Bowlby
Samenvatting
Het werk van de Britse psychoanalyticus John Bowlby ligt aan de basis van een nieuw paradigma, namelijk ‹gehechtheid›: een apart en onderscheiden motivationeel systeem dat parallel loopt aan en verweven is met andere systemen die verantwoordelijk zijn voor seks, agressie en exploratie. Gehechtheid is een primair gegeven, een basale psychologische band, geen secundair fenomeen. De biologische basis ervan is een neuraal systeem waarin de peptidehormonen oxytocine en vasopressine een rol spelen. Dit systeem vervult een primitieve overlevingsfunctie, namelijk het zich verdedigen tegen roofdieren.
Bespreking van
Jeremy Holmes (2014). John Bowlby and attachment theory. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 62903 4, 244 pp., £ 26,99
Zonder Bowlby's samenwerking met Mary Ainsworth en de verdere ontwikkeling ervan door Mary Main zou de gehechtheidstheorie overigens nooit zo'n hoge vlucht hebben genomen. Van het begin af aan heeft het gehechtheidsonderzoek zich van de psychoanalyse onderscheiden door directe observatie van de ouder-kindinteractie, empirisch wetenschappelijk onderzoek met experimenten, gebruik van meetinstrumenten, classificatie van gehechtheidsstrategieën op grond van de thans verouderde Strange Situation Test en het recentere Gehechtheidsbiografisch interview enzovoort, en ook betrok het biologische variabelen in de hypothesevorming.
Mogelijkerwijs heeft de levensgeschiedenis van Bowlby bijgedragen tot zijn theorievorming. Als zoon van een gelauwerd chirurg had hij de drang om zich professioneel te onderscheiden. In de kinderrij stond hij tussen zijn broer Tony, die stevig carrière maakte als zakenman en de adellijke titel van vader erfde, en met wie er veel competitie bestond, en het probleemkind Jim. Had zijn belangstelling voor het gekwetste kind te maken met zijn bekommernis over deze broer? Zijn hele leven verdeelde hij zijn tijd tussen Londen en zijn geliefde Schotse eiland Skye. Bowlby werd door nanny's grootgebracht. Was zijn protest tegen de traditie van de Britse hogere middenklasse om de zorg van hun kinderen toe te vertrouwen aan nanny's en hen in de vroege latentieleeftijd weg te sturen naar prestigieuze kostscholen, van daaruit te begrijpen? Bowlby formuleerde zijn visie dat de beste zorg voor het jonge kind alleen geleverd zou kunnen worden door de eigen moeder wellicht te stellig. Daarmee haalde hij zich feministische kritiek op de hals. Maar hij droeg wel bij tot de professionalisering van de kinderzorg, een grote verdienste! Nu begrijpen we dat het verband tussen moederlijke deprivatie en problemen tijdens de volwassenheid niet eenvoudig is. Het slachtoffer van deprivatie wordt niet langer beschouwd als een passieve ontvanger van trauma, maar als iemand die actief een bepaalde betekenis geeft aan het particuliere gebeuren en die zelf in een dynamische relatie staat met een specifieke interpersoonlijke omgeving, waarbij hij een zo goed mogelijke overlevingsstrategie zoekt. Moederlijke deprivatie is niet de rechtstreekse oorzaak van psychopathologie, maar draagt wel bij tot het ontstaan van een belangrijke kwetsbaarheidsfactor, al vormt die slechts één element in een reeks andere omgevingsinvloeden.
Als psychoanalyticus werd Bowlby opgeleid in de kleinaanse traditie (analyse bij Joan Riviere, supervisie bij Melanie Klein). Later volgde hij een onafhankelijke koers. Hij evolueerde steeds meer in de richting van empirisch onderzoeker, manager, fundraiser en organisator. Bowlby heeft vooral geijverd om de psychoanalyse meer wetenschappelijke status te geven en kon niet accepteren dat de kleinianen zo veel belang hechtten aan onbewuste fantasie, en de invloed van de reële moederlijke deprivatie veronachtzaamden. Samen met James Robertson bracht hij een film tot stand waarin het lijden van een jong kind onder een ziekenhuisopname aangrijpend wordt verbeeld. Dankzij Bowlby neemt men tegenwoordig het kind samen met zijn moeder op.
In John Bowlby and attachment theory komen de basisopvattingen van de gehechtheidstheorie ruim aan bod. In een notendop samengevat luiden deze als volgt.
Het kind zoekt de nabijheid van één persoon voor wie het de voorkeur heeft, meestal de eigen moeder (monotropisme). Voor elk kind is de gehechtheidspersoon de veilige basis en het vertrekpunt voor nieuwsgierigheid en exploratie. Wanneer de band met de gehechtheidspersoon bedreigd of verbroken wordt, ontstaat bij het kind een heftig protest. Gehechtheid ontwikkelt zich procesmatig. De periode van zes maanden tot vier jaar is een kritische periode voor het ontstaan van gehechtheid en de capaciteit om stabiele relaties te vormen. Veilige gehechtheid is een blijvende noodzaak gedurende het hele leven. Afhankelijkheid is geen kinderlijke eigenschap maar een universeel, levenslang menselijk gegeven dat niet genegeerd mag worden. Het niet tot stand komen van een veilige gehechtheid kan leiden tot onveilige gehechtheidsstrategieën, zoals vermijdende, ambivalente en gedesorganiseerde gehechtheid. Onveilige gehechtheidsstrategieën dragen bij tot het mislukken van de partnerrelatie, gebrek aan sociale competentie en het optreden van ernstige psychopathologie. Veilige gehechtheid is een voorspeller van psychische gezondheid. Uit later onderzoek blijkt dat er een relatie is tussen de kwaliteit van de gehechtheid en de capaciteit tot zelfreflectie (mentaliseren, reflectief functioneren), het autobiografisch geheugen, de narratieve bekwaamheid en de affectregulatie. De gehechtheidsstrategieën worden op deze manier ook intergenerationeel overgedragen. Voor de praktijk is het ontwikkelen van een veiliger gehechtheid van groot belang. In psychotherapie is de therapeutische situatie bedoeld als een veilige basis waar de gehechtheidsstrategie van de patiënt tot uitdrukking komt en geëxploreerd kan worden, zodat verdere groei naar veilige gehechtheid mogelijk wordt. De patiënt wordt geholpen bij het voelen en verwoorden van boosheid, ontgoocheling en verdriet na verlies en separatie. Een succesvolle therapie kan ertoe leiden dat de patiënt een betere integratie en coherentie verwerft binnen zichzelf en in zijn intieme relaties. Zo worden benigne cycli op gang gebracht, iets wat ook tot stand kan komen bij relatief kortdurende psychotherapieën.
Verder wordt het werk van Bowlby in relatie geplaatst met de bijdragen van Klein, Winnicott, Kohut en Fonagy. In de epiloog schrijft de auteur, Jeremy Holmes, een mooie afscheidsbrief aan Bowlby, analoog aan wat in de nieuwe Dynamic Interpersonal Therapy (DIT) gebeurt.
Aan het einde van het boek vindt de lezer een verklarende woordenlijst van de belangrijkste concepten en een indrukwekkende bibliografie. Het boek belicht de grondlegger maar biedt vooral een beknopt overzicht van de gehechtheidstheorie en de laatste ontwikkelingen op dit terrein. Voor wie al met dit denkmodel vertrouwd is, is dit boek wellicht te oppervlakkig.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden