Overdracht en neutraliteit
Samenvatting
Het tweejaarlijkse Vlaamse Geestelijke Gezondheidscongres, georganiseerd voor allen met een interesse in de actuele stand van zaken in de geestelijke gezondheidszorg, vond deze keer plaats in Antwerpen en had als vertrekpunt de titel: Wie ben ik voor u? Mensbeelden in de geestelijke gezondheidszorg. Een van de symposia benaderde dit thema vanuit Een psychoanalytische blik op de therapeutische relatie. Zoals Lili Philippe, de voorzitster van dit symposium, terecht opmerkte, kan de congrestitel psychoanalytici niet onberoerd laten. Een van de doelen van het psychoanalytisch luisteren is tenslotte dat het een specifieke methode is die we inzetten om de zelfkennis van de patiënt — Wie ben ik? — te vergroten, zodat zijn interne vrijheid toeneemt. De vraag ‹Wie ben ik?› zal via de overdracht verschuiven naar ‹Wie ben ik voor u?› en zo de motor vormen van de psychoanalytische kuur. De overdracht, met daarbij een specifieke aandacht voor de therapeutische neutraliteit, was dan ook het centrale thema binnen de verschillende lezingen.
Verslag van
Een psychoanalytische blik op de therapeutische relatie [Antwerpen, 17 september 2014]
Marc Hebbrecht benaderde het thema vanuit de authenticiteit in het psychoanalytische perspectief. Hij ging in op de analyse van muzikale rêverieën die opduiken in de beleving van de therapeut tijdens een stagnerende fase van de therapie. Tijdens een sessie, van een dame die de tijd vult met een zeurderig geklaag, wordt hij overvallen door de gedachte aan een nummer van de Beatles While my guitar gently weeps … Het lijkt een antwoord te zijn op de vraag ‹Wie ben ik voor u?› Deze formatie van het onbewuste wordt terecht geanalyseerd en omgevormd tot een interpretatie: ‹Je zit gevangen in hetzelfde deuntje.› Deze interventie stelde de patiënte in staat hieraan te ontsnappen en een nieuwe positie in te nemen in haar leven.
Lili Philippe benaderde de psychoanalytische technische neutraliteit vanuit een ‹driepersoons›-model van de therapie. De ‹derde› persoon is hier het analytische veld. Het zijn fenomenen die zich in de analytische sessie afspelen. Deze derde ontstaat door de intieme verbinding tussen overdrachts- en tegenoverdrachtsontwikkelingen die uniek zijn voor elk psychoanalytisch proces dat ontstaat door de persoonlijkheden van beide participanten. Het gaat erom dat de psychoanalytisch psychotherapeut niet een neutrale observator kan zijn. Door zijn opleiding, persoonlijke analyse en supervisie leert hij dit erkennen en kan hij deze kennis inzetten in het therapeutische proces, door gebruik te maken van de tegenoverdracht.
Vervolgens was er Annie van de Vijver die het thema benaderde vanuit het gegeven van groepstherapie. Ze stelt dat het werken met groepen het voordeel biedt dat de overdrachten van problematische zelf- en objectrepresentaties zeer snel zichtbaar worden in het hier en nu van de interacties in de groep. De voorwaarde om deze groepsdynamiek therapeutisch te kunnen aanwenden is de neutraliteit van de groepstherapeut en zijn continue focus op het zichtbaar maken van deze groepsdynamiek en het verband met de persoonlijke dynamiek van elk groepslid. Dit bevordert het metadenken over zichzelf en de ander en stimuleert het in-vivo-experimenteren met nieuwe wijzen van omgaan met de ander.
Als laatste kwam Bart Duron, die het thema vanuit een lacaniaanse visie benaderde. Het is een benadering die toch in contrast lijkt te staan met die van de vorige sprekers. Vertrekkende van een beschrijving van het werken met seksueel delinquenten komt hij tot een belangrijke conclusie: hoe kan een cliënt/analysant zijn eigen angsten en verlangens bespreken wanneer zijn analyticus/therapeut zelf angstig is? Zoals hij er zelf al op wijst is de vereiste van de volledige afwezigheid van angst net iets te kort door de bocht, maar die maakt wel het verschil duidelijk met therapeuten uit andere stromingen die hun angsten en tegenoverdrachtelijke gevoelens wél communiceren. De door de overdracht opgeroepen associaties dienen dan vaak als basis voor de interpretatie. Het gaat er echter niet om dat de analyticus angstvrij moet zijn, maar hij moet de analysant zijn eigen angst ontzeggen. De logica van de analyse, vanuit een lacaniaans perspectief, is niet te baseren op wat de analyticus ervaart, maar op de woorden van de analysant. Lacaniaans werken houdt in dat men de tegenoverdracht onderdrukt ten gunste van ‹het verlangen van de analyticus›. Het is het verlangen dat alle overtuigingen en weten opschort en zo een vraagteken introduceert op de plaats van het betekende. Essentieel hiervoor is een eigen analyse, gekoppeld aan intervisie en supervisie. In de analyse wordt de eigen verhouding tot de Ander geëxploreerd. In de supervisie wordt de verhouding tot de individuele casus onderzocht. Een behandeling gebeurt niet statistisch. Het is dus van groot belang om elke casus apart te bespreken, één voor één. Het antwoord op de vraag ‹Wie ben ik voor u?› kan men enkel beantwoorden met ‹Uniek›.
‹Uniek› is dan ook een woord dat bij dit psychoanalytische symposium past. Het is verbazingwekkend dat op een congres over geestelijke gezondheid zo weinig aandacht geschonken wordt aan de subjectiviteit, zowel van de patiënten, als van de therapeut. Al zijn er grote verschillen tussen de analytische stromingen, tijdens dit symposium werd de noodzaak van een analyse en het onderzoeken van de eigen subjectiviteit goed over het voetlicht gebracht. Het is belangrijk dat analytici hun verantwoordelijkheid blijven nemen op een congres als dit, waar men soms de subjectiviteit lijkt uit te sluiten.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden