Transformaties in dromen
Samenvatting
Psychoanalyse heeft volgens Ferro weinig van doen met de opvatting van Freud die gericht was op ‹decoderen›. Psychoanalyse gaat daarentegen veel meer over het volgen van de patiënt in zijn verhaal, hem vergezellen, gebruikmaken van diens creatieve capaciteiten en hem voorzien van beelden.
Bespreking van
Antonino Ferro (2015). Torments of the soul — Psychoanalytic transformations in dreaming and narration. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 415 81344 0, 192 pp., £ 29,99
Een droom die in de loop van de psychoanalytische behandeling opduikt, wordt door Ferro bijvoorbeeld begrepen als een creatie die tot stand komt in het relationele en emotionele veld. De droom kan opgevat worden als een soort dramatische scène die betekenis genereert en die als startpunt dient voor nieuwe verhalen. Via een droom kan een patiënt, als onze beste collega, ons tonen welke interpretatiestijl te gebruiken. De dromen van de patiënt staan in relatie met eigen dromen. Zo kan een tegenoverdrachtsdroom een antwoord zijn op de droom van de patiënt. Het groeiend inzicht in dromen kan niet los gezien worden van de vrije invallen van de analysant (wanneer het een droom van de patiënt betreft), maar ook niet van de zelfanalytische werkzaamheid van de psychoanalyticus.
Ik zal enkele ideeën uit Ferro's nieuwe boek, Torments of the soul, kort samenvatten en proberen de essentie ervan weer te geven. Ferro illustreert zijn theoretische opvattingen niet alleen met behulp van een overvloed aan klinische vignetten, maar ook met talrijke voorbeelden uit de literatuur, zoals Fellini's dromenboek, het werk van Somerset Maugham, Het ongrijpbare meisje van Vargas Llosa en bijvoorbeeld films als Invasion of the Body Snatchers en Geheimnisse einer Seele.
In hoofdstuk 7 stelt Ferro een continuüm voor dat hij benoemt als het ‹droomensemble› (een term van Grotstein) of een continuüm dat rêverie, transformatie in dromen, spreken als dromen, dagdromen en nachtdromen omvat. Een persoon die niet in staat is te dromen, is gevangen in een eindeloze onveranderlijke wereld van wat is. Ondroombare ervaring vindt haar oorsprong in trauma. Ongedroomde dromen blijven zichtbaar als psychosomatisch lijden, afgesplitste psychose, van affect losgemaakte toestanden, autisme, perversie en verslaving. Binnen het analytische kader worden condities gecreëerd waarin de analysant vroegere ondroombare emotionele ervaring alsnog kan mentaliseren en dromen. Mentalisatie is het eerste deel van de progressie van zintuiglijke waarneming naar beelden; denken is het volgende stadium, namelijk het ordenen van alfa-elementen (of pictogrammen) tot een bepaalde volgorde en een verhaal. De analytische sessie speelt zich af op het niveau van wederzijds dromen: de patiënt droomt de interventie en de mentale toestand van de analyticus, de analyticus droomt de interventie die aan de patiënt gegeven moet worden. Onnoembare angsten, protosensorialiteit, proto-emotionaliteit en projecties worden geëvacueerd in de psyche van de analyticus en door hem getransformeerd in alfa-elementen en vervolgens in een gewijzigde, draaglijke en verteerbare vorm teruggegeven (projectieve identificatie). Voor steeds meer patiënten is de receptiviteit van de analyticus belangrijker dan zijn verbale optreden. Het maakt veel verschil of de analytische houding receptief en concaaf is dan wel convex en verwerpend.
De analyticus dient in staat te zijn tot wérkelijke rêverie (p. 106): er vormt zich in zijn geest een beeld als reactie op de evacuatie van zintuiglijke indrukken. Het beeld dat zich vormt is nog niet gedacht of denkbaar. Soms gaat het om flitsen, soms zijn het al geconstrueerde rêverieën. Een rêverie is nog geen vrije inval. Een rêverie wordt gekenmerkt door een direct contact met een beeld. De vrije invallen zijn een stap verder en duiken op zodra de alfa-elementen al gegroepeerd zijn tot narratieve derivaten. In een meer gevorderd stadium komt de analyticus tot transformaties in dromen of in een houding die toelaat elke communicatie van de patiënt vooraf te laten gaan door: ‹Ik had een droom waarin …› Volgens Ferro wordt tijdens de analytische sessie een virtuele realiteit gecreëerd met als centrale activiteit een transformatie in dromen. Analytisch luisteren omvat volgens Ferro meerdere aspecten: ontvankelijkheid en rêverie, transformatie in dromen, narratieve deconstructie, gevolgd door een opnieuw dromen van wat in het analytische veld verschijnt (p. 22). In de analyse wordt deze attitude zowel bij de analyticus als bij de analysant ontwikkeld. Het komt er dus op aan de capaciteit tot dromen, denken en voelen te ontwikkelen in plaats van zich te richten op het analyseren van psychische inhouden. Er is een noodzakelijke oscillatie tussen creativiteit en techniek; er zijn momenten dat de techniek domineert, naast momenten waarop fantasie en rêverie aan bod komen. Ook ‹spreken als dromen› (een concept van Ogden) noemt hij een vermogen dat de analyticus zich eigen moet maken: het kunnen improviseren in de vorm van een los gestructureerde conversatie die over elk mogelijk onderwerp kan gaan. Nachtelijke dromen beschouwt hij als een soort visuele poëzie van de geest, een communicatie die intuïtief begrepen kan worden in plaats van ontcijferd. Hij noemt de droom een brug tussen twee psychische levens, een contact.
Bij enkele vorige boeken kreeg ik het gevoel dat Ferro zich herhaalde en theoretisch weinig nieuws bracht, maar nu ben ik onder de indruk van een ongelooflijk creatieve Ferro, die genereus nieuwe inzichten en concepten produceert vanuit zijn praktijk met kinderen en volwassenen. De lezer kan ze het best zelf ontdekken: diverse afweervormen tegen voelen (p. 25), de positieve betekenis van onderbrekingen in psychoanalyse (elke analyse is volgens hem een onderbroken of afgebroken analyse) (p. 57-64), de psychodynamiek van het domme blondje (p. 65), … Ook zijn beschouwingen over het publiceren van psychoanalytisch materiaal en het probleem van het beschermen van de privacy van de patiënt gaan in tegen gangbare opvattingen en zijn het lezen waard. Het boek eindigt met een hoofdstukje met psychoanalytische oefeningen en spelletjes … interessant om iets mee te doen in opleidingsgroepen en werkgroepen.
Kortom, ik ben enthousiast over dit boek. Boodschap aan de lezer: bestudeer Bion en lees daarna Ferro.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden