Bloemlezing op Winnicott
Samenvatting
De kinder- en jeugdopleiding van The British Association of Psychotherapists bestond in 2012 dertig jaar — reden voor de uitgever om de hoofdopleiders een boek te laten samenstellen in een al lopende serie boeken onder de titel Independent psychoanalytic approaches with children and adolescents.
Bespreking van
Ann Horne & Monica Lanyado (red.) (2012). Winnicott's children. (Independent psychoanalytic approaches with children and adolescents). Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 67390 7, 206 pp., £ 24,99
Het idee van Winnicott's children is, dat elke auteur een ‹vrije associatie› op thema's uit het werk van Winnicott levert. In een aantal inleidingen presenteren de redacteurs en Winnicottspecialisten Adam Phillips, Lesley Caldwell en Angela Joyce een portret van Winnicott als boekstaver van de onvervreemdbare eigenheid van het individu en als hoeder van een betrouwbare professionele setting. Vervolgens komen hoofdopleiders, opleiders en andere oud-cursisten aan het woord in elf artikelen, ondergebracht in drie clusters. Het is goed te merken dat hier doorgewinterde clinici aan het woord zijn, met veel ervaring in het werken met beschadigde kinderen. De clusters laten zich het gemakkelijkst in omgekeerde volgorde bespreken.
Het derde cluster artikelen The outside world geeft clinici die werkzaam zijn in therapeutische uithoeken de gelegenheid te vertellen over hun werksetting.
Caryn Onions en Jennifer Browner, therapeuten van de The Mulberry Bush School, laten zien hoe deze school aan het einde van de Britse zorgketen staat en zich richt op kinderen bij wie geen enkele school of pleeggezin slaagde. De oprichtster Dockar-Drysdale, tijdgenoot en vriendin van Winnicott, heeft deze school vormgegeven naar diens milieutherapeutische ideeën (‹therapy by the cook and the regularity of the arrival of the food›). De generaties erna hebben opnieuw psychotherapie in engere zin onderdeel gemaakt van het schoolaanbod. Indrukwekkend is om te lezen hoe dit wekelijkse therapie-uur voor de kinderen een plek biedt om de gruwelen uit hun binnenwereld uit te beelden en er langzaamaan mee in het reine te komen.
Een vergelijkbaar geluid klinkt bij Ann Horne, die lang gewerkt heeft met delinquente jongeren. Daar waar Winnicott het belang van plaatsing in een passende omgeving benadrukte boven psychotherapie, brengt Horne hier met een mooi historisch overzicht nuanceringen in aan, en laat zien bij welke delinquente jongeren psychotherapie juist wel de moeite waard kan zijn. Ze komt dan uit bij de groep gedepriveerde jongeren die voldoende egosterkte hebben om in hun delinquente gedrag naar iets op zoek te zijn wat ooit genoten is, eigenlijk de groep waar Winnicott het meeste over geschreven heeft.
Gewoon leuk om te lezen is het artikel van Rachel Melville-Thomas over haar programma rondom ouderschap op de Engelstalige radio in Zwitserland, omdat het helpt na te denken over de radio-uitzendingen van Winnicott en radio als medium. Het artikel van Lucy Alexander bepleit de waarde van een psychotherapeut te midden van de hektiek van een middelbare school.
Door het hele boek heen is goed te volgen hoe dergelijke werkplekken of doelgroepen een goede toerusting van de professionals vragen.
Dit onderwerp is gethematiseerd in het tweede cluster van het boek onder het kopje Transitional themes. Mani Vastardis en Gail Phillips doen in een dialoog verslag van hun supervisieproces, waarbij ze zich laten inspireren door de Griekse mythologie, en Monica Lanyado beschrijft hoezeer mediteren haar leert om momenten van heilzame stiltes bij haar patiënten te waarderen — twee mooie uitwerkingen van het idee ‹transitionele ruimte› van Winnicott.
In het eerste cluster artikelen, Concepts, verbinden de auteurs een concept van Winnicott met hun klinische werk. Monica Lanyado doet dit over de waarde van communicatie op een diep niveau bij korte consultaties, Anita Colloms over spiegeling door de moeder, Deidre Dowling over omgaan met haat in de tegenoverdracht en Ann Horne over trauma's, opgeslagen in het lichaam. Julie Kitchener weet de kinderen zelf levendig aan het woord te laten over hoe vernietigend het is om gezien te worden, voordat ze er klaar voor zijn zich te tonen. De besprekingen van de concepten van Winnicott zijn vooral volgend, soms wat schools, en hebben soms de neiging een paradox van Winnicott op willen te lossen. De klinische vignetten zijn daarentegen stuk voor stuk indrukwekkend. Ze overtuigen de lezer ervan dat de auteurs het geleerde toch vooral zelf hebben moeten ontdekken, waarna ze herkenning en steun bij de tekst van Winnicott gevonden hebben. Dit rechtvaardigt de benaming ‹vrij› in hun associaties over Winnicott.
Lenen al deze ‹vrije associaties› zich tot een duiding? Ik heb in dit boek vooral gelezen hoezeer een drieslag van inbedding in een collegiaal netwerk, inbedding in een theoretische traditie en het onderhouden van een particulier creatief domein nodig blijkt om overeind te blijven als professional in het werken met zulke beschadigde kinderen. De opleiding en de paradoxen van Winnicott hebben de auteurs hierin duidelijk veel geboden.
Een klein napluisrondje op internet leert dat de genoemde opleiding in 2013 is ondergebracht bij The British Psychotherapist Federation (www.bpf.com) en een nieuwe naam gekregen heeft: Independent Psychoanalytic Child and Adolescent Psychotherapy Association (IPCAPA). Dit boek is dus verschenen op de vooravond van waarschijnlijk een spannende verandering.
De titel Winnicott's children blijf ik wat ongelukkig vinden. Voor de redactie zijn zowel de auteurs als hun patiënten Winnicotts kinderen. Voor mij is dat wat te nietszeggend, en de titel heeft het gevaar aanmatigend over te komen. Nog ongelukkiger gekozen vind ik het plaatje op de voorkant. De afbeelding van een pluizige paardenbloem in zwart-wit op een grasgroene ondergrond met nog eens een keer een bundel licht eroverheen maakt het geheel wat droevig. Ik associeer de paardenbloem ook iets te veel met onkruid. Dat Winnicott net als onkruid niet zal vergaan, kan toch niet de bedoeling van de auteurs zijn?
Leuker vind ik de gedachte dat de paardenbloem bij uitstek geschikt is om mee te spelen, lekker de pluisjes ervanaf blazen, iets wat bij andere bloemen niet zomaar kan. Het genot van spelen zonder mededogen. Eigenlijk is het dit plezier waar het boek alle ruimte voor biedt. Waarvoor respect.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden