Doorwrochte krochten
Samenvatting
Berke richt onze focus met zijn af en toe danteske Why I hate you and you hate me op de donkerste krochten van de menselijke geest. Hij neemt de lezer mee in een erudiet onderzoek van boosaardigheid in haar drie componenten: de perceptie dat er iets is wat een ondraaglijk gevoel uitlokt, het gevoel van intense onlust en ergernis, en het aanvallende en vernietigende gedrag dat daarop volgt. Hoewel agressieve reacties soms te begrijpen zijn als een vorm van zelfbescherming, wil de auteur zich veeleer richten op de boosaardigheid die niet altijd een duidelijke aanleiding heeft en eerder verbonden is met haat, woede, chaos en het kwaad. Deze wordt dan al vlug toegeschreven aan factoren als de omgeving, erfelijkheid of biochemische verstoringen, maar Berke legt de oorsprong ervan consequent in de mens zelf. Hij beklemtoont ook het belang van een diepgaander begrijpen van het menselijke vermogen tot destructiviteit, want wanneer de negatieve componenten van ons emotionele leven worden ontkend of genegeerd bestaat het risico dat ook de positieve daaronder lijden. Liefde en haat zijn tenslotte onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Bespreking van
Joseph H. Berke (2012). Why I hate you and you hate me — The interplay of envy, greed, jealousy, and narcissism in everyday life. Londen: Karnac. ISBN 978 1 78049 032 8, 251 pp., £ 23,99
Als fundamentele componenten van deze boosaardigheid onderscheidt hij afgunst, hebzucht en jaloezie. De eerste twee spelen zich af binnen een dyadisch register; jaloezie komt er pas later in de ontwikkeling bij, na het intreden van de triangulariteit. De brede waaier aan bronnen waarop de auteur zich baseert, gaan van de Griekse mythologie, de Joodse en Bijbelse tradities, via folkloristische sprookjes tot meer hedendaagse kunst en cultuur. Het boek sluit dus niet meteen aan bij de dagelijkse praktijk van de therapie, zodat dit een vertaalslag is die de lezer zelf moet maken. Maar het loont wel degelijk de moeite om te proberen de inzichten die Berke ons aanreikt te integreren in ons begrijpen van patiënten met narcistische problematiek of een ernstige persoonlijkheidsstoornis.
Het boek is opgebouwd uit vier delen met in totaal tien hoofdstukken. Het eerste deel gaat dieper in op de ervaring van afgunst, hebzucht en jaloezie, en op de brandstoffen waaruit deze ontstaan. Vooral het derde hoofdstuk, Defile, defame and devour, is daarin bijzonder verhelderend. Hebzucht en afgunst moeten duidelijk van elkaar worden onderscheiden. Hebzucht gaat over het altijd meer willen om een innerlijke leegte af te weren. De vicieuze cirkel van inhaligheid, van nooit genoeg hebben, beoogt het bereiken van een veiligheid bestaande uit het vrij zijn van leegte. Agressie kan daarbij wel voorkomen maar is veeleer onbedoeld destructief. Bij hebzucht kunnen we het beste denken aan een dief of inbreker die op zijn rooftocht onvermijdelijk maar ongewild dingen stukmaakt of slechts zoveel als nodig is om zijn doel te bereiken. Bij afgunst echter gaat het om een gewilde destructie, om anderen te beletten te behouden wat ze hebben. De afgunstige voelt zich minderwaardig, ervaart beperkingen en tekorten die hij anderen verwijt. Veiligheid is er voor hem pas wanneer er een gelijkheid in leegte is. Daar waar de hebzuchtige het leven en het goede wel erkent, wordt dit door de afgunstige ontkend en dat maakt hem door de geschiedenis heen tot een moreel meer verwerpelijk figuur dan de hebzuchtige. De afgunstige kunnen we ons voorstellen als een brandstichter die zijn woede en wraak probeert kwijt te raken door deze naar buiten te richten. Maar dit levert slechts tijdelijke verlichting op omdat de bron van zijn afgunst niet ligt in wat hij benijdt maar in zichzelf. Jaloezie is weer van een geheel andere aard. Het gaat hier meer om willen liefhebben en geliefd willen worden, met daarbij de vrees om de geliefde te verliezen aan een ander. Agressie wordt gericht op het uitschakelen van een derde, de rivaal. Niet haat maar liefde staat hier centraal en deze kan eventueel worden herwonnen na het verlies ervan.
Het tweede deel van het boek belicht de objecten waarop deze emoties gericht kunnen zijn: de borst, de baarmoeder en de penis, zowel in hun reële als symbolische vorm. Berke licht hier ook de rol toe die schuld kan hebben in het ontstaan van een negatieve spiraal, waarbij hebzucht en afgunst via ontkenning en projectie leiden tot een wraakvolle woede gericht op goede objecten.
Het verband tussen afgunst en narcistische woede komt aan bod in het derde deel, waarbij beide gezien worden als verschillende kanten van dezelfde medaille.
En in het vierde deel wil Berke tonen hoe schuld en genade interageren en elkaar positief kunnen beïnvloeden. Tegenover het destructieve driespan afgunst, hebzucht en jaloezie plaatst hij respectievelijk dankbaarheid, vrijgevigheid en mededogen als tegenhangers maar tegelijk als even essentiële aspecten van de menselijke ervaring. Problemen ontstaan pas wanneer de balans tussen liefde en haat naar deze laatste overhelt. Eerder dan te willen proberen de negatieve kant in ons bestaan uit te schakelen of te negeren, lijkt Berke te pleiten voor een versterken van levensbevorderende gevoelens. De balans tussen beide kan pas worden hersteld indien ook de centrale rol van afgunst, hebzucht en jaloezie in het menselijk bestaan wordt erkend en aanvaard.
Berke schreef een doorwrocht boek, rijk aan inzichten, dat ik graag ter lezing wil aanbevelen. Het is een werk dat niet meteen therapeutische handvatten aanreikt, maar veeleer een boeiende kijk levert op de diepdonkere kant van de condition humaine. En dat is tenslotte toch een domein waar iedere psychotherapeut zich in zijn werkzaamheden vroeg of laat mee geconfronteerd ziet.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden