22 maart 2016
Samenvatting
Rond de middag kreeg ik een SMS-bericht van onze jongste dochter die in Brussel woont, dat alles goed met haar was. Vreemde boodschap, vooral als je je van geen onheil bewust bent. Ik antwoordde met een vraagteken; zij antwoordde met: ‹Zet de radio aan.› Toen werd alles duidelijk: twee zelfmoordaanslagen op de nationale luchthaven, even later een bom in de Brusselse metro met een gruwelijke tol van vele doden en honderden gewonden. En dit enkele dagen nadat in de media triomfantelijk werd gemeld dat Salah Abdeslam, de voortvluchtige mededader van de aanslagen in Parijs, eindelijk was opgepakt. En daar verdween de illusie van onkwetsbaarheid! Tot die bewuste dag was het fijn om aan te komen in de vertrekhal van Zaventem om het vliegtuig te nemen naar een leuke vakantiebestemming … of om een congres te bezoeken. Vanaf 22 maart 2016 is die vertrekhal een traumatische plek geworden waar jij en je dierbaren in één klap opgeblazen kunnen worden, letterlijk uiteen kunnen spatten.
De psychoanalytische therapieën hebben traumaslachtoffers en hun nabestaanden veel te bieden als het gaat om de emotionele verwerking van dergelijke vreselijke gebeurtenissen en dit is vaak een langetermijntraject. Onze gedachten zijn allereerst bij de slachtoffers en hun familieleden. Een moeilijker kwestie dan traumabehandeling echter is of psychoanalyse bijdraagt tot het begrijpen van terrorisme. Wie van ons heeft ooit een terrorist in de spreekkamer gehad? Ik niet en ik ken persoonlijk geen collega's die ervaring hiermee hebben.
De vraag houdt me bezig hoe iemand ertoe komt zichzelf op te blazen en tientallen onschuldigen de dood in te jagen en vele anderen ondraaglijk leed te bezorgen. Is hier sprake van een extreem psychotisch mechanisme? Is zo iemand in de greep van immense haat en afgunst die hij niet kan dragen en vooral niet wil begrijpen? Alsof het hier gaat om het uitleven van wrok op een koele, berekende en voorbereide manier waarbij niet alleen het eigen denk- en waarnemingsapparaat wordt aangevallen (zoals bij de psychose), maar waarbij in een blinde haat de gehele eigen persoon wordt gefragmenteerd en geëxplodeerd. Ligt hier een transgenerationeel trauma aan de basis? Hebben de jihadisten in het gezin van herkomst zulke vernederingen en schaamte-ervaringen meegemaakt dat ze hebben gezworen dit aangedane onrecht definitief te vergelden? Een narcistische woede die extreme proporties aanneemt? Of moeten we eerder denken aan de pathologische verwerking van adolescentieproblematiek: jongeren zonder doel, zonder hoop, die de overtuiging koesteren dat ze toch niets te verliezen hebben en onder de invloed van charismatische figuren die haat prediken in de ban raken van fundamentalistische overtuigingen en toenemend radicaliseren? Op den duur voelen ze zich actoren van een apocalyptisch visioen en koesteren ze een almachtsfantasie waarin ze zich vereenzelvigen met een god die oordeelt over goed en kwaad en het recht heeft de slechten te verdoemen en te doden. Door te vernietigen kunnen ze zich innerlijk zuiveren van alles wat slecht is, waarbij ze beloond worden met het vooruitzicht van eeuwige vereniging met de martelaren en hun god, hun grote voorbeelden. Postuum zal hun alle eer, roem en liefde toekomen. Ze zullen één worden met hun god in een eeuwigdurende gelukzaligheid. Het is funest dat deze illusie door hun subgroep wordt gevoed en versterkt. Zij dienen hun god door hem een bloedoffer te brengen en er vloeit veel bloed … De god waarin zij geloven is op deze manier wraaklustig, straffend en patriarchaal. Wie tot zulke vreselijke terreurdaden overgaat als we in Brussel hebben gezien, is wellicht in de greep van een diep gevoel van slechtheid en innerlijke waardeloosheid dat geprojecteerd wordt op de gevestigde orde, die vervolgens ontmenselijkt en duivels wordt. Naast de individuele psychodynamiek dienen we ons af te vragen met welke leiders en leraren zelfmoordterroristen tijdens hun ontwikkeling te maken kregen. Was er sprake van pesten, vernederen, haat prediken, ophitsen? Werden fysiek geweld en openlijk machtsvertoon geïdealiseerd? Waren machthebbers en ordehandhavers te vertrouwen, of zocht men bescherming van paramilitaire organisaties, omdat de gevestigde orde hypocriet, afwijzend of corrupt was? Terreurdaden zijn vooral een tactiek waarbij geweld doelgericht en weloverwogen wordt gebruikt zonder zich rekenschap te geven van de persoon van het slachtoffer. Het voornaamste doel is angst te zaaien en de verantwoordelijke autoriteiten die de status quo van het Establishment handhaven, te destabiliseren. Vooral is terreur erop gericht om de bestaande orde omver te werpen en te vervangen door een nieuwe orde. Daarom worden terreurdaden door terroristische organisaties opgeëist.
Inzichten in de individuele psychodynamiek en in groepsprocessen (zowel in kleine als in grote groepen) kunnen terrorisme voor ons tot op zekere hoogte begrijpelijk maken, maar meer is te verwachten van een multidisciplinaire benadering waarin ook socioculturele, politieke, historische, religieuze en economische aspecten aandacht krijgen. Als gevolg van het trauma dat ons wordt aangedaan, dreigen we onze mentalisatiecapaciteit te verliezen en terroristen uitsluitend te zien als vijanden die uitgeschakeld moeten worden. Willen we het fenomeen oplossen dan kunnen we terroristen het beste beschouwen als denkende en voelende, menselijke personen. De situatie in Noord-Ierland heeft ons geleerd dat het terrorisme pas is gestopt nadat de overheid met de IRA in gesprek heeft durven gaan. Zolang men bleef vasthouden aan repressie en vijandsdenken, bleef de spiraal van geweld voortbestaan. Wellicht moet men vanuit overlevingsdrang eerst de oorlog aangaan. Maar daarna moet er toch een dialoog volgen met de leiders van dergelijke organisaties. We dienen ook te begrijpen waarom dergelijke terreurorganisaties zo'n aantrekkingskracht uitoefenen op kwetsbare jongeren. Zo kan recrutering verminderd worden. De psychoanalyse kan bijdragen tot het verminderen van haat, het blijven mentaliseren in traumatische omstandigheden, het creëren van situaties die empathie mogelijk maken, het ter discussie stellen van stereotypen en vooroordelen.
Ik hoop dat auteurs reageren en hun gedachten over deze onlustvolle thematiek publiek willen maken via ons Tijdschrift.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden