Wandelaar, er is geen weg, de weg wordt al wandelend gemaakt1
Samenvatting
Gregorio Kohon — opleidingsanalyticus bij de British Psychoanalytic Society en erg gewaardeerd spreker op internationale congressen — probeert in dit beklijvende boek de essentie van de esthetische ervaring te vatten. (Laat)bioniaanse invloeden, een grote artistieke intuïtie en een authentieke passie voor poëzie — Kohon is zelf auteur van verschillende Spaanse dichtbundels — geven dit boek een bijzondere, gelaagde dimensie. Nergens kunnen we Kohon betrappen op storende, sluitende conceptualiseringen of geforceerde, reducerende intellectualisering van kunst.
Bespreking van
Gregorio Kohon (2016 [2015]). Reflections on the aesthetic experience — Psychoanalysis and the uncanny. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 1 13879 542 6, 176 pp., £ 29,99
Nooit gaat het om het blootleggen van verborgen betekenissen van een kunstwerk, noch om het hoogmoedig ontrafelen van het creatieve proces bij de kunstenaar. Kohon beseft dat het wezenlijke van een esthetische ervaring — een ontmoeting tussen het kunstwerk en de gevoelige, geëngageerde waarnemer — ontsnapt aan elke representatie, aan elke definitie. Hij weet de lezer mee te voeren in een wereld van onzekerheid, verwarring, angst, controleverlies, mysterie, ontzag, overgave.
Kohons hoofdstelling is dat het Unheimliche (Freud 1919) een wezenlijk element van elke esthetische ervaring vormt. In confrontatie met een artistiek object worden verschillende bewuste en onbewuste betekenissen en ervaringen beroerd, die samen met de herkenning van iets vertrouwds, een gevoel van vervreemding bij de waarnemer provoceren. Het comfortabele gevoel bij zichzelf thuis te zijn, wordt bedreigd. In het eerste hoofdstuk zal Kohon deze gedachte diepgaand verkennen. Een echo ervan valt te horen in alle erop volgende hoofdstukken waarin hij telkens twee kunstenaars in dialoog met elkaar laat gaan in een ontmoeting met cruciale psychoanalytische inzichten (Nachträglichkeit, le travail du négatif, psychic retreats, fear of breakdown, …).
Verder in deze bespreking geef ik hiervan twee voorbeelden. Kohon haalt dit proces van depersonalisatie uit de psychopathologische context. Momenten waarin grenzen tussen verleden en heden, binnen en buiten, ik en de ander uitgeveegd worden, momenten van aliënering waarbij het vertrouwde losgelaten moet worden en het vreemde in zichzelf erkend, zijn immers cruciaal in elk psychisch groeiproces. Net zoals een psychoanalytisch parcours zowel voor analyticus als analysant een reis naar het onbekende is, dat het andere, het nog niet gesymboliseerde laat oplichten, zo vraagt het kunstwerk van de toeschouwer moed, stilte, het ondergaan van een ‹wolk van niet-weten› (Meltzer & Williams 1988). Kunst die de naam waardig is, ‹takes you from behind›.
Ze confronteert je met een onverwachte emotionele breuk, stelt het afwezige aanwezig, zuigt je op om je vervolgens weer los te laten. ‹Wat verwacht ik van een kunstwerk?›, vroeg Lucian Freud (2012) zich af. ‹Dat het me verbluft, verstoort, verleidt, overtuigt.›
In deze recensie probeer ik enkele door Kohon belichte ontmoetingen tussen een artistiek werk en een psychoanalytisch concept op te roepen, al doe ik zo onvermijdelijk onrecht aan de levendigheid en creativiteit van zijn denken. Deze confrontaties lijken me de diepste affiniteit tussen kunst en psychoanalyse te illustreren, namelijk kiezen om te blijven in plaats van weg te lopen van het donkere. De in Kohons werk aangehaalde kunstenaars (Bourgeois, Kafka, Borges, Serra, Munch, …) wisten allen vorm te geven aan datgene waarvoor geen vorm, geen woorden, geen symbolisering lijkt te bestaan en wat — heel soms — in onze psychoanalytische processen met patiënten uit infraverbale zones opduikt. Zo is er het sublieme werk van de Spaanse kunstenaar Juan Munoz (Many times, 1999). Het bestaat uit honderd identieke menselijke figuren, zonder voeten, allemaal gelijk, gekleed in dezelfde grijze pakken en allemaal glimlachend.
Op het eerste gezicht lijkt er een wederzijdse emotionele betrokkenheid met de toeschouwer te ontstaan. Maar algauw maakt deze bedrieglijke suggestie van sociale interactie en levendigheid plaats voor een onbehaaglijk spiegeleffect. De blije gezichten blijken onbetrouwbaar en veranderen in een eindeloze lege spiegeling. Ze roepen op wat Lacan en Winnicott over spiegels schrijven en Bion over containment. Munoz' karakters gedragen zich als een spiegel die niet kan reflecteren. Ze laten de toeschouwer vervreemd, verward achter. In confrontatie met die beeldengroep verliest hij ineens elke vertrouwde referentie en innerlijke soliditeit. Kohon haalt ook het oeuvre van de in Londen werkende, Indiase kunstenaar Anish Kapoor aan. Ook hij weet met zijn kunst onzekere referenties te genereren. Kapoor dwingt de bezoeker tot het nemen van risico's.
In een beweging van vol naar leeg ontstaat een ontmoeting die opwinding én angst, verwachting én ongemak provoceert. Kunstenaar en toeschouwer creëren samen een transitionele ruimte (Winnicott) om te spelen, verrast te worden, betekenis te genereren. Building for a void (1992) is een betonnen toren waarbij de bezoeker klimmend langs een trap, een opening naar een ronde, lege witte ruimte ‹ontmoet›. Enkel op de vloer van die witte binnenruimte treft hij een zwart rond oppervlak. Bij het benaderen van deze kleine cirkel wordt de gast verteerd door de angst opgeslokt te worden, in een leeg gat te verdwijnen, en tegelijkertijd voelt hij een beklemmende opwinding.
Deze adembenemende totaalervaring blijkt aan elke beschrijving te ontsnappen. De angst meegezogen te worden in een zwart gat, geen veilige afstand ten aanzien van het oerobject te kunnen bewaren, kennen analytici uit dromen van hun analysanten. Deze voorbeelden illustreren de ongemeen rijke inhoud van dit boek waarin je als lezer willens en wetens verdwijnt en dat heerlijk verontrustend, onthutsend, erudiet en inspirerend is. Kohons werk doet je niet alleen op een nieuwe manier naar vertrouwde psychoanalytische concepten kijken, maar laat je bovenal achter met het verlangen om de erin opgeroepen artistieke en literaire creaties (opnieuw) te gaan ontdekken en beleven. Om te lezen en nog eens te lezen …
Noot
- 1.A. Machado (1912), geciteerd door Kohon in zijn hoofdstuk over het werk van Louise Bourgeois en onze behoefte aan een ‹hol›, een veilige privézone in onszelf.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden