Eros voorbij Thanatos
Samenvatting
Therapeutisch werk met verslaafde personen is geen eenvoudige klus, daar zijn clinici het roerend over eens. In Het onbehagen in de cultuur gaf Freud (1930) een eenvoudige uitleg voor die moeilijkheid: het gebruik van verdovende middelen is de meest krachtige oplossing voor het lijden. Evenwel, bij mensen die in de ban geraakt zijn van een middelenverslaving is die oplossing tot een probleem verworden, is het subject in de greep geraakt van het middel met alle destructieve gevolgen van dien. Dit is het punt waarop veelal een beroep gedaan wordt op hulpverlening.
Verslag van
Toxicomanie, overdracht en instelling [Gent, 2 april 2014]
Middelenmisbruik kunnen we psychoanalytisch dus gedeeltelijk begrijpen als een psychoanalytisch symptoom, als een oplossingspoging van het subject waarbij de winst-verliesbalans overhelt naar de verlieskant. Anders dan een klassiek symptoom dat talig gearticuleerd is en dus geanalyseerd kan worden, verdooft de inname van het reële product alles wat zich zou kunnen aandienen van het onbewuste. Met andere woorden: de samenklittende verhouding van het verslaafde subject met zijn middel maakt het therapeutische proces bijna onmogelijk omdat niets verwacht wordt van de Ander, waardoor de overdracht geen kans krijgt — tenzij de therapeut dezelfde functie krijgt toebedeeld als het totaalantwoord van het middel, wat leidt tot deze herkenbare klacht van hulpverleners: ‹Hij kleeft aan mij en laat mij niet meer los!›
De eigenheid van toxicomanie daagt ons uit om ons psychoanalytische kader te overdenken opdat binnen een overdrachtsverhouding een andere oplossing geconstrueerd kan worden in plaats van de destructie via het middel. De vraag of en hoe de overdracht verschijnt in het werk met een verslaafd subject binnen de context van een instelling was de inzet van de studiedag georganiseerd door vormingscentrum Idesça en het Gezelschap voor Psychoanalyse en Psychotherapie (GPP) op 2 april 2014 in Psychiatrisch Centrum Sleidinge.
Na zijn welkomstwoord gaf GPP-voorzitter Wim Galle meteen het woord aan Leen Van De Steene (GPP), psychoanalytica, werkzaam op de Crisisdienst van PC Sleidinge. Deze dienst richt zich tot mensen wier middelenverslaving samengaat met ernstige psychische problematiek. Hier wordt geen standaardbehandeling aangeboden, maar heeft de clinicus alle vrijheid om inventief te zijn. Leen getuigde over het jarenlange werk met drie verslaafde vrouwen. Ze stond stil bij de uitdaging om als instelling niet de toedekkende functie van het middel over te nemen en ‹toxisch› te worden, maar om een ruimte te worden die voldoende dragend is en de kans biedt aan het subject om iets te articuleren van het ‹toxische› in haar band met de primaire Ander.
Hierna werd het woord gegeven aan Vic Everaert, werkzaam binnen het ambulant behandelcentrum voor drugsverslaafden van De Spiegel in Asse. Ter inleiding schetste hij de lastige positie van de analyticus in een team dat het geluk-ideaal als therapeutisch doel onderschrijft. Dit ogenschijnlijk vanzelfsprekende ideaal situeerde hij binnen de logica van het kapitalistische discours, dat het ‹verbod op genot› getransformeerd heeft tot een ‹gebod tot genot›. De drastische gevolgen voor de band met de Ander en de genotsbeleving illustreerde hij met de teloorgang van de seksverslaafde Brandon in de film Shame. Tot slot besprak hij een recent therapeutisch succes in zijn jarenlange werk met een cocaïneverslaafde man bij wie iets van de functie van het middel nu geregeld lijkt via een fragiele symptoomconstructie: de man heeft een sportieve manier gevonden om ‹met rust› gelaten te worden en hij gaat er prat op dat hij nu ‹recht in zijn schoenen staat›.
De voormiddag werd afgesloten door psychiater en leeranalyticus Marc Hebbrecht. Hij belichtte de psychoanalytisch geïnspireerde, steungevende groepstherapie voor alcoholisten in psychiatrisch ziekenhuis Asster te Sint-Truiden, in het bijzonder de moeilijkheden in het werk met ‹narcistische› alcoholisten. Verwijzend naar het aandoenlijke aftakelingsproces van Sara uit de film Requiem for a dream schetste hij hoe de narcistische fantasie, de façade van zelfvoldaanheid en de kritiek op anderen het onvermogen verbergen om een duurzaam gevoel van eigenwaarde vast te houden. Hij besprak ook enkele therapeutische aspecten, zoals het gevaar om als therapeut te ‹verharden› als tegenoverdrachtsreactie, en de rol van steun, die in functie van een proces van ‹optimale desillusionering› begrepen moet worden en dus niet als complete Ander.
Na de lunch liet Dirk Bryssinck ons in sneltreinvaart kennismaken met de werking van ontmoetingshuis Villa Voortman. Dit succesvolle initiatief richt zich tot mensen wier middelenverslaving samengaat met psychotische problematiek en wier leven en behandelgeschiedenis getekend worden door uitsluiting op alle vlakken (dakloos, werkloos, geen sociaal netwerk, …). Dus tot hen die veelal bestempeld worden als ‹therapieresistent›, ‹chronisch› of ‹onbehandelbaar›. De radio- en videogetuigenissen van bewoners toonden aan dat het project erin slaagt sociale verankering, plezier en autonomie in verbondenheid met anderen te realiseren, en dat de bewoners op die manier uit hun sociale isolement geraken. Voortbouwend op principes uit de sociale psychiatrie en de therapeutische gemeenschappen, leert dit project ons hoe de vormgeving van de instelling an sich cruciaal is voor het bewerkstelligen van overdracht in een populatie die gekenmerkt wordt door een totale ontkoppeling van de band met de Ander.
Tot slot getuigde Wim Vens over zijn werk in een dagcentrum van De Sleutel in Brugge, waar hij aan de slag is gegaan als afdelingshoofd. Hij kondigde zijn verhaal aan als een ‹toetje met een bittere nasmaak›: waar de vorige lezing aantoonde hoe de organisatie van een instelling ten dienste kan staan van Eros, illustreerde deze laatste lezing inderdaad hoe die evenzeer kan meegaan in het spoor van de doodsdrift. Zo werd in deze instelling bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een digitaal patiëntendossier waar de te verwachten dood van de verslaafde patiënt voorgeprogrammeerd was als een aan te vinken vakje. In zijn zoektocht naar een uitweg uit deze ‹doodseconomie› belichtte Vens het belang van het concept ‹acting out›. Door een crisis niet te begrijpen als weerstand maar als een ‹acting out› die zich richt tot de Ander, worden de hulpverleners uitgedaagd dergelijke situaties te benaderen als een mogelijk startpunt voor therapeutisch werk.
Tot slot: hoewel het een prachtige lentedag was, hadden de afwezigen ongelijk. De dialoog tussen casuïstiek en theorie, die als een rode draad door alle bijdragen liep, heeft het talrijke publiek heel wat stof tot nadenken gegeven om het werk met verslaafde subjecten in een instelling te organiseren vanuit een psychoanalytische ethiek.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden