Te veel en/of niet genoeg?
Samenvatting
Door de keuze van het thema ‹Too much, not enough› beoogden de organisatoren van het achtentwintigste congres van de European Psychoanalytical Federation (EPF) een veelheid aan psychoanalytische invalshoeken mogelijk te maken. De onderliggende vraag was: in welke mate vertoont de psychoanalyse van nu dezelfde symptomen als de maatschappij waarin ze werkt? Zo bracht dit onderwerp meteen ook fundamentele psychoanalytische concepten en denkkaders voor het voetlicht: hoe gaan we om met affecten en driften, in een hedendaagse psychoanalytische cultuur die vaak de intersubjectiviteit als object van haar behandeling ziet?
Verslag van
Too much, not enough [Stockholm, 27-29 maart 2015]
Dat binnen de EPF uiteenlopende analytische denkkaders en verenigingen verzameld zijn is een plus, maar het draagt ook bij tot de complexiteit en diversiteit van het ‹analytische gedachtegoed›. Ik vermoed dat men door de keuze van dit thema ook de gelegenheid wilde geven verschillende analytische stromingen met elkaar in discussie te brengen.
In het dagelijkse leven staan we onder druk van een ‹teveel› (te veel werk, te veel stimuli, te veel praktische beslommeringen, etc.) en klagen we over ‹niet genoeg› (vrije tijd, kwaliteitsvolle relaties, zekerheden, etc.). Zo wordt echter ook de psychoanalyse geconfronteerd met een ‹teveel› in de psychopathologie die zich aandient (trauma, ernstige persoonlijkheidsstoornissen, etc.) en waartegenover ‹niet genoeg› waardering, noch in financiële zin, noch vanuit de politiek en het verzekeringswezen komt. Het wordt een evenwichtsoefening en een uitdaging om een gepast antwoord te geven op het menselijk lijden dat door deze te veel/niet genoeg-cultuur wordt gegenereerd, nu de psychoanalyse zélf in deze spagaat terecht dreigt te komen.
De plenaire lezingen op het congres waren opvallend goed klinisch onderbouwd, en poogden dit spanningsveld tussen te veel/niet genoeg (excessieve affecten, té zwak psychisch apparaat) aan te tonen. Er was niet altijd voldoende tijd om de metapsychologische referentiekaders tegenover elkaar te stellen.
Persoonlijk werd ik getroffen door de deskundigheid waarmee dit wél gebeurde door Giovanna Ambrosio (Società Psicoanalytica Italiana) in haar commentaar bij de bijdrage van Bernard Chervet (Societé Psychanalitique de Paris), die een ‹smsienne› (lees: sms-verslaafde analysante) besprak. Het was een geslaagde confrontatie tussen de Franse, op het intrapsychische en driften gebaseerde kijk en de impliciet objectrelationele aanpak van de Italiaanse analytica. Ambrosio beschouwde de ontkenning van de analysante uit Chervets verhaal als primitief mechanisme om zich te handhaven in een affectief overstromingsgebied, en de ontkenning die ze in de analyticus (Chervet) bespeurde als middel om zich te beschermen tegen de vlammen die uit de analytische ontmoeting oplaaiden. Zo toonde Ambrosio de tegenstelling aan in het gebruik van ‹ontkenning›, enerzijds ten dienste van psychische groei vanuit de objectrelationele theorie (Chervets analysante), en anderzijds, vanuit de driftleer, als afschermende verdediging, daarbij juist waarachtige ontmoeting en beleving bemoeilijkend (Chervets tegenoverdrachtelijke beweging).
Björn Salomonsson gaf een opvallende lezing, waarin hij een moderne en geïntegreerde psychoanalyse toonde. Deze postbioniaanse Zweedse analyticus combineert een ruime psychoanalytische praktijkervaring met een sociaal geïnspireerde bijdrage aan infant mental health én met een onderzoeksmandaat als hoogleraar aan het Karolinska Instituut. Zijn lezing was inspirerend en werd erg gewaardeerd vanwege de overtuigende klinische demonstraties en de sobere, maar terechte metapsychologische situering. Het aanvullende audiovisuele materiaal (zoals het lied van Queen waarin Freddie Mercury zingt: ‹I want it all, and I want it now›) voegden nog aan de zeggingskracht toe, evenals de literaire illustraties; van Shakespeares gedicht Venus and Adonis (‹… and, beauty dead, black chaos comes again›) tot Bions ‹nameless dread›. Wanhoop en destructie werden voelbaar gedemonstreerd, zo intens triest en universeel menselijk.
Een andere opmerkelijke wetenschappelijke bijdrage gaf het internationale panel rond ‹The sound of the analyst's silence›: de helderheid van de Franse analyse (Evelyne Séchaud, Association Psychanalytique de France), de intersubjectieve focus in de Noord-Amerikaanse psychoanalyse (Maureen Murphy, New York) en de Zuid-Amerikaanse poëtische toon (Fernando Orduz Gonzalez) vormden samen een symfonisch geheel.
Een panoramisch programma van workshops, forums, panels en individuele papers omtrent onder meer kinderanalyse, migratieproblematiek, psychosomatische problemen, ethische kwesties en veroudering vulde de drie congresdagen.
Voorafgaand aan het congres vonden verschillende kleinere en grotere werkgroepen plaats, en zoals altijd is het Europese psychoanalytische congres op deze manier een gelegenheid om collega's van andere verenigingen, andere analytische culturen en ‹obediënties› te ontmoeten. Zowel de jongere analytische verenigingen, bijvoorbeeld Russische, Libanese, Turkse en Litouwse, als de traditionele krijgen hun plaats.
Een absoluut hoogtepunt was de eerste EPF-awarduitreiking voor een analyticus die zich verdienstelijk gemaakt heeft voor de verspreiding en ontwikkeling van de psychoanalyse in Europa. Anne-Marie Sandler en Daniel Widlocher werden voorgedragen. Deze laatste kon helaas om gezondheidsredenen niet aanwezig zijn, maar de negentigjarige Anne-Marie Sandler verblufte iedereen door haar levendige en pittige dankbetuiging. Ze is immers een waardevolle getuige van het ontstaan van de Europese eenwordingsgedachte op psychoanalytisch vlak, samen met haar overleden echtgenoot, Joseph Sandler. Zo schetste ze hoe de specifieke structuur van de EPF ontstond waarbij de raad van voorzitters de leiding heeft, in tegenstelling tot de top-down hiërarchische structuur binnen de IPA. Hieraan ligt de gedachte van gelijkwaardigheid ten grondslag, met als belangrijkste missie boven de verschillen binnen de landsgrenzen uit te stijgen ten behoeve van de ontplooiing van de psychoanalyse. Het lijkt evident dat dit in 1967, het officiële oprichtingsjaar van de EPF, een minder complexe onderneming was dan op dit ogenblik met de toetreding van de Oost-Europese landen, waar de psychoanalyse gedurende lange tijd om ideologische redenen werd aangevallen, en met de dreigende maatschappelijke onderwaardering van de psychoanalyse, die in de beginjaren van de EPF juist aan haar ‹gouden jaren› bezig was, en met ten slotte de huidige strenge universitaire wetenschappelijke vereisten volgens verschillende criteria. Zo lijkt het thema ‹Too much, not enough› zeer wel van toepassing op alle niveaus van de Europese psychoanalytische belangen: voor metapsychologische discussies, maatschappelijke acceptatie en de ruimere Europese gedachte.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden