven en is de onderlinge grens minder scherp. Daaruit laat Dirkx volgen dat ook psychoanalyticus en analysant in de wereld zijn en zich daarvan niet kunnen losmaken. Hij stelt dat de therapeutische setting de vorm wordt waarmee het onbemiddelde contact met de buitenwereld plaatsvindt. Ik citeer even: ‹Het bewustzijn of beter geformuleerd het proces van bewustwording van de intersubjectieve realiteit en daarmee van meer inzicht in onbewuste processen, verlangens en wensen, kan gezien worden als een emergente eigenschap en uitkomst van een psychoanalyse gesitueerd in een dyadische setting maar omgeven, opgenomen en beïnvloed door een grotere werkelijkheid› (p. 11).
Dirkx neemt ook het tweede hoofdstuk voor zijn rekening waarin hij wil toelichten hoe de psychoanalytische behandelpraktijk een tegenwicht kan vormen voor de versnelling van het levenstempo en het verlies van een eigen veilige plek. Dit wordt afgezet tegen de achtergrond van een aantal veranderingen in tijd en ruimte zoals enkele moderne denkers die hebben beschreven. Ook hier weet Dirkx de lezer te boeien en laat hij deze proeven van de denkbeelden van vier moderne filosofen en historici. Binnen het bestek van dit relatief korte boek blijven heel wat kwesties noodgedwongen weinig uitgewerkt. Zo komen ook nog de digitalisering en de impact van het virtuele als alternatieve realiteit eerder dan als fantasie voorbij. Dirkx rondt zijn bijdrage aan deze bundel af met enkele beschouwingen over ecopsychoanalyse. Een eerste vraag die hij daarbij opwerpt is waarom en hoe de psychoanalyse belangrijk is voor de klimaatcrisis. Daarna stelt hij de vraag wat psychoanalytici kunnen leren van de klimaatwetenschappen. Het zijn stuk voor stuk interessante thema's en vragen, maar als lezer krijg je het gevoel dat deze elkaar in sneltempo opvolgen en dat er van het ene naar het andere thema wordt ‹gesurft›. Het geheel zou natuurlijk gebaat zijn met wat meer vertraging en een bredere uitwerking van de aangehaalde thema's, maar het boek nodigt in ieder geval uit om verder na te denken over de verhouding van de psychoanalyse ten opzichte van actuele maatschappelijke ontwikkelingen.
De volgende vijf hoofdstukken zijn recht vanuit de psychoanalytische praktijk geschreven met boeiende casuïstiek rond kinderen (Pannevis, Brameijer), adolescenten (Prinsen) en volwassenen (Schnitzler, Bouman). Telkens staan daarbij grenservaringen centraal in de uiteenlopende betekenissen zoals Dirkx die in zijn inleidende beschouwing had opgelijst. Erg lezenswaardige teksten, maar ik miste hierin enigszins de aansluiting bij de opdracht van het boek over psychoanalyse in een nieuwe tijd die nochtans door Dirkx helder was neergezet. Toch heb ik dit boekje met veel plezier gelezen. Het heeft mij zonder meer zin gegeven om verder te gaan lezen over de zaken die hierin werden aangekaart.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden