Een strafrechtadvocaat als romancier
Samenvatting
Het is Britta Böhler gelukt op aangrijpende wijze de innerlijke turbulenties van Thomas Mann (1875-1955) in beeld te brengen in de aanloop naar het dieptepunt van de twintigste eeuw. De beslissing speelt zich af in de drie dagen, 31 januari tot en met 2 februari 1936, waarin Thomas Mann, dan in onvrijwillig asiel in Zwitserland, verscheurd wordt door twijfels over het al dan niet versturen van een politieke verklaring naar de ook in Duitsland veel gelezen Neue Zürcher Zeitung. Dit brisante pamflet is geschreven onder druk van zijn rebelse kinderen Klaus en Erika — maar ook onder het dringend zwijgen van zijn Joodse vrouw Katja Pringsheim. Eindelijk spreekt hij zich ondubbelzinnig uit tegen het naziregime, wat de terugkeer naar Duitsland en de verkoop van zijn boeken daar zeker in gevaar zal brengen. De wél verkochte exemplaren dreigen dan hetzelfde lot te ondergaan als die van zijn politiek strijdvaardigere, oudere broer Heinrich. Diens boeken gingen tijdens het massaal geënsceneerde naziritueel van de Boekverbranding op 10 mei 1933, onder andere op de Berlijnse Opernplatz, met de werken van Freud en vele andere Joodse schrijvers en filosofen, in vlammen op. Bibliotheken en archieven, waaronder de psychoanalytische, werden geplunderd en vernietigd. Het vooraanstaande Frankfurter Institut für Sozialforschung was op dat moment al gesloten en de boeken in beslag genomen; de Joodse oprichters van de psychoanalytische afdeling — Karl Landauer, Heinrich Meng, Frieda Fromm-Reichmann en Erich Fromm — vluchtten naar het buitenland. Karl Landauer werd een belangrijk leeranalyticus in Nederland totdat hij — met de Nederlandse psychoanalytici Jacques en Louis Tas — in 1944 via Kamp Westerbork werd gedeporteerd naar het Concentratiekamp Bergen-Belsen, waar hij 27 januari aan ontberingen overleed (Landauer 1991).
Böhlers roman (2013) verschijnt op het moment dat vooral in Duitsland de tachtigjarige herdenking van de Boekverbranding ende herdenking van de vijf jaar later geregisseerde ‹Kristallnacht›, van 9 op 10 november 1938, aanleiding geven tot reflectieve publicaties. Als motto draagt het boek een aforisme van Ludwig Wittgenstein: ‹Ethiek en esthetica zijn één.› Böhler schildert Thomas Mann in een knappe karaktercompilatie, zoals zij hem heeft leren kennen uit de bewaard gebleven correspondentie, dagboeken (tien banden) en zijn verzamelde werk — maar tegelijkertijd als de verpersoonlijking van betrokkenen, omstanders en ooggetuigen van de ophanden zijnde catastrofe.
Thomas Mann, Duits schrijver, tweede zoon van een graankoopman uit Lübeck en een Braziliaans-Duitse moeder, was na zijn succesvolle werken als de familieroman De Buddenbrooks (1901), De dood in Venetië (1913) en De Toverberg (1924) en nadat hij in 1929 de Nobelprijs voor literatuur ontvangen had, op het moment dat de roman speelt al wereldberoemd. Hij was op 11 februari 1933, kort nadat Hitler rijkskanselier in Duitsland werd, uit München vertrokken om een lezing over Wagner te houden, eerst in Amsterdam vervolgens in Brussel en Parijs en ten slotte reisde hij voor vakantie naar Arosa. Pas later zou hij het antisemitische karakter van de geadoreerde componist uit zijn jongere jaren zien en benoemen als de duistere Hitler-kant van Wagner. In de veronderstelling dat hij daarna naar München zou terugkeren had hij zijn — nogal discrete — dagboek thuis gelaten. In Arosa bereikten hem berichten dat hij beter in Zwitserland kon blijven om het beloop van de ontwikkelingen in Duitsland af te wachten.
Britta Böhler (Freiburg, 1960) studeerde rechten, filosofie en politicologie. In 1991 vertrok zij naar Nederland en was hier onder andere pleitbezorger in geruchtmakende zaken op het gebied van mensenrechten en internationaal recht. Zij trad op als verdediger van Volkert van der G. en van de Koerdische politiek leider Abdullah Öcalan, was raadsvrouwe van de VVD-politica Ayaan Hirsi Ali, en lid van de Eerste Kamer der Staten Generaal voor GroenLinks. Ze ontving de Dekenprijs 2003 voor de beste Amsterdamse advocaat en in 2005 de Clara Meijer-Wichmann penning van de Liga voor de Rechten van de Mens. Thans is zij bijzonder hoogleraar advocatuur aan de Universiteit van Amsterdam.
Na een ogenschijnlijk meer voor de hand liggende literaire publicatie, het eerste deel van een misdaadtrilogie, tezamen met Rodney Bolt, is daar plotseling haar romandebuut, dat van literaire kwaliteit en een ongewone diepzinnigheid getuigt. Deze roman luidt het ‹begin van een schrijverschap› in, zoals ze zelf aankondigt in een interview met Arjan Peters in De Volkskrant.
Wat gebeurt er wanneer een strafrechtadvocaat ineens een roman schrijft over het dramatische kantelmoment in het leven van een van de meest gedocumenteerde auteurs van de twintigste eeuw uit het Duitse taalgebied? Van een strafrechtadvocaat mag men aannemen dat deze getraind is in het onder woorden brengen van minder bewuste roerselen die een mens in een richting drijven die hemzelf ongewenst, levensgevaarlijk, of op zijn minst als ‹Ich-fremd› voorkomt. Zich professioneel verplaatsen in drijfveren en motivaties van anderen vormt voor advocaten een dagelijkse oefening in het mentaliseren pur sang. Vanuit deze getrainde vaardigheid mag men verwachten dat het resultaat een — juist voor analytici — buitengewoon leerzaam boek wordt. Böhler maakt dit helemaal waar. Ze geeft aan dat ze de romanvorm verkozen heeft boven een essay want ‹een roman geeft meer vrijheid›. Het opmerkelijke is echter dat de roman geschreven is met de zorgvuldigheid van een pleitnota, waarbij de protagonist, Thomas Mann, volledig herkenbaar is in de knap geregisseerde innerlijke dialogen, in zijn krenkbaarheid, maar ook in zijn gekwetste gevoelens van nationale trots en in de dagelijks minutieus genoteerde lotgevallen, de sturende rol die zijn vrouw en hun kinderen spelen, de politieke discussies met naar Zwitserland geëmigreerde Joodse vrienden of collega's, zoals de dirigent Bruno Walter of Hermann Hesse; de woede van zijn uitgever Bermann die de verkoop van de boeken in Duitsland ziet stagneren wanneer Thomas Mann zijn pamflet zal versturen, en zijn zorgen om de geconfisqueerde woning, zijn mooie bibliotheek, maar vooral zijn achtergebleven geheime dagboeken. De keuze tussen ‹goed› of ‹fout› wordt ingekleurd in die innerlijke dialogen met hun diversiteit aan rationele, nationalistische, ethische en zelfzuchtige motieven, en door angst.
Het boek eindigt met de even ambivalente als veelzeggende uitspraak van Thomas Mann uit 1938 bij een interview in de Verenigde Staten waar hij dan verblijft: ‹Waar ik ben, is Duitsland.›
Literatuur
- Böhler, B. (2013). De beslissing. Amsterdam: Cossee.
- Landauer, K. (1991). Theorie der Affekte und andere Schriften zur Ich-Organisation. Redactie: Hans-Joachim Rothe. Frankfurt am Main: Fischer Taschenbuch Verlag.
- Peters, A. (2013). Een roman geeft meer vrijheid — Interview. De Volkskrant, 24 augustus 2013, V3.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden