Opmerkingen naar aanleiding van stellingen van Verhaeghe
Samenvatting
Met belangstelling en waardering heb ik kennis genomen van het artikel van Paul Verhaeghe. Hij stelt fundamentele vragen aan de orde over de psychoanalytische theorie en praktijk en opent daarmee een discussie die ik met genoegen aanga. Ik hoop dat mijn kritische reacties zullen worden opgevat als een blijk van betrokkenheid bij de door hem geschetste horizonten.
Stelling 1. De psychoanalyse is onmogelijk omdat ze de analyticus verplicht een positie in te nemen die onmogelijk vol te houden is: die van de meesterfiguur, immers, de analyticus wordt door de analysant in de plaats van diens Ik-ideaal geplaatst. Verhaeghe meent weliswaar dat het mogelijk is, door middel van overdrachtsanalyse, de analysant voorbij de afhankelijkheid van de analyticus als meester te brengen, maar daardoor zou de analyticus de stoel onder zijn eigen zitvlak vandaan trekken en de analyse als praktijk opheffen. Ik zou denken dat de analyticus er goed aan doet consequent op de stoel te blijven zitten die hem past: die van een gids die voorheen vele landen verkend heeft maar het specifieke land dat hij samen met de analysant aan het verkennen is, niet kent. Hij doet er verstandig aan daarbij niet verder dan een paar passen voor de analysant uit te lopen, en zo lang als nodig te verdragen dat de analysant hem in diens subjectieve beleving op de stoel der idealisering zet.
Stelling 2. Psychoanalyse leidt tot individualisering door een context te bieden waarin het subject los kan komen van een identificatie met de Ander en diens geboden en verboden, waardoor hij eigen antwoorden kan formuleren. Het effect daarvan is autonomie. Verhaeghe meent dat de keerzijde daarvan eenzaamheid is in combinatie met de verplichting keuzes te maken. Ik zou denken dat een geslaagde psychoanalyse leidt tot autonome gehechtheid, dat wil zeggen, autonomie én gehechtheid, want autonomie zonder gehechtheid stelt al even weinig voor als gehechtheid zonder autonomie (om niet te spreken van gebrek aan beide). En dat brengt niet de verplichting maar de vrijheid om zelf keuzes te maken met zich mee. In dat opzicht is psychoanalyse emancipatoir.
Stelling 3. De limiet van psychoanalyse is poëzie. Verhaeghe gebruikt hier een metafoor: je eigen antwoorden en oplossingen uitdokteren betekent zelf iets construeren met voorhanden symbolisch materiaal, zoals poëzie doet met woorden. Hij ziet psychoanalyse, net als kunst, als een tot mislukking gedoemde poging om datgene vorm te geven wat ons drijft, elke uitleg of interpretatie maakt het kapot. Ik onderschat niet het creatieve (misschien beter: co-creatieve) aspect van een psychoanalyse (of van een voetbalmatch), maar toch houd ik het liever bij de metaforen van de wetenschap en volg daarbij Freud: ‹[psychoanalyse is] een op duiding van empirische gegevens gebaseerde wetenschap› (1914, p. 333). ‹Als een specialisme, als tak van de psychologie — dieptepsychologie of psychologie van het onbewuste — is ze totaal ongeschikt om een eigen wereldbeschouwing te vormen, ze moet die van de wetenschap adapteren› (1933, p. 211). ‹De psychoanalyse is, denk ik, niet in staat een eigen wereldbeschouwing te scheppen. Ze heeft daaraan geen behoefte, ze is zelf wetenschap en kan zich bij de wetenschappelijke wereldbeschouwing aansluiten› (1933, p. 232).
Wellicht ten overvloede: wetenschap is breder en dieper dan wat thans natuurwetenschap heet.
Stelling 4. Een psychoanalyse kan niet zonder een psychotherapie. Verhaeghe bedoelt hiermee dat iedere psychoanalyse — onvermijdelijk — begint met een relatie die gekleurd is door nog niet geanalyseerde overdrachtsfenomenen. Die fase noemt hij blijkbaar ‹psychotherapie›. De analyticus kan twee fouten maken: die positie weigeren, of geloven dat hij die positie ten volle waarmaakt. De ‹juiste› oplossing is (alweer!) de duiding van de overdracht. Ik denk: waar blijft, naast de duiding, de ‹stille kracht› van de psychoanalyse, namelijk het oordeelkundig bevredigen van ontwikkelingsbehoeften waarmee in de vroege jeugd inadequaat is omgegaan, met als gevolg dat ze in hun archaïsche vorm zijn blijven voortbestaan en in de primaire aspecten van de therapeutische relatie naar voren komen? Het lijkt me dat Verhaeghe zich hier manifesteert als een vertegenwoordiger van de klassieke psychoanalytische opvattingen, verholen in lacaniaanse terminologie. Daar is op zich niets op tegen, maar het bestaan mag worden vermeld van postklassieke opvattingen (ontwikkelingspathologie naast conflictpathologie, ontwikkelingsbehoeften naast seksualiteit en agressie).
Stelling 5. als een psychoanalyse werkt, geneest ze niet, en als ze geneest, werkt ze niet. Verhaeghe stelt dat de psychoanalyse de ambitie heeft om het subject te ondervragen over zijn afhankelijkheid van de Ander en dus de mogelijkheid te openen om daar een eigen plaats in te vinden. Hij meent dat dit voorbij het therapeutisch-genezende ligt. Ik meen dat het hier om een semantische kwestie gaat. Wanneer iemand niet in staat is een eigen plaats te vinden ten aanzien van de Ander, dan is dat in de gebruikelijke medische zin geen ‹ziekte› die om ‹genezing› vraagt. Maar er is wel met die persoon iets aan de hand dat aanleiding geeft tot leed, zijn functioneren en de kwaliteit van zijn leven aantast. Er is dus iets dat (soms) anders en beter kan. Ik noem dat ‹klinisch relevante persoonlijkheidsproblematiek› (ik voeg de specificatie ‹klinisch relevant› toe want iedereen vertoont persoonlijkheidsproblematiek). Daarmee ontken ik niet dat er van alles aan de hand is met de sociale omgeving waarin die persoon leeft, maar dat is niet de focus van mijn interventie wanneer ik aan psychoanalyse doe.
Stelling 6. het prototype van een psychoanalyse is een vrouw die de man voor vragen stelt. Verhaeghe heeft het hier over mannen en vrouwen. Ik zou het liever hebben over wat we, terecht of niet, ‹mannelijk› en ‹vrouwelijk› noemen, en daarbij in herinnering willen roepen wat Freud de kern van de neurose noemde, zowel bij mannen als bij vrouwen: die ‹Ablehnung der Weiblichkeit› oftewel ‹de afwijzing van de vrouwelijkheid› (1937, p. 303).
Literatuur
- Freud, S. (1917). Ter introductie van het narcisme. Werken 6 (p. 329-355). Amsterdam: Boom.
- Freud, S. (1933 [1932]). Colleges inleiding tot de psychoanalyse — Nieuwe reeks; College XXXV: Over een wereldbeschouwing. Werken 10 (p. 211-232). Amsterdam: Boom.
- Freud, S. (1937). De eindige en de oneindige analyse. Werken 10 (p. 270-305). Amsterdam: Boom.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden