Peter Gay (1923-2015)
Samenvatting
‹Niemand die weet heeft van de psychopathologie van Luther of Gandhi, Newton of Darwin, Beethoven of Schumann, Keats of Kafka, zou beweren dat hun neuroses schadelijk zijn geweest voor hun creaties of dat die hun reputatie hebben aangetast›, schrijft Peter Gay in het voorwoord van zijn biografie Freud — A life for our time (1988). Bij Freud echter werden zijn menselijke tekortkomingen ingezet om te beargumenteren dat zijn creatie, de psychoanalyse, gebrekkig in elkaar stak. Zo luidde het verwijt van Freuds vriend Fliess dat de gedachtelezer in andermans gedachten louter zijn eigen gedachten leest — een kritiek die velen delen. Gay geeft toe dat een discipline die zo openlijk autobiografisch en subjectief is als de psychoanalyse onvermijdelijk de sporen draagt van de geest van haar grondleggers. Echter, de waarde van psychoanalytische stellingnames hangt volgens hem niet af van wat er te ontdekken is aan de psyche van degene van wie ze afkomstig zijn.
In zijn aansprekende en leerzame biografie over Freud als een archeoloog van de geest plaatst Gay Freud en diens werk in verscheidene contexten, zoals die van het psychiatrische gedachtegoed, dat Freud radicaal veranderde, de Oostenrijkse cultuur waarin hij leefde als ongelovige Jood en onconventioneel arts, de Europese samenleving, die tijdens Freuds leven afschuwelijke trauma's van oorlog en totalitaire dictatuur onderging en de Westerse cultuur als geheel, een cultuur die door Freud voorgoed anders naar zichzelf zou gaan kijken. Het boek geeft een inkijkje in Freuds leven, maar interessanter is dat het op een intelligente, integere en heldere manier een samenhang schept in de complexiteit van zowel de mens Freud als zijn theorie en methode, de psychoanalyse.
Wie was deze onlangs overleden Freud-biograaf? Peter Gay werd in 1923 in Berlijn geboren als Peter Joachim Fröhlich, als kind van Joodse ouders. Zijn vader wordt in Gays in memoriam in The New York Times beschreven als een ijverige bourgeois, een man die zich omhoog gewerkt had, en zijn moeder als een receptioniste (‹clerk›) van onbetwiste schoonheid. Zij leed aan tuberculose en psychosomatische ziekten, hetgeen een stempel drukte op het leven van haar zoon. In zijn kindertijd was Gay een mager jongetje dat de voorkeur gaf aan boeken boven eten. In 1939 moest het gezin vluchten voor het nazi-regime. Via Cuba kwamen zij in 1941 aan in de Verenigde Staten. Gay veranderde zijn naam toen hij het Amerikaanse staatsburgerschap verkreeg. Hij bezocht de universiteit van Colorado en ontving zijn doctoraaldiploma aan de universiteit van Columbia in 1947, waar hij ook promoveerde in 1951. Gay doceerde tussen 1948 en 1969 politieke wetenschappen en geschiedenis aan dezelfde universiteit; daarna was hij hoogleraar in vergelijkende en intellectuele Europese geschiedenis binnen de faculteit Geschiedenis aan de universiteit van Yale, tot zijn emeritaat in 1993.
Naast historische werken zoals Voltaire's politics — The poet as realist (1959) en het prijswinnende boek The enlightenment: An interpretation — The rise of modern paganism (1966, het eerste deel van een driedelige serie over de Verlichting) schreef Gay meer dan vijfentwintig boeken en hij won verscheidene prijzen.
De interesse van Gay voor Freud en diens werk gaat terug tot de periode net na zijn studententijd, toen hij begon met college geven. Gay had een oudere collega, Franz Neumann, een linkse marxist met veel invloed op jongere collega's zoals Gay, die samen met zijn vrouw en hun beste vriend het werk van Freud bestudeerde. Toen Gay midden jaren zeventig werd toegelaten tot de opleiding psychoanalyse aan het Western New England Institute for Psychoanalysis, kwam Freud ook centraal te staan in zijn werk als geschiedkundige. Veel van zijn werk richtte zich op de sociale invloed van psychoanalyse. Hij meende tijdens het schrijven van zijn biografie door zijn geschiedkundige achtergrond voldoende afstand te kunnen bewaren tot zijn onderwerp om hem voor de idealisering ervan te behoeden — iets wat volgens Freud voor elke biograaf niettemin onvermijdelijk is. Hoe dat ook zij, er valt bij lezing van de biografie niet aan de indruk te ontkomen dat hij veel sympathie voor Freud had.
In een interview zei Gay zichzelf te zien als een historicus die beïnvloed is door de psychoanalyse. De termen ‹psychohistory› en ‹psychohistorian› vond hij echter te veel oorzakelijke betekenis toekennen aan innerlijke ervaringen. Hij zag de psychoanalytische visie simpelweg als de meest vruchtbare vorm van psychologie. Freud stelde dat psychoanalyse niet te kennen is zonder dat men zelf in analyse geweest is. Gay stelde op zijn beurt dat kennis over psychoanalyse, over innerlijk conflict en de complexiteit van de psyche, ontontbeerlijk is om geschiedenis te kunnen bedrijven.
Op 25 oktober 1985 hield Gay in de Martinikerk te Groningen de derde Van der Leeuw-lezing, met als coreferent Hella Haasse, over zijn biografie in wording. Het ging over de relatie tussen psychoanalyse, geschiedenis en de biografie, en over de publieke opinie ten aanzien van Freud. De dag ervoor had hij nog Jeanne Lampl-de Groot in haar huis in Amsterdam bezocht waar zij, nadat zij haar scepticisme over de zoveelste biograaf had overwonnen, een gedenkwaardig interview gaf. Dit resulteerde onder andere in een sympathiek vignetje over haar in de biografie, waarin wordt beschreven hoe zij als jonge vrouw bij Freud in analyse ging en zij nadien een hartelijke correspondentie onderhielden.
In 1990 won Gay de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Historische Wetenschap, uitgereikt door de Koninklijke Nederlandse Academie van Kunsten en Wetenschappen.
Peter Gay was gehuwd met de auteur Ruth Slotkin. Hij overleed dit jaar op eenennegentigjarige leeftijd in zijn huis in Manhattan.
Literatuur
- Gay, P. (1988). Freud — A life for our time. Londen: Papermac.
- N.n. (2015). Obituary Peter Gay. The New York Times, 12 mei 2015.
- Elovitz, P.H., Felix, D. & Lentz, B. (z.d.). The psychoanalytically-informed historian: Peter Gay. Interview. Online te raadplegen op: www.cliopsyche.org/psychoint_pg.html.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden