Uitnodiging tot de psychoanalytische dans
Samenvatting
Wat doe je als analyticus in de kennismakingsgesprekken met een potentiële analysant en hoe valt er te denken over de ingewikkelde problematiek van wat traditioneel ‹de indicatiestelling› heet? Dit terrein, eigenlijk een vak apart, kent constante maar ook veranderende opvattingen over de analytische houding en de belangrijke andere aspecten van deze eerste contacten. Een kleurrijk palet van de relevante ingrediënten van de ‹intake› wordt gepresenteerd in Initiating psychoanalysis. Het is een lijvig boek van negentien hoofdstukken, voorzien van een index en een voorwoord, uitgegeven in de ‹Teaching series› van de New Library of Psychoanalysis. Letterlijke vertaling van de titel: ‹Psychoanalyse initiëren›. Ik zocht dit even op in Van Dale: inleiden, inwijden, invoeren. De teneur van het boek wordt hiermee goed gekarakteriseerd. Het is een pleidooi om de mogelijke analysant iets te laten ervaren van wat een psychoanalytische manier van werken inhoudt. Het betekent dus een vorm van ‹inwijding› en tevens een inleiding op een psychoanalyse.
Bespreking van
Bernard Reith, Sven Lagerlöf, Penelope Crick, Mette Møller & Elisabeth Skale (red.) (2012). Initiating Psychoanalysis — Perspectives. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 55498 5, 359 + xvii pp., £ 24,99
De diverse hoofdstukken zijn gewijd aan de vele facetten van de indicatiestelling, in wat soms <first interviews>, soms <consultation> dan wel <investigation> genoemd wordt. Ze zijn gegroepeerd rondom een aantal klassieke artikelen. Om er enkele te noemen: Freuds Katharina (uit de Studien über Hysterie, 1893), gevolgd door Argelanders commentaar daarop, met zijn bekende begrip van de ‹scenische informatie›, Klaubers Personal attitudes to psychoanalytic consultation uit 1972, Dantlgrabers Observations on the subjective indication for psychoanalysis van 1982, Ogdens Comments on transference and countertransference in the initial analytic meeting uit 1992 en Rothsteins A perspective on doing a consultation and making the recommendation of analysis to a prospective analysand, gepubliceerd in 1994. Antonino Ferro en Rudi Vermote zijn apart uitgenodigd een hoofdstuk te schrijven. Deze en andere teksten zijn voorzien van inleidingen en commentaren, meestal geschreven door de vijf redacteuren.
Het boek is ontstaan in de Working Party on Initiating Psychoanalysis van de EPF, die in maart van dit jaar haar congres in Parijs aan dit onderwerp heeft besteed. Deze werkgroep bestudeert de gang van zaken in de eerste gesprekken en bespreekt regelmatig klinisch werk en relevante literatuur. Deze literatuur is nu dus gebundeld, met als uitgangspunt dat de selectie van patiënten tot het verleden behoort. De nadruk dient in deze fase te liggen op de rol van de analyticus en op het op gang brengen van een psychoanalytisch proces, zowel in die eerste gesprekken als in een eventueel voorafgaande psychotherapie en zowel in een instituutssetting als in een particuliere praktijk.
Er waren diverse motieven voor dit initiatief. Niet alleen het feit dat praktijken leeglopen, maar ook de vraag hoe in het nieuwe millennium de indicatiestellingsproblematiek moet worden opgevat was een uitgangspunt. Welke bewuste en onbewuste overdrachten en tegenoverdrachten spelen een rol in zo'n eerste fase? Gezien de verschuiving in de opvattingen over de analyticus in de behandeling en de toegenomen aandacht voor diens onbewuste aandeel was het ook te verwachten dat er meer aandacht zou komen voor de houding en participatie van de analyticus in de kennismakingsfase. Termen als <assessment> en <analysability> of <suitability> worden in dit boek ongeschikt bevonden voor het onderzoek naar de vraag hoe beiden in staat zijn to face the storm, om een uitdrukking van Bion te gebruiken, waar Vermote in een lucide laatste hoofdstuk kernachtig naar verwijst.
Wat vond ik bij (her)lezing de aardigste of interessantste hoofdstukken? We hebben indertijd in onze opleidingen veel van de hier verzamelde literatuur gebruikt. Klaubers opvattingen blijken nog altijd veel steun te vinden, onder andere in Bolognini's poëtische artikel dat in 2006 in de International Journal is gepubliceerd. Het gaat daarin onder meer over de innerlijke houding waarmee de analyticus de patiënt tegemoet treedt. Eenzelfde aspect is te vinden in het uitstekende door Alain Gibeault ingeleide artikel van Christian David uit 1998: In what frame of mind should the first interview be approached? Er zijn nogal wat Franse bijdragen. Heel lezenswaardig vond ik het interview met de zeer ervaren Jean-Luc Donnet en Michel de M'Uzan. Ook Ferro brengt met beeldende casuïstiek zijn manier van werken duidelijk voor het voetlicht.
Daarnaast is het meer self-disclosure-achtige gedeelte van dit boek interessant en ook relevant in een tijd waarin defaitisme over de toekomst van de psychoanalyse snel de kop op steekt. Dat er geen analysepatiënten meer zouden zijn kan aan allerlei culturele en socio-economische factoren worden toegeschreven, maar de weerstand van analytici zélf tegen het beginnen met een analyse is volgens sommige auteurs evenzeer een bepalende factor. Dit is mooi verwoord in de hoofdstukken van Quinodoz en Ehrlich, respectievelijk Wise enough to dare to be mad at times (uit 2001) en The analyst's reluctance to begin a new analysis (uit 2004).
Met een boek als dit ligt altijd het gevaar op de loer dat het een verbrokkelde indruk maakt of dat men in herhalingen vervalt. De vele verbindende teksten ondervangen dat en leveren de lijm voor de qua inhoud en stijl heterogene hoofdstukken. Is er helemaal geen kritiek mogelijk? Jawel. Door het benadrukken van de rol van de analyticus verdwijnt in dit boek de genuanceerde psychoanalytische diagnostiek naar de achtergrond. Natuurlijk is op dit terrein de beoordeling subjectief, maar het ingewikkelde samenspel van factoren bij twee individuen vraagt — in het belang van de patiënt — om een uitgebalanceerde taxatie van de noodzaak en wenselijkheid van een analyse en erkenning van het belang van de matching. De sporadische verwijzingen daarnaar hadden wat mij betreft wel wat uitvoeriger mogen zijn.
In de huidige Nederlandse situatie leunt men al snel op protocollen en cijfers die de schijn van objectiviteit wekken. Daarom is er enige urgentie voor kandidaten om uitgebreider zelf te leren indiceren en het klinische Fingerspitzengefühl te ontwikkelen voor de vele dilemma's en valkuilen in de beginfase van het contact. Dit gedegen gecomponeerde boek kan daarbij helpen omdat het behartigenswaardige visies geeft op de aspecten die van beslissende betekenis zijn voor het ‹invoeren› van de patiënt in de analyse. Het accent ligt op de onbewuste dynamiek in deze eerste gesprekken. Hiermee in contact zijn, erover kunnen reflecteren en dat in een voor de patiënt op dat moment bruikbare versie kunnen verwoorden lijken me van wezenlijk belang voor degenen die serieus een eigen praktijk met psychoanalyses nastreven.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden