De gedeseksualiseerde psychoanalyse
Samenvatting
Het themanummer bracht intrigerend materiaal, zeker waar het de onthulling van het vrouwelijk geheim betreft, alsmede de tendens van de seksualiteit buiten de oevers van een benauwend geworden territoir te treden. Zowel de dierenwereld als het cultureel verinnerlijkte incestverbod bij ons mensen laat dit zien. En in de vroegste levensfasen valt na de symbiotische ‹smiling response› ook een separatieve identificatievorm te bespeuren, zij het minder opvallend, waarbij het kind zich van de moeder afwendt en zich reeds mogelijkheden openbaren om zich via een eigen structuur de vervreemdende buitenwereld ooit voor een deel eigen te maken. Ik stel mij daarbij voor dat een moeder meent te zien dat haar kindje lacht of zich wegdraait en zij in haar enthousiasme teruglacht, maar zich ook, bijvoorbeeld uit onzekerheid, kan afwenden, waarna het kind zich via deze omweg met haar en dus met het eigen gedrag identificeert. Leerprocessen komen op gang op basis van aanleg of dispositie.
Reactie op
Themanummer seksualiteit, 2011-4
In de praktijk vind ik de symbiotische en separatiethematiek telkens terug in de ambivalentie tegenover de moeder. De analysant idealiseert de analyticus en moeder heeft de slechte opvoeding op haar geweten, tot de analyticus in de gaten krijgt dat de analysant zich in veel opzichten net zo gedraagt als zijn of haar eigen moeder zich volgens de analysant gedroeg.
Aldus wordt de geheime symbiose door de separatie in stand gehouden en ontkend. Later worden de scherpe kantjes van de moeder meestal gerelativeerd en sympathieker gemaakt. Een voorbeeld: mijn moeder was lui maar ook een beetje artistiek. En ik kan nu mooie muziek maken, en ben voor sommigen wel een beetje lui. Toch — in a nutshell natuurlijk — wel een aardig analytisch resultaat.
Wat heeft dit nog met seksualiteit te maken? Zo'n veertig jaar geleden alweer viel het mij op dat therapeutische gesprekken zo gewoontjes toegingen. Analysen waren toen allang taaie weerstandsanalysen en Ik-psychologie, leerde ik. Als de weerstanden worden opgehelderd kan iemand zelf uitzoeken wat hij of zij met zijn of haar seksleven doet. Er werden veel homoseksuele mannen naar mij als mannelijk therapeut verwezen. Het ging vrijwel nooit over de seksuele keuze. Die werd vanzelfsprekend geacht. Altijd ging het over relaties, en als therapeut kon je proberen de actuele details te herleiden naar vroeger. Om kort te gaan: verinnerlijkte objectrelaties, zoals die voortkomen uit identificaties, als betrof het een belangrijk volginstinct, blijken meer te zeggen over de actualiteit en het emotionele verleden dan de seksuele theorie met haar drie ontwikkelingsfasen.
In het begin van de psychoanalyse was de seksuele theorie natuurlijk een openbaring. Via de seksualiteit werden de regressieve lagen herleid naar die van een seksuele ontwikkeling in de vroege kindertijd. En het onbewuste werd teruggebracht tot één systeem. Onbewuste processen en de topiek van onbewuste voorstellingen worden al in de opvatting over narcisme toegepast in een kader van verinnerlijkte objectrelaties (Freuds reservoirtheorie).
De overdracht is mijns inziens het duidelijkste voorbeeld. Het emotionele verleden wordt geactualiseerd. Niet at random waar het zich min of meer toevallig voordoet, maar specifiek in de objectrelatie tussen patiënt en therapeut.
Of het vinden van een individuele symbiotisch-separatieve kern de essentie is van een veranderingsproces waag ik te betwijfelen. De convergentie naar de symbiotische objectrelatie met de moeder en de divergentie naar het netwerk van actuele objectrelaties (E. Kris, zij het in een iets ander jasje maar in wezen niet verschillend) komen in grote lijnen — voorlopig als metafoor — overeen met het neurofysiologische gegeven dat zenuwcellen zich na het eerste levensjaar niet meer vermenigvuldigen, maar hun onderlinge verbindingen levenslang kunnen uitbreiden en beperken (sprouting).
Het transito-verkeer tussen heden en verleden met daarin centraal de betekenis van de persoonsoriëntaties dringt het primaat van de seksualiteit weg uit het analytische proces. Anderzijds blijft de seksualiteit in de actualiteit van het gevoelsleven volop aanwezig. Het gaat in ons werk en gedachtegoed kennelijk steeds meer om wijzigingen van accenten. Dit heeft tot gevolg dat we steeds meer toegroeien naar de patiënt met diens actuele emotionele problematiek.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden