Onbehagen
Samenvatting
In de psychoanalytische wereld roept onbehagen onmiddellijk reminiscenties op met Het onbehagen in de cultuur, misschien wel de meest gelezen en gewaardeerde tekst van Freud. ‹Onbehagen› is een enigszins ambigue term die aangeeft dat het niet behaaglijk, vertrouwd of veilig voelt. Er klopt iets niet, maar het is lastig precies te duiden, er een vinger op te leggen. In klimaatterminologie spreekt men wel van ‹onbehagenweer› wanneer de natuur van slag is, doordat het veel harder of langer regent dan normaal of doordat de temperatuur weliswaar behaaglijk is, maar niet past bij de tijd van het jaar. Ook in de Nederlandse psychoanalytische wereld is er veel onbehagen en dat heeft recent geleid tot de oprichting van een ‹nieuwe› Vereniging voor Psychoanalyse (VvP), die nu naast de Nederlandse Psychoanalytische Vereniging (NPaV) als tweede vereniging voor psychoanalyse bestaat.
Het onbehagen kent een lange geschiedenis, die in 2016 tot een einde leek te komen door het samengaan van de destijds drie psychoanalytische verenigingen: de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse (NVPA), opgericht in 1917, het Nederlands Psychoanalytisch Genootschap (NPG), opgericht in 1947, en ten slotte de Nederlandse Psychoanalytische Groep (NPAG), opgericht in 2005 na afsplitsing van de NVPA. In 2016 ontstond na de fusie de Nederlandse Psychoanalytische Vereniging, afgekort NPaV. In het redactioneel van december 2016 werd in dit Tijdschrift uitgebreid aandacht besteed aan dit memorabele gebeuren (Van Blokland e.a. 2016).
Er zijn eerder pogingen gedaan om te komen tot één Nederlandse vereniging. Al sinds de jaren zeventig werd getracht de NVPA en de NPG onder één noemer te brengen, maar persoonlijke tegenstellingen en de alsmaar uitblijvende erkenning bij de International Psychoanalytic Association (IPA) van het NPG als gevolg van het vetorecht van de NVPA stonden dat in de weg. Toen uiteindelijk ook het NPG in 2001 volwaardig component society van de IPA werd kwam een intensievere samenwerking op bestuurlijk en opleidingsniveau weer op de agenda. Ook na het ontstaan van de derde vereniging bleef deze behoefte bestaan. Vrijwel iedereen was het er rond 2010 over eens dat de kwetsbare bankanalyse beter af zou zijn met één vertegenwoordigende pluriforme en inclusieve fusievereniging dan met drie verenigingen, drie besturen, en drie opleidingen; dit alles tegen de achtergrond van een sterke vergrijzing van het ledenbestand. Het werd tijd om de bestaande intensieve en in het algemeen harmonieuze samenwerking onder één dak te laten plaatsvinden. Gedurende enkele jaren werd er intensief onderhandeld over een fusie in de zogenoemde groep van negen, met drie vertegenwoordigers uit elke vereniging. Elke vereniging moest daarbij compromisbereidheid aan de dag leggen, niet blijven vasthouden aan onwrikbare standpunten, maar in staat zijn tot concessies. Thema’s als het aantal sessies per week (vier of vijf), hoeveel controleanalyses (twee of drie), wel of geen psychoanalytische psychotherapie, het eventueel toelaten van niet-BIG-geregistreerde kandidaten tot de opleiding, en de naam van de nieuwe vereniging zijn uitgebreid aan bod gekomen. Met name het NPG heeft gepleit voor meer aandacht voor de psychoanalyse in de periferie, dat wil zeggen, ook activiteiten buiten Amsterdam. De NVPA maakte zich zorgen over de breuk met de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie (NVPP) qua gezamenlijke onderwijs- en opleidingsactiviteiten, en de NPAG had moeite met een psychoanalyse van vier- in plaats van vijfmaal per week. Nadat er overeenstemming was bereikt over het onderwijs- en opleidingsprogramma, het huishoudelijk reglement en de statuten, werd de groep van negen opgeheven en werd het aan de besturen overgelaten om het aanwezige draagvlak in een stemming onder de leden te bevestigen om zo de eigen vereniging te laten opgaan in de NPaV. Toen bleek dat de NPAG, volkomen onverwacht na vier jaar onderhandelen, in meerderheid tegen een fusie stemde, was de teleurstelling groot. De besturen van de NVPA en het NPG besloten de ingeslagen weg naar samengaan te continueren na ook een dringende oproep van de kandidaten om het fusieproces niet te laten stranden. Omdat het leidmotief bij de onderhandelingen ‹één voor allen en allen voor één› was, werd de NPAG de mogelijkheid geboden om een herstemming te organiseren om zich in tweede instantie alsnog voor een fusie te kunnen uitspreken. Dit is uiteindelijk gelukt, zodat de fusievereniging tot ieders opluchting medio 2016 tot stand kwam met een statutaire vestiging in Utrecht en de belangrijkste activiteiten georganiseerd vanuit Amsterdam. Hiermee was de droom van velen werkelijkheid geworden en werd de NPaV door verschillende zusterverenigingen in Europa gefeliciteerd met dit fraaie resultaat.
Zoals in alle literatuur over fusies naar voren komt, kost het echter relatief veel tijd om een nieuwe cultuur te vestigen. Denk bijvoorbeeld aan het CDA, of aan partijen die fuseren maar in de naamgeving aan hun oorsprong vasthouden (PvdA-GroenLinks, Air France-KLM, ABN AMRO enzovoort). Ook vanuit de Zweedse psychoanalytische fusievereniging, die in 2010 ontstond, werden we gewaarschuwd dat het echte fuseren nu pas zou beginnen. Een complicerende factor in ons geval was het gegeven dat de in opleiding zijnde kandidaten de eindtermen van hun oorspronkelijke vereniging mochten hanteren; het is immers lastig om halverwege een traject de spelregels te veranderen. Ook ging het in Nederland om een fusie van drie verenigingen, in plaats van twee.
Terugblikkend lijkt het vasthouden aan de oude bloedgroep een oorzaak voor het onbehagen, met name binnen het smaldeel van de voormalige NPAG. Niet alleen bleek een klein deel van de NPAG in aanvang de meeste moeite te hebben met de fusie, maar het is ook opvallend dat de ‹nieuwe› vereniging VvP voornamelijk of zelfs uitsluitend bestaat uit leden van de voormalige NPAG.
Het blijft echter gissen naar de bestaansgrond van deze nieuwe groep; ze hebben daar zelf nog niets over gezegd. Hoewel tot overleg uitgenodigd, weigeren ze vooralsnog, een halfjaar na hun oprichting, contact met het bestuur van de NPaV. Omdat dit Tijdschrift een traag medium is en dit redactioneel nog geschreven is in 2024, kan de situatie inmiddels veranderd zijn. Wel heeft de VvP een bestuur, staat ze ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en streeft ze naar een formele status in de IPA. Ook wil men graag lid blijven van de NPaV, het zogenaamde dubbel lidmaatschap. Dit maakt de reden van de oprichting nog raadselachtiger, temeer daar men de bestaande kandidaten aanschrijft om over te stappen en bij de VvP de opleiding voort te zetten op basis van een bijgevoegd opleidingsprogramma. Deze kandidaten volgen echter al een opleiding en zijn ingebed in de structuur van de NPaV. Ze krijgen nu nolens volens een keuze en daarmee ook een loyaliteitskwestie opgedrongen. De kardinale vraag is bijgevolg of dit niet moreel laakbaar is, en strijdig met de psychoanalytische bestaansethiek van vertrouwen, veiligheid, containment, continuïteit, voorspelbaarheid en toewijding die van zowel de kandidaat als van de vereniging, het bestuur, de opleiders en leden verwacht mag worden. Dit zou kunnen betekenen dat de VvP in haar morele fundament kwetsbaar is, en als ‹vereniging voor psychoanalyse› bezwaarlijk serieus genomen kan worden.
Eén grote pluriforme vereniging in Nederland gericht op de psychoanalyse waarin verschillende richtingen en stromingen hun thuis zouden kunnen vinden, is voorlopig een illusie gebleken. Een treurige en pijnlijke conclusie, maar passend bij een maatschappelijke trend van onbehagen en polarisatie waarin we niet meer kunnen samenwerken in wat ons bindt, in ‹ver-eniging›, maar waarin we elkaar liever bestrijden. We praktiseren daarmee het narcisme van de kleine verschillen in plaats van de psychoanalyse.
Wijzigingen in de samenstelling van de redactie
De redactie neemt afscheid van Linda Dil. We hebben haar leren kennen als een inventief, origineel, loyaal en hardwerkend redactielid. Zij was verantwoordelijk voor de rubriek Verslagen. Daarnaast was ze lange tijd medeverantwoordelijk voor de veelgelezen en gewaardeerde rubriek Therapeut aan het werk. Ze wist mensen te motiveren om toch maar wel een bijdrage aan het Tijdschrift te leveren en kon daarin niet alleen stimulerend, maar gelukkig ook vasthoudend zijn. De redactie is haar zeer erkentelijk voor haar kunde en inzet voor het Tijdschrift.
De plaats van Linda namens de NVPP wordt ingenomen door Lucas Schalk, psychiater en psychoanalytisch psychotherapeut, werkzaam bij ggz-instelling Arkin-NPI in Amsterdam. Hij heeft redactionele ervaring bij het tijdschrift De Psychiater en zal de rubriek Verslagen verzorgen. Daarnaast komt Chiara Staal ons als gastredacteur versterken. Zij is gz-psycholoog in opleiding en zal zich gaan bezighouden met sociale media, de website en digitale communicatie. Zij was tot voor kort redactielid bij het tijdschrift De Psycholoog en heeft samen met Joan Davidson de podcastserie Morgen verder gemaakt, waarin verschillende psychoanalytici geïnterviewd worden. We wensen Chiara en Lucas veel succes met hun werk in de redactie.
Literatuur
- Blokland, A. van, Bögels, G., Hollander, T. den & Niers, P. (2016). Over de fusie van de drie Nederlandse psychoanalytische verenigingen. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 22(4), 241-243.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden