Psychiatrie en film
Samenvatting
Aan de hand van legio voorbeelden zet de Vlaamse psychiater-psychotherapeut Dirk Moons in zijn studie Breekbaar in beeld uiteen hoe de psychiatrische en psychoanalytische wereld in talloze speelfilms vertekend wordt weergegeven. Als geoefend filmkijker begrijpt Moons dat de uitvergrotingen en soms regelrecht karikaturale impressies ingegeven zijn door ‹commerciële vereisten› (p. 77), of door pogingen de ‹spanningsopbouw te vergroten› (p. 43). Maar Moons wil deze uitvluchten niet klakkeloos accepteren. Hij wijst onder meer op George Domino’s beroemde studie waarin studenten na het zien van de veelgeprezen klassieker One flew over the cuckoo’s nest (1975) negatiever over behandelaars en behandelden waren gaan denken. Patiënten worden gepresenteerd als curieuze types die niet buiten de kliniek durven te leven, terwijl de behandelaars hun macht misbruiken om eigenzinnige figuren lam te leggen.
Bespreking van
Dirk Moons (2024). Breekbaar in beeld — Psychiatrie en film in 20 stereotypen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant. ISBN 9789044139532, 204 pp., € 22,-
Als films bijdragen aan een stigmatisering van de behandeling, dan kunnen ze een ‹fundamenteel struikelblok› (p. 186) zijn, zo betoogt Moons. Waarom zou je als hulpbehoevende je heil zoeken bij behandelaren als die vaak worden weergegeven als veredelde kwakzalvers (een ‹Dr. Dippy›), of als seksueel geobsedeerde therapeuten die het met de ethische grenzen niet al te nauw nemen? Moons heeft eveneens moeite met een al te rooskleurig beeld van de therapeut als een Dr. Wonderful die dankzij een uitgesproken engagement dag en nacht klaarstaat, want dat wekt enkel ‹valse hoop› (p. 187). In de praktijk gaat het immers om ‹noeste arbeid› met bescheiden vorderingen (p. 179); een plotselinge doorbraak dankzij een creatieve therapeut is zeldzaam.
Kortom, de primaire insteek van Moons is zijn professie te verdedigen tegen het ‹gebrek aan nuance› in films, met name afkomstig uit Hollywood. Hij verdeelt zijn boek in drie delen. In het eerste deel richt hij zich op de personages die geestelijke zorg ontvangen. Iemand met een mentale stoornis is in (horror)films maar al te vaak een gevaarlijke maniak. Volgens Moons behoort deze aanname tot de kwalijkste van de clichés. Immers, als agressie een teken is van een psychische aandoening, dan depersonaliseren we een crimineel en houden we hem als een ‹monster› op afstand. Andere stereotypen zijn onder meer de bizarre freak en zij die opgevoed zijn door een kille moeder of een tirannieke vader. In het tweede deel bespreekt Moons het beeld van de behandelaar aan de hand van stereotypen, die uiteenlopen van Dr. Evil tot superdetective. Het derde deel is gewijd aan de behandeling, zoals de aanname dat medicatie behandelden tot emotionele zombies maakt, dat patiënten in klinieken gekooide vogels zijn, en dat liefde de ultieme remedie is voor psychische problemen.
Moons’ behartigenswaardige poging om de kloof tussen de cinema en de behandelpraktijk te dichten, brengt echter noodzakelijk offers met zich mee. Zijn favoriete aanpak is om een stereotype te noemen, waarna hij een rijtje titels langsloopt. Zo wordt de film Good Will Hunting (1997) kriskras door het boek heen genoemd. Het gaat over een wiskundig genie (stereotype ‹creatieve visionair›) die slachtoffer is van slecht ouderschap (‹het kind van de rekening›) die behandeld wordt door een knuffelbare therapeut, die als een ‹gewonde heler› zijn kwetsuur openbaart en zo emoties loswrikt bij zijn patiënt en zichzelf (‹de behandelaar als behandelde›). Wellicht zou Breekbaar in beeld handzamer werken als een website. Dan wissel je de lineaire structuur van het boek in voor een databasestructuur. Je klikt op Good Will Hunting en krijgt direct bijeen welke stereotypen erin voorkomen. Nu komen er geregeld zinnetjes voor die dienen als terug- dan wel vooruitwijzing: dit besprak ik eerder of behandel ik later.
Wezenlijker dan dit bescheiden nadeel van de lineaire boekstructuur is de gemiste kans om er een cinefiele publicatie van te maken. Wie zo’n enorm breed scala aan films bespreekt, is zonder meer een fanatieke kijker, maar in dit boek valt Moons nauwelijks op filmliefde te betrappen. Te vaak selecteert hij scènes om enkel uiteen te zetten wat er aan de films mankeert, en negeert hij waaraan de titels hun klassieke status hebben te danken – denk aan Psycho (1960), Als in een donkere spiegel (1961), Annie Hall (1977). Filmische kwaliteit is voor Moons’ studie ondergeschikt aan representatie als zodanig: hij beoordeelt films primair op de adequaatheid waarmee de psychiatrische situaties zijn afgebeeld. Daardoor zijn de schetsen soms wel erg summier. Als hij benoemt hoe in Idioterne (1998) een groep antiburgerlijke volwassenen probeert de eigen ‹innerlijke idioot› te ontdekken, lezen we niet waarom dit experiment tot mislukken gedoemd is.
Moons heeft opvallend veel aandacht voor beroerde filmtitels, simpelweg omdat ze veel stereotypen aantikken, zoals The couch trip (1988), Prozac nation (2001), het Spaanse Inconscientes (2004) en Running with scissors (2006). De soms doldwaze scenariovondsten lezen zonder meer vermakelijk, maar in de filmgeschiedenis zijn dit volstrekt marginale titels, met weinig impact. Desalniettemin stipt Moons zelf aan dat het bereik van een film voor hem wel degelijk van belang is. Als hij positief oordeelt over de onafhankelijke productie Clean, shaven (1993) omdat de kijker een ‹corrigerende ervaring› krijgt, voegt hij eraan toe dat ‹te vrezen› valt dat slechts weinig mensen hem hebben gezien (p. 35).
In diverse hoofdstukken onderscheidt Moons een positieve en een negatieve variant, waarbij het negatieve overheerst. Zodra een positieve variant wordt besproken, gaat dat in de regel gepaard met zinsneden als: het is zoeken ‹naar een naald in een hooiberg› (p. 169); er zijn niettemin ‹witte raven› (p. 74). Maar voor die positieve voorbeelden dienen we vaak ‹wel Hollywood en de Amerikaanse mainstream cinema te verlaten› (p. 177). Het is niet dat Moons genreconventies negeert, maar soms had hij zich wat meer rekenschap mogen geven van het feit dat het komedies eigen is om karikaturen te presenteren. In een komedie kan een uitvergroting juist ook een relativerend effect hebben, maar dat krijgt (te) weinig nadruk in Breekbaar in beeld.
Deze kritische kanttekeningen, die vooral het gevolg zijn van Moons’ keuze om zijn beroepenveld te prevaleren boven cinefilie, laten echter onverlet dat zijn prettig leesbare studie een fraaie staalkaart biedt van de wijze waarop de psychiatrische wereld in films verkleurd wordt weergegeven.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden