Het NVPA-lustrum: een terugblik
Samenvatting
Het negentiende lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse, dat op vrijdagmiddag 9 november onder grote belangstelling in De Bazel in Amsterdam gehouden werd, droeg de titel Herinneren, onderzoeken en opstaan. Deze feestelijke bijeenkomst heeft zich inderdaad voornamelijk beziggehouden met de herinnering, en daar was een goede reden voor. De ochtend van dezelfde dag had de Vereniging een contract getekend met het in De Bazel gevestigde Amsterdamse stadsarchief. Dankzij de inspanningen van velen — en de hulp van de Psychoanalytische Fondsen — zal deze dienst voortaan zorg dragen voor het archief van de Vereniging dat in de achterkamers van het Olympiaplein het risico liep te verkommeren. Nu zijn deze papieren vakkundig geïnventariseerd en is het meeste ervan voor het publiek toegankelijk. Vooral dát heuglijke gebeuren werd deze middag gevierd, onder meer met het tonen van enkele topstukken uit de eerste jaren van de Vereniging. Ook werd het aantrekkelijk verzorgde programma van deze dag opgeluisterd door foto's uit die tijd, onder meer van de eerste voorzitter van de NVPA, A. van Renterghem. Yteke Hettinga, voorzitter van de archiefcommissie, en Lydia Hagoort, die als historica de afgelopen jaren het leeuwendeel van de archivarische werkzaamheden heeft verricht, brachten met gepaste trots verslag uit van dit proces, waarmee het verleden van de Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse eindelijk normaal toegankelijk wordt voor wetenschappelijk onderzoek.
Verslag van
Herinneren, onderzoeken en opstaan [Amsterdam, 9 november 2012]
Een ander belangrijk moment deze middag was de presentatie van Sigmund Freud — Brieven aan Jeanne Lampl-de Groot, waarmee niet alleen Freud maar ook een van de meest bekende en spraakmakende figuren in de geschiedenis van de Vereniging nog eens voor het voetlicht werd gebracht. Gertie Bögels, die deze uitgave fraai verzorgd heeft, betreurde het uiteraard dat de brieven van mevrouw Lampl aan Freud — ze moesten beiden in 1938 Wenen ontvluchten — verloren zijn gegaan. Ze constateerde dat Freud in deze correspondentie vaak de nadruk legt op het voorstellingsvermogen en de verbeelding van analysant en analyticus, en op de rol die literatuur heeft gehad en nog heeft voor de analyse. Zij bood aan een van de dochters van mevrouw Lampl, Edith Berkovitch-Lampl, het eerste exemplaar van haar boek aan. In haar dankwoordje bleek Edith Lampl zich nog levendig te herinneren hoe zij ooit als kind in Wenen op de knieën van ‹Herr Professor Freud› had mogen zitten.
Na de pauze vertoonde Wouter Gomperts twee onder zijn toezicht gemaakte films waarin door patiënten verslag wordt gedaan van hun analyses: geslaagde analyses, zoals zij beiden in heldere taal en vanuit eigen, persoonlijke ervaring vertelden. Het zijn documenten die als voorlichting bedoeld zijn voor geïnteresseerde buitenstaanders, een welkome aanvulling op het veelal theoretisch gekleurde materiaal waarmee kandidaten voor een analyse zich veelal tevreden moeten stellen.
De middag werd in stijl afgesloten met een lezing waarin de herinnering centraal stond. Aan Toni Ladan was gevraagd zijn ideeën over het ‹impliciete geheugen› opnieuw uiteen te zetten. Het bestaan van dit woordloze geheugen, dat stamt uit de eerste kinderjaren waarin nog niet gesproken maar alleen gehandeld wordt, stelt met name Freuds theorieën over overdracht en verdringing in een ander daglicht. Overdracht heeft immers vaak te maken met impliciete, woordloze patronen, die heel vroeg in de kindertijd ontstaan zijn. Deze maken weliswaar deel uit van het zelfbeeld maar bewustzijn en taal kunnen er slechts langs omwegen van observatie vat op krijgen. In een analyse zijn juist deze veelal onbewuste patronen vaak resistenter dan overdrachtsverschijnselen die ontstaan zijn na het vierde jaar binnen een bewustzijn dat door taal gesteund werd. Deze laatste lezing maakte op haar wijze duidelijk dat herinnering vóór alles een daad van verbeelding is, van beelden dus voordat daar woorden bij gevonden worden.
Er werd op deze middag wellicht te weinig gesproken over plannen voor de onzekere toekomst waar de psychoanalyse mee worstelt. Maar het volgende, twintigste lustrum zal tevens de honderdste verjaardag van de Vereniging vieren: gelegenheid bij uitstek om de Toekomst hoog in het vaandel te plaatsen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden