Depressie is menselijk
Samenvatting
Auteur Calmeyn is als psychiater-psychoanalyticus werkzaam in zowel ziekenhuis als eigen praktijk, is geschoold in de filosofie en is lid van de Hoge Gezondheidsraad. Al deze kwaliteiten komen in de tekst van zijn boek naar voren. Het belangrijkste is misschien nog niet genoemd, namelijk dat de schrijver een mens is die zich zorgen maakt over de huidige staat van de psychiatrie en van de samenleving.
Bespreking van
Marc Calmeyn (2021). Depressie is menselijk — Onze donkere kant anders belicht. Kalmthout: Pelckmans. ISBN 9789463372862, 125 pp., € 25,00
In een stijl die afwisselend serieus, alarmerend, geestig en beschouwend is, schetst Calmeyn in korte hoofdstukken zijn visie op wat in essentie ‹depressief zijn› is en wat dit betekent voor de behandeling. Het boek geeft een weerwoord van een ervaren clinicus op de huidige crisis in de geestelijke gezondheidszorg: DSM-hokjesdenken, een toenemende vraag naar professionele zorg, stigmatisering en maatschappelijke uitsluiting van mensen met een psychiatrische diagnose. Kort gezegd is het een pleidooi voor vereenvoudiging, terugkeer naar psychoanalytische uitgangspunten, en voor de herstelbeweging. Pathologie zit in ieder mens en is niet alleen iets voor de professional om aan te pakken. Depressie is een typisch menselijk fenomeen, aldus Calmeyn.
De hoofdstukken worden ingeleid met toepasselijke citaten uit uiteenlopende bronnen, waaronder filosofie, literatuur en popmuziek.
In het eerste hoofdstuk wordt het begrip ‹antropopsychiatrie› geïntroduceerd. De auteur stelt dat het hierbij — in tegenstelling tot bij neuropsychiatrische aandoeningen (bijvoorbeeld dementie), die zowel mens als dier kunnen treffen — gaat om psychisch lijden dat aan mensen is voorbehouden. Een wezenlijk verschil met dieren is dat mensen nadenken, zich vragen stellen over het leven. Alle mensen kennen crises en problemen. Psychopathologie is geen afgeleide van normaliteit; ze vormt het wezen van het mens-zijn (p. 22). Calmeyn haalt hier Freud aan: ‹Gooi je een kristal op de grond, dan breekt het niet willekeurig, maar volgens tevoren bepaalde, onzichtbare breuklijnen. Zulke gekloofde structuren zijn geesteszieken› (1933).
Grondleggers van de antropopsychiatrie zijn de Hongaarse psychiater Szondi (1893-1986) en de Gentse psychiater-psychoanalyticus Schotte (1928-2007). Zij onderscheidden bij de mens vier basispathologieën, te weten de thymopsychopathie, de perversie, de neurose en de psychose. Er liggen vier verschillende gerichtheden (‹vectoren›) aan ten grondslag. Bij psychose is het ‹ik› problematisch (wat is ‹ik›?), bij neurose het ‹jij› (hoe verhoud ik me tot de ander?), bij perversie ‹hij/zij› (de ander is een ding, louter object), en bij thymopsychopathie het ‹het› (de grond van ons leven is ontregeld, er moeten onmiddellijke behoeften gelenigd worden).
Depressie behoort tot de thymopsychopathie. In hoofdstuk 2 en 3 wordt dit verder uitgewerkt. De mens is ingebed in een groter geheel, neemt deel aan de fysieke wereld, in ritmische processen. Deze inbedding zijn we ons ten dele gewaar, maar is deels ook onbewust. De essentiële kenmerken van een depressie vormen een trias: anhormie, anhedonie, en aritmie. Anhormie slaat op het stilvallen van de levensstroom, vertraging en verstarring. Anhedonie wijst op het verlies van plezier. Aritmie is herkenbaar in bijvoorbeeld een verstoorde slaap. Om van een depressie te spreken moeten deze drie kenmerken gelijktijdig, licht of in ernstige mate aanwezig zijn.
In hoofdstuk 4 plaats de auteur deze theorie tegenover de DSM-5, waarin naast somberheid en/of anhedonie nog een aantal symptomen in wisselende samenstelling nodig is om de diagnose depressie te stellen. De antropopsychiatrische visie op depressie zou te prefereren zijn, omdat deze eenduidiger is. Hoofdstuk 5 belicht de evidentie voor het antropopsychiatrische model van depressie. Zo bleken in klinisch onderzoek depressies vastgesteld volgens de DSM-5 niet samen te hangen met afwijkende schildklierwaarden, maar depressies gediagnosticeerd volgens de voornoemde trias wel.
In de wereld van de stemming gaat het onderscheid tussen lichaam en geest niet op. Behandeling moet zowel biologisch als psychosociaal zijn: medicatie waar nodig — bijvoorbeeld bij een melancholie — en in elk geval praten (p. 63). Calmeyn laat zich hierbij uitdrukkelijk leiden door de psychoanalytische praktijk. De basisregel is dat alles ter sprake mag komen (‹praten›). Met praten hoopt men de ander te kunnen beïnvloeden (‹iets te zeggen hebben›). Af en toe lichten momenten op waarin therapeut en patiënt beiden aanvoelen dat er iets belangrijks besproken wordt (‹spreken›); deze momenten brengen verandering teweeg.
Het is in hoofdstuk 6 voor de auteur een logische stap van het psychoanalytisch standpunt dat de patiënt het woord heeft, naar de ontwikkeling inzake ervaringsdeskundigheid. In de antropopsychiatrie is de patiënt geen consument van zorg, maar is behandeling een ontmoeting van mens tot mens, in wie beiden psychopathologie aanwezig is. Hoofdstuk 8 bespreekt de plaats van richtlijnen en protocollen in behandeling. Te strikte toepassing ervan haalt de bezieling en creativiteit uit het werk. De filosoof Heidegger maakte onderscheid tussen het ‹rekenende denken› en het ‹bezonnen nadenken›. Richtlijnen komen uit het eerste voort, zijn resultaatgericht. Bezonnen nadenken gaat over ‹de zin die heerst in alles wat is›, en vergt actieve ontvankelijkheid. In onze huidige samenleving is daar weinig ruimte voor.
Is burn-out een nieuwe vorm van depressie? Er is zeker sprake van anhormie, gebrek aan levensenergie. Lappen we iemand middels een op cognitie en stressregulatie gerichte behandeling op tot het niveau van voor de instorting, dan miskennen we allicht het signaal: toenemende burn-out als seismograaf van onze tijd, aldus Calmeyn. Herstel gaat ook om herziening van je positie in de samenleving. Hij haalt instemmend de principes van de herstelbeweging aan, zoals verwoord door grondlegger Anthony (2009): herstel is een uniek en persoonlijk proces, waarin iemand zijn houding, waarden, gevoelens, doelen, vaardigheden en rollen verandert.
In Japan worden gebroken voorwerpen hersteld door de breuklijnen te bestrijken met natte laklijm waarover goudpoeder wordt gestrooid. ‹Er ontstaan zichtbare littekens, als ode aan het leven en aan het verstrijken van de tijd› (p. 109). Zo eindigt het boek met een synthese tussen de antropopsychiatrie, kunst en de herstelbeweging. Al met al een sympathiek werk, met een licht pamflettistisch karakter. Begrippen uit psychoanalyse, psychiatrie en filosofie worden voldoende uitgelegd om het boek ook voor een leek toegankelijk te laten zijn. Toch lijkt het vooral een hartenkreet aan beroepsgenoten om de ziel van het vak te bewaken in een tijd waarin de geestelijke gezondheid en de ggz onder druk staan.
Literatuur
- Anthony, W.A. & Farkas, M.D. (2009). A primer on the psychiatric rehabiliation proces. Boston: Boston University Center for psychiatric rehabilitation.
- Freud, S. (1933, 2006). Colleges inleiding tot de psychoanalyse — Nieuwe reeks in Sigmund Freud Werken 10. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden