Films voor psychoanalytici
Samenvatting
Psychoanalyse en film zijn beide geboren in 1895. In de nacht van 23 op 24 juli 1895 heeft Freud zijn beroemde Irma-droom, die de aanzet zal vormen van zijn monumentale epos over de droom. Op een oktoberavond van datzelfde jaar projecteert Sladanowsky voor het eerst bewegende beelden op een scherm voor een betalend Berlijns publiek. In hetzelfde jaar dat de gebroeders Lumière hun eerste films uitbrengen, verschijnt Freuds Studies over hysterie. Freud had echter niet veel op met dit nieuwe artistieke medium en bleef ervan overtuigd dat de film de psychoanalytische werkelijkheid nooit zou kunnen weergeven. Daarom ging hij niet in op voorstellen van filmmakers om een gezamenlijk project te starten. Rank daarentegen zag wel een raakvlak tussen psychoanalyse en film en toonde zich erg enthousiast. De eerste film over psychoanalyse, Geheimnisse einer Seele van Pabst uit 1926, is een stomme film over de praatkuur: een jaloerse man wordt genezen van zijn fobie voor messen en scherpe voorwerpen, onder andere via het duiden van zijn dromen. Volgens Andrea Sabbadini, de auteur van Moving images en de organisator van het tweejaarlijkse European Psychoanalytic Film Festival in Londen, moeten psychoanalytici zich om meerdere redenen voor films interesseren. Vaak spreken analysanten over films en brengen dan — nietsvermoedend — rijk materiaal, dat hun onbewuste intrapsychische dynamiek kan verhelderen. Welke analyticus denkt tijdens de sessie nooit aan films? Fantasieën over films of herinneringen aan bepaalde scènes hebben me al vaak op het spoor gebracht van onvermoede thema's en geheimen die later in de analyse aan bod kwamen. Heel wat films gaan over psychoanalyse; dat is dan ook het onderwerp van het eerste hoofdstuk van het boek. Sabbadini bespreekt uitvoerig Spellbound van Hitchcock (volgens hem de beroemdste film over psychoanalyse) en Nineteen nineteen van Brody, waarin twee fictieve oud-patiënten van Freud elkaar ontmoeten en terugblikken op hun analytische ervaring.
Bespreking van
Andrea Sabbadini (2014). Moving images — Psychoanalytic reflections on film. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 73612 1, 140 pp., £ 28,99
De psychoanalyse is een aantrekkelijk onderwerp voor filmmakers. Zo kennen we films over psychoanalytici (Freud — The secret passion van Huston uit 1962 en A dangerous method van Cronenberg uit 2011 over de affaire tussen Jung en Sabina Spielrein) en over hun privéleven (La stanza del figlio van Moretti uit 2001). Heel wat filmmakers ondergingen zelf een psychoanalyse en/of een psychotherapie (Fellini en Bertolucci bijvoorbeeld) en drukken via hun films iets uit van hun eigen overdracht op de psychoanalyse. Enkelen onder hen spotten met de psychoanalyse en stellen de beroepsbeoefenaars karikaturaal en ironisch voor, denk bijvoorbeeld aan Woody Allen. Of psychoanalytici worden als gek en crimineel afgeschilderd, niet in staat om hun tegenoverdrachtsgevoelens te controleren, met seksuele grensoverschrijdingen als gevolg. Het publiek heeft immers behoefte aan een pittige seksscène. Gelukkig zijn er ook genuanceerde en realistische voorstellingen van wat er in een psychoanalytische therapie gebeurt, denk maar aan de tv-series The Sopranos en In treatment.
Sabbadini is vooral benieuwd op welke manier psychoanalytische concepten en dynamieken via het filmmedium in beeld worden gebracht. Na films over psychoanalyse bespreekt hij uitvoeriger films over andere thema's: prostitutie, kinderen en adolescenten, romantiek en ten slotte voyeurisme.
Ik was vooral benieuwd naar de relatie tussen film en droom. Ook films zonder droomscènes kunnen de kijker een ervaring bezorgen alsof het een droom betreft. Films zijn weliswaar geen dromen, maar delen met dromen enkele gemeenschappelijke kenmerken. Interessant vond ik Sabbadini's bespreking van Pan's labyrinth van Del Toro uit 2006, over de traumatische inwerking op een meisje van twaalf van gebeurtenissen die zich afspelen tijdens de Spaanse Burgeroorlog. Reële werkelijkheid en droom worden gezamenlijk in beeld gebracht: het meisje vlucht in haar droomwereld om aan de ondraaglijke situatie te ontsnappen. Andere filmmakers, zoals Švankmajer en Cronenberg, tonen zich grootmeesters in het tegenover elkaar stellen van werkelijkheid en fantasiewereld terwijl ze spelen met de grens tussen deze twee werelden, waardoor de kijker in verwarring wordt gebracht.
In het hoofdstukje over de romantische film komt de Belgische film Une liaison pornographique uitvoerig aan bod. De film heeft niets met porno te maken maar is een scherpzinnige verbeelding van de intieme communicatie tussen twee verfijnde personages die via een seksueel ritueel naar elkaar toe groeien en pas later beseffen hoe diepgaand de emotionele band tussen hen beiden is geweest.
Interessant zijn de beschouwingen over films waarin reddersfantasieën (variaties op de mythe van Orpheus en Eurydice) cinematografisch uitgewerkt worden: de fantasie dat men gered zal worden (Cabiria van Fellini) of de fantasie dat men iemand moet redden, zoals in Amores perros van Iñárritu en in Vertigo van Hitchcock …
Ook de perversie is een dankbaar thema voor filmmakers. In Belle de jour van Buñuel vertolkt de jonge Catherine Deneuve de rol van een luxe prostituee die haar saaie huwelijk wil opfleuren door zich aan perverse seksuele activiteiten over te geven, terwijl ze naar buiten toe de façade ophoudt van een elegante dame uit de Franse bourgeoisie, tot haar man alles ontdekt. In het laatste hoofdstuk worden films besproken die het voyeurisme in beeld brengen: Rear window van Hitchcock, A short film about love van de Pool Kieślowski en de klassieker Peeping Tom uit 1960.
Vanuit psychoanalytisch oogpunt heb ik niet echt nieuwe inzichten opgedaan. De hoofdstukken staan los van elkaar, het verband tussen de verschillende thema's wordt te weinig uitgewerkt. De psychoanalytische beschouwingen van Sabbadini blijven aan de oppervlakte. Wie op zoek is naar illustraties van objectrelationele dynamiek, van zelfpathologie of van lacaniaanse concepten, komt niet aan zijn trekken. Volgens mij kan het filmmedium veel inspiratie bieden aan de psychoanalyse, juist omdat universele onbewuste fantasieën op een creatieve wijze worden verbeeld.
Het boekje is wel een schitterende gids om filmparels op het spoor te komen — zoals Cria cuervos en Il postino — en meerdere malen opnieuw te bekijken.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden