Over het vernieuwen van de opleiding tot psychoanalyticus
Samenvatting
Ladan houdt in zijn bijdrage een pleidooi voor een universitaire opleiding op masterniveau die voltijds plaatsvindt en aandacht schenkt aan empirisch onderzoek. Het organiseren van de opleiding op een academisch niveau zou de samenwerking met naburige wetenschappelijke disciplines vergemakkelijken. Op die manier zou de psychoanalyse als beroep verankerd kunnen worden in de reguliere gezondheidszorg. De opleiding tot het beroep van psychoanalyticus zou dan automatisch ook de opleiding tot psychoanalytisch psychotherapeut inhouden. Ladan bepleit een afschaffing van de opleidingscommissies en stelt de oprichting van een Consilium Psychoanalyticum voor. Zijn kritiek richt zich vooral op de Nederlandse situatie met drie rivaliserende verenigingen die alle hun opleiding baseren op het Eitingon-model. Het model dat Ladan voorstelt, lijkt enigszins op de in Vlaanderen bestaande postgraduaatopleiding in de psychoanalytische psychotherapie, die universitair georganiseerd wordt maar een deeltijdkarakter heeft. Het verschil tussen dit postgraduaat en de opleiding bij de Belgische Vereniging voor Psychoanalyse ligt vooral in de eigen psychoanalyse, die in de opleiding tot psychoanalyticus de spil vormt. Ik vraag me af welke plaats Ladan inruimt voor de eigen psychoanalyse (therapeutisch, didactisch) in zijn opleidingsvoorstel en hoe deze georganiseerd wordt. Welke student kan de eigen opleidingsanalyse betalen? In een universitair georganiseerde opleiding worden de theorie en de onderzoeksmethodologie wellicht beter onderwezen, maar hoe moet dat met kerncomponenten als de eigen psychoanalyse en de supervisies?
Onbeperkt toegang tot het online archief?
Wilt u dit artikel en alle andere artikelen in het archief onbeperkt kunnen lezen?
Log in of neem een abonnement.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden