Veldtheorie à la Ferro
Samenvatting
In vorige bijdragen over het werk van Ferro en zijn geestesgenoten wijs ik op het belang dat hij hecht aan het eigen ‹waak-droomdenken› tijdens psychoanalyse en psychoanalytische therapie (Hebbrecht 2011). Dankzij een bijzondere ontvankelijkheid en rêverie (of negatieve capaciteit) wordt het mogelijk dat proto-emoties en zintuiglijke indrukken bij de patiënt omgevormd worden in beelden. Volgens Ferro is de analyticus iemand die de ‹imaginopoëtische capaciteit›, of het vermogen beelden te scheppen, bij de patiënt activeert en op die wijze nieuwe verhalen mogelijk maakt. Interpretatie is volgens Ferro niet de hoeksteen van de psychoanalytische techniek; de analytische relatie is veel meer gericht op het gezamenlijk creëren en transformeren van verhalen en het construeren van nieuwe verhalen binnen een analytisch veld, waardoor de pathogene invloed van vroegere schokkende gebeurtenissen verzacht wordt. Ferro begint — in navolging van Bion — elke sessie alsof hij van de patiënt niets weet en hem voor het eerst ontmoet. Een belangrijk technisch concept van Ferro is ‹being in unison with the patient›: de analyticus dient zich precies af te stemmen, de juiste golflengte en de juiste toon te vinden. Samen met Basile heeft Ferro al in 2009 een eerste werk over het analytische veld uitgegeven waaraan meerdere analytici hebben meegewerkt. Ferro en Basile werken in hun eerste boek de opvattingen van het Argentijnse echtpaar Willy en Madeleine Baranger verder uit en omschrijven het analytische veld als multispatiaal, multidimensionaal, holografisch en van een droomachtige kwaliteit. The analytic field and its transformations dat tot stand is gekomen in samenwerking met Civitarese, eveneens internationaal bekend, en zoals Ferro werkzaam als analyticus in Pavia, is een voortzetting van Ferro's denken over hetzelfde thema.
Bespreking van
Antonino Ferro & Giuseppe Civitarese (2015). The analytic field and its transformations. Londen: Karnac. ISBN 978 17 822 01823, 204 pp., £ 24,99
De idee van ‹het analytische veld› houdt in dat de intermenselijke ontmoeting van patiënt met analyticus een geheel aan proto-emoties, verwachtingen, behoeften en verlangens voortbrengt die door beiden ervaren worden binnen een transpersoonlijke ruimte. Dankzij de analytische setting kan deze gemeenschappelijke ervaring onderzocht worden. Het concept van ‹intersubjectieve analytische derde› van Ogden sluit in dit opzicht sterk aan bij de opvattingen van Ferro over het analytische veld. De focus voor analyse ligt niet op de patiënt, ook niet op de analyticus, maar wel op datgene wat tussen hen in ligt en door hen beiden tot stand wordt gebracht. In vergelijking met de vorige werken van Ferro zijn me nu een aantal andere accenten opgevallen.
Allereerst wordt er een onderscheid gemaakt tussen de bioniaanse theorie van het analytische veld en andere intersubjectieve benaderingen, zoals de relationele psychoanalyse die in de Verenigde Staten populair is
‹Het veld› is een metafoor die ontleend werd aan de fysica (elektromagnetische velden). De idee van het analytische veld is al bij Freud terug te vinden (Zwischenreich: het overgangsgebied van overdracht, fantasie en kunst) en ook bij Klein (het spel van kinderen, wat verder uitgewerkt is door Winnicott: potentiële ruimte, intermediaire zone, transitionele fenomenen) en ook aanwezig is in het werk van Lacan, Green en Ogden. Het concept van de metafoor wordt in het eerste hoofdstuk geanalyseerd en tegenover andere concepten geplaatst, zoals metonymie, rêverie, vrije associatie, narratieve transformatie. Volgens Ferro & Civitarese (hoofdstuk 1) zijn metaforen narratieve derivaten van waak-droomdenken. De psychoanalyse maakt er dankbaar gebruik van. Van Freud lenen we de archeologische metafoor, de metafoor van de chirurg, de metafoor van het lege scherm waarop geprojecteerd wordt, de metafoor van het schaakspel, evenals de militaire metafoor. Bion biedt ons digestieve en seksuele metaforen, Ferro kiest voor gastronomische en cinematografische metaforen. In de analytische techniek van Ferro is de creatie van nieuwe metaforen erg belangrijk.
Civitarese verbindt de bioniaans geïnspireerde veldtheorie met het werk van Merleau-Ponty. Deze Franse filosoof is vooral geïnteresseerd in de achtergrond van intercorporele, preverbale en presymbolische precommunicatie die aan elke linguïstische of symbolische communicatie voorafgaat en deze steeds vergezelt. Dit doet erg denken aan onze actuele inzichten over het impliciete geheugen in verband met vroeg optredende traumata en het niet-verdrongen onbewuste. Ook de idee dat de ander slechts begrepen kan worden via een voortdurende reflectie op wat deze in ons teweegbrengt. Wat het subject ontmoet in de wereld wordt voortgebracht door de ontmoeting op zich en komt dus niet tot stand doordat een agens in ons een reactie teweegbrengt. Ook gaat het niet om een projectie van iets dat het subject naar buiten richt en aan het ding toeschrijft.
De meeste hoofdstukken bevatten leuke klinische vignetten, sprekende vergelijkingen en fabels (bijvoorbeeld het verhaal van de Snark op pagina 119) die inspirerend materiaal bieden voor eigen therapeutisch werk. Ditmaal bespreken de auteurs ook ideeën van geestesgenoten, zoals bijvoorbeeld Grotstein over de transcendente positie en het verschil tussen projectieve identificatie en projectieve transidentificatie. Het gebruik van confrontatie wordt ter discussie gesteld; dit past niet direct in de benadering van Ferro, omdat het vertrekt vanuit een wetende positie en het standpunt van een eenpersoonspsychologie. Beter is een discussie tot stand te laten komen over de dilemma's waarmee de verschillende personages van de analytische scène worstelen.
De beschouwingen over de temporaliteit van het analytische veld vond ik interessant. Het gaat niet om een lineaire temporaliteit, maar wel om een circulaire: telkens wanneer een eerdere gebeurtenis in het verhaal opduikt, krijgt ze nieuwe betekenis.
In de bijdragen van Ferro worden vooral de klinische praktijk en de rijke fantasie zichtbaar; Civitarese abstraheert vooral en verbindt Ferro's opvattingen met de Franse filosofie en met zijn eigen opvattingen over de esthetische dimensie van de psychoanalyse.
Met dit boek timmeren beide auteurs verder aan het bioniaanse paradigma, dat Freud en Klein niet zal vervangen maar verder tot ontwikkeling brengen. Het is zeker de moeite waard om het boek aan te schaffen, tenzij men over PEP-Web beschikt. De meeste hoofdstukken zijn namelijk al als artikelen gepubliceerd in belangrijke psychoanalytische tijdschriften.
Literatuur
- Ferro, A. & Basile, R. (red.) (2009). The analytic field — A clinical concept. Londen: Karnac.
- Hebbrecht, M. (2011). Droomverhalen in het tweepersonenveld — Een kennismaking met het werk van Antonino Ferro. Tijdschrift voor Psychoanalyse, 17, 17-29.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden