Fraude in de wetenschap
Samenvatting
In zijn dertiende seminarie over het object van de psychoanalyse stelt Lacan dat de waarheid niet langer problematisch is voor de wetenschap — Wat is de verhouding tussen weten en waarheid? Kunnen wij de waarheid ooit volledig kennen? — maar dat zij vandaag haar hoedanigheid als ultieme oorzaak van alle weten moet komen verantwoorden binnen de wetenschap. Ooit zal de waarheid haar laatste woord moeten zeggen binnen het vertoog van die wetenschap, en daarvoor wordt zij nu op het matje geroepen. Zij moet als het ware haar zaak komen bepleiten voor de balie. Dat is nu precies wat er aan de hand was binnen de zaak-Stapel, waar een sociaal psycholoog gedurende jaren onderzoeksdata vervalste met als doel elegante onderzoeksresultaten te verkrijgen. Hij mocht zijn zaak komen bepleiten, maar werd uiteindelijk de deur uit gezet. Nogal wat vingertjes wijzen in de richting van de publicatiedruk die onze huidige academische wereld kenmerkt: ‹Publish or perish.› Wie hoger op de academische ladder wil klimmen moet veel publiceren, liefst in geklasseerde, toonaangevende tijdschriften. Geen wonder dat wetenschappers uiteindelijk gaan frauderen met hun onderzoeksdata, ‹ze moeten wel›. Hoewel deze overwegingen zeker niet onterecht zijn, had ik hier graag een ander aspect van de hedendaagse wetenschap en haar publicatiecultuur onder de loep genomen.
In een interview met de New York Times motiveert Stapel langs zijn neus weg zijn daden door te verwijzen naar wat door de reporter benoemd wordt als een ‹wazige, postmoderne verhouding met de waarheid›: ‹It's hard to know the truth. [...] When somebody says, «I love you», how do I know what it really means?› Inderdaad, wat betekent het als de liefde spreekt? Moeten we daar een antwoord op formuleren? Kan de wetenschap daar überhaupt een antwoord op formuleren? Al lijkt mij dit geen geldig argument om zijn zaak te bepleiten, is wat Stapel daar aanreikt te verbinden met wat Lacan zegt over de problematische verhouding tussen waarheid en wetenschap. Inderdaad, hoe zal de wetenschap antwoorden wanneer men haar vraagt wat het betekent wanneer iemand zegt: ‹Ik hou van jou›? Bestaat er een al even problematische verhouding tussen weten en liefde als tussen weten en waarheid?
Weten en liefde waren ooit innig met elkaar verstrengeld. Dit verschijnt bij uitstek in het woord ‹filosofie›, waar het gaat om de liefde voor de wijsheid. Maar ook bij Plato lezen we dat de zoektocht naar waarheid begint met een liefde voor het Schone, voor de Ideale Vorm. De mens dient, in zijn zoektocht naar de waarheid van de Ideale Vormen, gestuurd te worden door zijn liefde voor deze Schoonheid. Verlangen en de zoektocht naar ware kennis zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vandaag zien we iets heel anders. De wetenschapper van vandaag moet in zijn onderzoek zijn eigen verlangen zo veel mogelijk laten varen. Zijn conclusies moet een zo objectief mogelijke representatie vormen van een instrumenteel uitgevoerd onderzoek dat niet beneveld werd door de nectar en ambrozijn van de liefde. In die zin zijn de wetenschappers van vandaag de nieuwe marxistische proletariërs: geheel en al vervreemd van hun eindproduct. Het verlangen, de liefde van de wetenschapper voor zijn vak, is iets vies geworden, moet eruit gezuiverd worden. Het product moet anoniem, repliceerbaar en objectief zijn — zoals het wisselstuk van een machine. De schertsende term ‹publicatiefabriek› om de huidige academische wereld de karakteriseren krijgt zo een verrassende tweede betekenis.
Helaas, en dit geldt zowel voor de liefde als voor de wetenschap, zijn er mensen die, om hun verlangen alsnog te laten klinken, teruggrijpen naar fraude binnen de onderzoekswereld. Stapel argumenteert dat ook hij op zoek was naar het Schone, maar dan het schone binnen de wetenschap, in de vorm van elegante onderzoeksdata. Hij was niet op zoek naar het Schone als die waarheid die voorbij onze aardse, wetenschappelijke kennis ligt. Zou het kunnen dat fraude voor Stapel de enige manier was om nog iets van zijn verlangen te laten klinken binnen een wereld waar de wetenschapper volledig afgesneden is van zijn product? Is liefde niet de meest sublieme vorm van fraude die de mens hanteert? Frauderende wetenschappers zoals Stapel leggen misschien wel iets bloot dat eigen is aan zowel de liefde als de wetenschap: geven wat je niet hebt aan iemand die het niet wil.
Hiermee kom ik terug op de inleidende referentie naar Lacan. Het problematische karakter van de verhouding tussen liefde en weten is de keerzijde van de verhouding tussen weten en waarheid. Maar we zien vandaag een radicale omkering van deze verhoudingen. De waarheid moet binnen de wetenschap haar zaak komen bepleiten, de liefde moet er zo ver mogelijk buiten worden gehouden. Het lijkt mij dan ook van kapitaal belang dat wij ons beginnen af te vragen hoe een wetenschapper zijn verlangen kan blijven handhaven binnen een wereld die hem vervreemdt van de producten van dat verlangen. Wanneer zijn wij liefde iets vies gaan vinden? Wat is er toch fout gegaan?
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden