Seksualiteit als relatievorm, niet als drift
Samenvatting
De auteur van Sex in psychotherapy, Lawrence E. Hedges, is psycholoog-psychoanalyticus met een privépraktijk in Californië, maar bovenal is hij directeur van het Listening Perspectives Study Center. Hij bestudeerde gedurende tientallen jaren de diverse manieren van luisteren van psychotherapeuten naar hun cliënten. In verschillende boeken en artikels betoogde hij dat het cruciaal is voor de therapeut om luisterperspectief en wijze van interpreteren soms aan te passen: reeds in 1983 kwam zijn eerste boek, getiteld Listening perspectives in psychotherapy uit. Daarbij gaat de schrijver geen enkel onderwerp over overdracht en tegenoverdracht uit de weg, zelfs al is het beladen, zoals seks in de psychotherapeutische setting.
Bespreking van
Lawrence E. Hedges (2011). Sex in psychotherapy — Sexuality, passion, love and desire in the therapeutic encounter. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 87352 9, 234 pp., £ 21,99
Ik denk dat het heel wat moed gevergd heeft om de zeer persoonlijke opvattingen over seks, ervaringen met seks, fantasieën over seks en invloed van seks in psychotherapie op deze indringende wijze bespreekbaar te maken onder collega-therapeuten, supervisanten, intervisanten … Het zijn echter wel deze openheid en eerlijkheid van de psychotherapeuten, natuurlijk enkel mogelijk binnen een respectvolle relatie met de supervisor, die — meer dan de overigens interessante theoretische benaderingen — bijblijven van dit boek.
In een eerste deel beschouwt de schrijver in een dertigtal bladzijden seks, seksualiteit, gender en genderidentiteit vanuit verschillende perspectieven (onder andere dat van de biologie, de religie, de persoonlijke identiteit, het mimetisme, trauma en transgeneratie en intersubjectiviteit) om ten slotte tot zijn eigen ‹Relatedness Listening Perspectives Approach› te komen. Hedges gaat uit van vier algemene, toenemend complexe relatievormen om naar mensen in psychotherapie te luisteren: allereerst de organiserende ervaring voor de meest primitieve problematiek, vervolgens de symbiotische ervaring voor een ontwikkelingsstoornis op het preoedipale niveau, daarna komt de zelf-anderervaring op weg naar de oedipale fase en ten slotte de onafhankelijke ervaring naar een volwassen oedipaliteit. Deze vier verschillende relationele kaders — of zelf-en-anderluisterperspectieven — zijn ook metaforen voor het ontwikkelingsmoment van de cliënt. Het gaat in feite over de geïnternaliseerde relatiepatronen van de cliënt. Deze hebben een directe verbinding met overdracht en tegenoverdracht (de subjectieve, intrapsychische wereld van cliënt en therapeut) en kunnen daardoor ook tot transformatie in de relatie leiden indien wederzijdse overgave mogelijk wordt.
Als hoofdschotel van het boek serveert Hedges een gerecht van vijfentwintig verslagen van therapeutische ontmoetingen van gerenommeerde psychoanalytisch psychotherapeuten zoals Searles, Ogden, Orbach, Kernberg, McDougall. Hij organiseert deze gevalsstudies volgens zijn vier luisterperspectieven.
Het eerste perspectief is dat van de ‹persoonlijkheid in organisatie› en is gericht op de meest primitieve vormen van zoeken naar een primaire verwantschap. Aan de hand van ‹ontmaskerende› verslagen over tegenoverdrachtelijke gevoelens van seksuele opwinding, erotische fantasieën en de daaropvolgende gevoelens van schaamte, schuld of frustratie opent Hedges discussies over onthullingen van de therapeut aan zijn cliënt. De vraag blijft welk soort openheid opportuun is en in welke omstandigheden. Hij pleit voor het maken door de therapeut van een mentale — psychoanalytische — shift van wat ‹er echt is› naar wat er zich in het intersubjectieve veld afspeelt door wederzijdse beïnvloedingen. De klinische vignetten illustreren hoe seksualiteit — die beleefd wordt in de organiserende ervaring van een therapie met patiënten met psychische, vaak psychotische, stoornissen in de vroegste lagen van de persoonlijkheid — gehanteerd kan worden. In dit deel vinden we namen als Ogden en Searles.
De vroege moeder-kindbinding zoals die ontstaat in de eerste maanden wordt door Hedges op therapeutisch vlak het ‹luisterperspectief voor symbiose en separatie› genoemd. Hier dient de therapeut vooral te luisteren naar signalen van wederzijds afhankelijke ervaringen, van wederkerigheid in de therapeutische relatie. De emotionele tegenoverdrachtservaringen met borderline- en karakterstoornissen worden aan de hand van klinische verslagen van Rosiello, Orbach, Mitchell en Gorkin met ons gedeeld. Het gaat hier over verkrachting, sadisme en genderidentiteitsproblemen.
De ontwikkeling van de seksuele identiteit, het analytische gebruik van het seksuele verlangen, het doorwerken van angst voor passiviteit, censuur van de vader zijn thema's die in het derde ontwikkelingsperspectief van Hedges thuishoren: ‹het zich ontwikkelende zelf vanuit zelf-anderervaring›. Hier zien we vooral narcistische problematiek waarbij de therapeut zich empathisch dient af te stemmen op de zelf-ervaringen en zelf-anderontmoetingen van de cliënt zoals onder anderen Lewes, Corbitt en Wittkin-Sasso dat beschrijven.
Het meest geavanceerde luisterperspectief is het ‹onafhankelijk in relatie zijn›, dat slechts mogelijk is vanuit een standvastig zelf met loyaliteit aan de ander. Kernbergs Liefde in de analytische setting en McDougalls Homo-erotische stimulatie in de tegenoverdracht tonen hoe het mogelijk maken van concurrerende en coöperatieve driehoeksverhoudingen met echte en gefantaseerde derde partijen in de therapie de cliënt kan helpen om onafhankelijker in een relatie te stappen.
Het laatste deel van het boek wordt besteed aan drie uitgebreide gevalsstudies die Eros in de overdracht, Eros in de weerstand en Eros in de tegenoverdracht illustreren vanuit het concept van het juiste luisterperspectief volgens Hedges' eigen ervaringen. Hij legt uit hoe de therapeut de intense gevoelens van opwinding die door een sterk erotische overdracht soms worden opgewekt kan begrijpen en ermee kan werken. Vervolgens bespreekt hij seksuele gevoelens die weerstand opwekken bij de therapeut, en die hij kan doorbreken door therapeutisch te werken met zelfonthullingen. Dit houdt spreken over de tegenoverdracht in, wat de permanente waakzaamheid en zelfcontrole vereist die de basis vormen van het analytische kader. De vrijheid en openheid ervaren om met de tegenoverdracht te kunnen werken is voor Hedges de ‹koninklijke weg› om naar een ervaring van samensmelting te gaan en van daaruit naar het relationele onbewuste.
Ik ben blij met dit boek omdat het laat zien hoe levendig de psychoanalytische theorie is en zijn plaats in het moderne psychotherapeutische landschap blijft verdienen. Het onderscheiden van verschillende, psychoanalytische luisterperspectieven heeft het conceptuele voordeel dat we de psychoanalytische psychotherapie benaderen vanuit een gedifferentieerd luisteren naar de relationele ontwikkelingsthema's. Hiermee zijn verscheidene technieken verbonden die telkens een strategische emotionele betrokkenheid vereisen (Hedges 1996). Het is vaak deze emotionele betrokkenheid in seksuele kwesties die de grootste bedreiging voor het analytische kader inhoudt. Hedges formuleert dit zo (p. 80): ‹Heeft iemand van ons zich ooit kunnen voorstellen, toen we besloten om psychotherapeut te worden, dat we voor zulke veeleisende taken zouden komen te staan? Dat we zover met onszelf zouden moeten gaan soms? Ik denk het niet. Maar, de keuze wordt later duidelijk: schrijf mensen af als onbehandelbaar of rol je mouwen op en ga aan het werk.›
Literatuur
- Hedges, L.E. (1996). Strategic emotional involvement. Northvale NJ: Aronson.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden