Trauma en verleiding in Freuds studie over de Rattenman
Samenvatting
Op 17 september 1897 schrijft Freud aan Wilhem Fliess dat hij niet meer in zijn verleidingstheorie van de neurose gelooft (Freud 1986, p. 283). Volgens deze theorie hebben alle psychopathologische stoornissen hun oorsprong in een infantiel seksueel trauma. In de context van deze theorie verklaart Freud het feit dat niet alle kinderen op dezelfde wijze op dit trauma reageren door te verwijzen naar de leeftijd waarop het trauma optreedt (Freud 1986, pp. 217-223). Het opgeven van deze theorie wordt meestal als een cruciaal moment in de ontwikkeling van de freudiaanse psychoanalyse opgevat (Gay 1989, pp. 94-96; Izenberg 1991; Phillips 2014, p. 116). Van nu af aan zou Freud de pathogenese van de neurose met de fantasie en niet met een reëel trauma in verband brengen (Schimek 2011). ‹Fantasie› wordt hierbij geregeld aan ‹oedipale fantasie› gelijkgesteld, ondanks het feit dat de tekstuele evidentie deze interpretatie niet echt ondersteunt (Van Haute & Westerink 2016). Freuds ‹oedipale wending› wordt op deze manier in de periode van zijn zelfanalyse gesitueerd (Kris 1952; Anzieu 1988;). De vervanging van de verleidingstheorie door een oedipale theorie waarin het fantasme als etiologische factor centraal staat, wordt dan gezien als de ware geboorteakte van de psychoanalyse (Kris 1952).
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden