Nieuwe ontwikkelingen
Samenvatting
Met dit themanummer gaat de redactie in op de vraag van onze lezers om meer aandacht te besteden aan analytische therapie. In België zijn bovendien ontwikkelingen gaande die zullen leiden tot de bescherming van de titel van psychotherapeut en de wettelijke erkenning van de psychotherapie. Nederland heeft dit al lange tijd geleden meegemaakt. In onze beide landen blijken analytische therapeuten en psychoanalytici moeilijk tot een eensgezind standpunt te komen, wat niet bijdraagt aan meer maatschappelijke erkenning. Bij de eerste gesprekken binnen de redactie over de opzet van een themanummer over analytische therapie bleek al snel dat de relatie met psychoanalyse gevoelig ligt. Om niet in een onvruchtbare polemiek te belanden, heeft de redactie de voorkeur gegeven aan een pragmatische benadering. We hebben gekozen voor artikelen die de huidige stand van zaken schetsen van enkele psychodynamische therapievormen die op dit ogenblik populair zijn en waarvan de effectiviteit empirisch is aangetoond.
Het blijft moeilijk om een gemeenschappelijke noemer te vinden voor psychoanalyse en analytische therapie. Ook internationaal worden heftige debatten gevoerd over de vraag of psychoanalyse fundamenteel verschilt van analytische therapie, zonder dat er consensus ontstaat. Is er sprake van een fundamentele dichotomie of is het onderscheid gradueel? Vooral in Nederland heeft, de continuümgedachte ingang gevonden: elke vorm van psychotherapie kan gesitueerd worden op een lijn met twee uiteinden: de ondersteunende pool en de expressieve-reconstructieve pool. Deze laatste is vooral zichtbaar in de klassieke kuur. Daartegenover staat de unitaire visie, die extremistisch en radicaal is en met name in Franse kringen wordt aangehangen: analytische therapie bestaat niet; álles wat een psychoanalyticus doet is psychoanalyse. De eigen persoonlijke psychoanalyse is daarbij de voorwaarde om psychoanalytisch te werken. We kennen ook de pluralistische visie: van elke psychoanalytische theorie kan een specifieke therapie worden afgeleid. De rijkdom aan psychoanalytische theorieën leidt echter tot een babylonische spraakverwarring tussen psychoanalytici en analytische therapeuten. Widlöcher, ten slotte, beschrijft de dialectische opvatting, waarin twee luistermethodes elkaar kunnen afwisselen. De psychoanalytische luistermethode, in wezen deconstructief en associatief, heeft als doel de innerlijke wereld te verkennen en in kaart te brengen. In de psychotherapeutische luistermethode gebruikt de analyticus of analytisch therapeut inzicht in de intrapsychische en interpersoonlijke dynamiek om conflicten en symptomen te verhelderen, steun te bieden en zo het lijden van de patiënt te verminderen en diens functioneren te verbeteren.
Ervaren therapeuten, die tegenwoordig vaker voor de psychoanalytische opleiding kiezen, zijn niet jong meer als ze met deze opleiding beginnen. Ze kiezen voor psychoanalyse omdat ze onvrede ervaren in hun werk. Ze willen meer inzicht krijgen in hun eigen psychisch functioneren om de tegenoverdracht die ze in hun therapieën met patiënten steeds scherper voelen, te begrijpen. Het is gemakkelijker zicht te krijgen op manifestaties van het onbewuste en overdrachts-tegenoverdrachtsdynamiek als er meer tijd is voor zelfobservatie en zelfreflectie. In laagfrequente psychotherapieën blijft het spreken vaak beperkt tot het rapporteren van gebeurtenissen uit de voorbije week en komt men niet verder dan het onderzoeken van een afgebakend probleem. Sommige patiënten en therapeuten beleven dit op den duur als te beperkt en frustrerend. En dan komt de vraag naar de klassieke kuur automatisch aan de orde. Het doel daarvan is — anders dan in een analytische therapie — vooral het tot stand brengen van een stabiele en duurzame zelfanalytische functie.
Dit wil niet zeggen dat psychoanalyse altijd beter is dan psychoanalytische psychotherapie. Langdurige en intensieve behandelingen bieden niet altijd substantieel voordeel: denk maar aan impasses, negatieve therapeutische reacties, onwerkbare afhankelijkheidsrelaties en niet te beëindigen analyses. Daarom moet bij de aanvang van een dergelijke dure onderneming de vraag naar de indicatie en de analyseerbaarheid duidelijk gesteld worden. Wat is de meest geschikte behandeling voor wie? Zal de inspanning lonen? Naar mijn mening kan bijvoorbeeld ook in therapieën van eenmaal per week een authentiek psychoanalytisch proces tot stand komen. Dankzij empirisch-wetenschappelijk onderzoek hebben we geleerd dat de kwaliteit van de therapeutische relatie en de persoonlijke stijl van de therapeut doorslaggevend zijn voor het behandelresultaat, niet de specifieke techniek die men gebruikt. De psychotherapievormen die beschreven worden in dit themanummer zijn empirisch-wetenschappelijk onderzocht en effectief bevonden.
Psychoanalytisch werk is vooral luisteren, een ontvankelijke en empathische onderneming, waarbij de therapeut alles wat de patiënt inbrengt op zich laat inwerken. Luisteren gaat vooraf aan begrijpen, conceptualiseren en interveniëren. En achteraf dient men dit proces te evalueren. Gelukkig biedt de analytische wereld vele mogelijkheden om dit te doen: de eigen leertherapie of de persoonlijke analyse, supervisie, intervisiegroepen, het consulteren van ervaren collega's, wetenschappelijk onderzoek, het lezen of schrijven van een artikel. Op die manier draagt ons tijdschrift ook zijn steentje bij.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden