Antwoord van Abe Geldhof
Samenvatting
Graag dank ik Antoine Mooij voor de attente lectuur van mijn artikel over Louis Althusser. Ik kan zijn opmerkingen over de notie van de ontoerekeningsvatbaarheid alleen beamen. Mijn stuk over Althusser zou echter belast worden met dramatische termen als het ‹monddood maken› en het opleggen van ‹de grafsteen van het zwijgen› middels een ontoerekeningsvatbaarverklaring, waarmee deze notie in diskrediet gebracht wordt. Nu moet wel duidelijk zijn dat dit niet mijn woorden zijn, maar van Althusser zelf. Hijzelf benoemt het effect van het ontoerekeningsvatbaar verklaard worden op deze manier. Ik heb zijn betekenaars dan ook zonder enige modificatie overgenomen.
De vraag die een analyticus, misschien wel in tegenstelling tot de gerechtspsychiater, zich dan stelt is niet of dit de waarheid van het gerechtssysteem uitmaakt, maar met welk reële, met welke onmogelijkheid het subject geconfronteerd wordt. Wat ik wenste te benadrukken in de analyse van Althussers moord op zijn vrouw is dus niet het eventuele probleem dat de notie van de ontoerekeningsvatbaarheid en de hele bijhorende gerechtelijke procedure met zich meebrengt, maar de verhouding die Althusser als subject tot de notie van de ontoerekeningsvatbaarheid inneemt. Net zo is het uiteindelijk van weinig belang te weten of hij nu psychotisch was dan wel ‹borderline›, een diagnose die ik vanuit lacaniaans perspectief nooit gebruik. Deze universele categorieën gaan tenslotte voorbij aan het singuliere van Althusser.
Iemand ontoerekeningsvatbaar verklaren betekent op zich inderdaad niet dat de persoon in kwestie monddood gemaakt wordt, zoals Antoine Mooij terecht opmerkt, maar het blijft een feit dat dit in de beleving van Althusser zo was. Dat we in het beste van alle mogelijke gerechtelijke systemen leven zal niemand betwisten, maar dat neemt niet weg dat voor Althusser de betekenaar ‹ontoerekeningsvatbaar› een verstenend effect heeft gehad. In zijn subjectieve logica was het een veroordeling. Mijn hele interventie diende dan ook om te wijzen op enerzijds de moed en anderzijds ook de dwingende noodzaak die Althusser ertoe heeft gebracht rekenschap af te leggen van een enigma, en op de noodzaak een bestemming te vinden voor zijn getuigenis wanneer hij in alle ernst vraagt verantwoordelijk gesteld te worden voor zijn daden.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden