MENU
  • Home
  • Actueel
    • Nieuws
    • Agenda
  • Inhoud
    • Laatste nummer
    • Archief
    • Rubrieken
    • Redactioneel
    • Artikel
    • Boekessay
    • Naast de bank
    • Scènes
    • Histories
    • Verslagen
    • Boeken
  • Auteurs
    • Overzicht auteurs
    • Auteursrichtlijnen
    • Artikel indienen
    • Gebruik van artikelen
  • Abonnementen
    • Abonnement aanvragen
    • Proefabonnement
    • Voorwaarden en wijzigingen
  • Over TvPa
    • Redactie
    • Adverteren
    • Open Access
    • Links
    • Contact
  • Reacties
    • Van lezers
Inloggen
Inhoud
Inhoudsopgave jaargang 20 (2014) / nummer 4
PDF  

Freuds theorievorming

Anna Bentinck van Schoonheten
30 oktober 2024

Samenvatting

Eugen Bleuler was een tijdgenoot van Sigmund Freud. Hij werd in 1857 geboren, was een jaar jonger dan Freud en beiden stierven in 1939. Freud werd pas vrij laat in zijn leven beroemd. Zijn hoofdwerk Der Traumdeutung (1900) werd aanvankelijk nauwelijks verkocht. Hij was al in de vijftig toen hij wat meer bekendheid begon te genieten en deze bekendheid had hij te danken aan Bleuler. Deze was een van de meest gerenommeerde psychiaters van zijn tijd, directeur van de Burghölzli-kliniek in Zürich, hoogleraar aan de universiteit aldaar, auteur van standaardwerken op het gebied van de psychiatrie en een van de pioniers die orde bracht in de onnauwkeurige diagnostiek van de psychische aandoeningen in die dagen. Hij introduceerde het begrip ‹schizofrenie› in de plaats van ‹dementia praecox›, en de begrippen ‹ambivalentie› en ‹autisme›. Bleuler raakte al voor 1900 geïnteresseerd in de psychoanalyse omdat hij een methode wilde ontwikkelen om psychotische patiënten te behandelen en hij bij de psychoanalyse een manier vond om de uitingen van deze patiënten te begrijpen (Bentinck van Schoonheten 2013, p. 47 e.v.). Tot dan toe werden de uitlatingen van psychotische patiënten gezien als betekenisloze wartaal.

Bleuler is erg belangrijk geweest voor de psychoanalyse, onder andere doordat via hem en Burghölzli een reeks van jonge artsen die later de kopstukken van de psychoanalytische beweging zouden worden, het werk van Freud leerde kennen. Carl Gustav Jung, Karl Abraham, Sandor Ferenczi, Ernest Jones, Max Eitingon en Otto Binswanger kwamen allemaal via Bleuler en Burghölzli met de psychoanalyse in aanraking.

Het was al heel lang bekend dat er een briefwisseling bestond tussen Bleuler en Freud, waarvan Bleulers zoon Manfred de publicatie weigerde. Dat deze briefwisseling nu uiteindelijk wel is gepubliceerd, is te danken aan Bleulers kleindochter, Tina Joos-Bleuler, die na de dood van haar vader tot publicatie besloot. De briefwisseling begint in 1904 en loopt tot 1937 en omvat veel interessante en verhelderende alinea's waarvan ik er twee naar voren wil halen, die gaan over Freuds theorievorming.

Het gaat hier om te beginnen om een brief van 20 november 1912 van Bleuler aan Freud (Schröter 2012, p. 189; vert. AB).

‹Uw psychologische begrippen zijn voorlopig, tot stand gebracht naar aanleiding van uw ervaringen van dat moment; u bent bereid ze op ieder moment naar aanleiding van nieuwe ervaringen te veranderen, soms misschien zelfs zonder dat u zich daar al te zeer van bewust bent; ze hebben dus geen duidelijke grenzen. Dat is nagenoeg een conditio sine qua non voor de ontdekker; voor de volger, die het motief van de wijziging wil ontdekken, geeft dat een onoverkomelijke moeilijkheid.›

Freud reageert als volgt op 1 december 1912:

‹De karakterisering van mijn psychoanalytische begrippen die u geeft, zie ik als een groot compliment. Iedere geconstrueerde psychoanalyse is ontoereikend omdat ze geen rekening kan houden met de feiten van het onbewuste, en daarom blijft er alleen een begripsvorming over die uit voorlopigheden bestaat en probeert aan te sluiten bij de voortschrijdende kennis van het onbewuste› (idem, p. 192).

Deze twee fragmenten zijn essentieel, niet alleen om Freuds theorievorming te begrijpen maar ook zijn uiteindelijke theorie. Freud probeerde niet de met psychoanalyse opgedane ervaringen terug te brengen naar een alles verklarend model. Hij deed het omgekeerde. Hij breidde steeds uit op grond van nieuwe ervaringen, ervan uitgaande dat het grootste deel van het materiaal waar de theorie betrekking op had, het onbewuste, niet te kennen was. In de jaren twintig zou hij een verdeling maken van vijfennegentig procent onbewust en vijf procent bewust.

Het gangbare idee over Freuds theorie is dat hij één theorie ontworpen heeft, die in de jaren twintig een update kreeg met de structurele theorie. Dit is een misverstand. Freud is steeds aan het wijzigen en aanpassen geweest en hij heeft wel vijf theorieën gemaakt. Het is ook niet zo dat de ene theorie plaatsmaakte voor de andere. Ze bleven naast elkaar bestaan en liepen ook nog in elkaar over. Er zijn wel radicale wijzigingen in de theorie aan te wijzen. Freud heeft rond 1918 het standpunt verlaten dat dromen altijd wensdromen zijn — ook weer op grond van ervaringen, in dit geval van Ernst Simmel, die ontdekte dat soldaten vooral angstdromen hadden waarin ze de opgedane trauma's herbeleefden.

Het feit dat Freud zijn theorie steeds veranderde maakt dat zijn teksten lastig te plaatsen zijn: dat lukt alleen door ze nauwkeurig in de tijd te situeren. Het heeft ook een voordeel. Freud is te gebruiken als de Bijbel en dat wordt in psychoanalytische artikelen ook veelvuldig gedaan. Voor vrijwel ieder standpunt is een toepasselijke alinea in Freuds werk te vinden, evenals de argumenten voor een tegenovergesteld standpunt.

Freud en Bleuler hadden grote waardering voor elkaar, ze waren wat hun intellectuele capaciteiten betreft aan elkaar gewaagd, maar er is toch een grote verwijdering ontstaan. Die kwam enerzijds voort uit het gestook en de machinaties van Jung, anderzijds had het ermee te maken dat Freud Bleulers opstelling niet kon verdragen. Bleuler las Freuds werk heel nauwkeurig, hij was er zeer enthousiast over, maar hij had ook kritiek. Hij vond het soms onvoldoende onderbouwd. Er moest veel meer patiëntmateriaal verzameld worden. Hij vond dat de theorie sterke en zwakke punten had. Freud verdroeg de kritiek slecht. Hij verweet Bleuler dat hij ambivalent was — een begrip dat Bleuler nog wel had uitgevonden.

Achteraf lijkt het eerder andersom gelegen te hebben. Het was Freud die, in de tijd (1910-1913) waarin hij bekend begon te worden maar de psychoanalyse nog uiterst wankel was, de ambivalentie niet verdroeg.

Het intensieve briefcontact tussen Bleuler en Freud verdween na 1914 vrijwel volledig. De schade voor de psychoanalyse was groot: niet alleen verloor Freud een belangrijke gesprekspartner maar de psychoanalyse verloor het contact met de universiteit.

Vorige Inhoudsopgave Volgende
Twitter Facebook Linkedin
Delen Print PDF

Literatuur

  • Bentinck van Schoonheten, A. (2013). Karl Abraham — Freuds rots in de branding. Garant: Antwerpen.
  • Schröter, M. (2012). Sigmund Freud - Eugen Bleuler — Briefwechsel, 1904-1937. Basel: Schwabe.

© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x


De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:


Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

Jaargang 31, nr. 1, maart 2025

Neem een ABONNEMENT Laatste editie Archief

Nieuwsbrief Boom Psychologie

Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.

Aanmelden

Boeken

Positieve psychologie - De toepassingen
Fredrike Bannink
€ 24,95
Meer informatie
Diagnostiek in de praktijk
Frans Schalkwijk
€ 39,50
Meer informatie

Privacy policy

Algemene voorwaarden

© 2009-2025
Boom uitgevers Amsterdam

Redactieadres

Romana Goedendorp

Miquelstraat 131

2522 KN  Den Haag
tvpsychoanalyse@gmail.com

Klantenservice

Boom uitgevers Amsterdam B.V.

Postbus 15970

1001 NL Amsterdam

Nederland

088-0301000

klantenservice@boom.nl