Geweld en oorlog
Samenvatting
Tien jaar geleden verscheen Freuds Werken. Daarmee kwamen diens teksten, inclusief enkele brieven en gelegenheidsteksten, voor het eerst in een handige Nederlandstalige cassette ter beschikking. Een van de merkwaardigste stukken, dat het midden tussen een brief en een gelegenheidstekst houdt, is de meestal veronachtzaamde1 ‹discussie› met Albert Einstein, getiteld Waarom oorlog? (1933). Ik wil de actuele relevantie ervan aanstippen door, behalve bij de intrigerende historische context ervan, ook kort stil te staan bij de specificiteit van Freuds thematisering van ‹geweld› en ‹oorlog›.
Een van de vele intellectuelen met wie Freud correspondeerde was Einstein. Van het twintigtal brieven dat beide Joodse geleerden uitwisselden, is de gedachtewisseling in de zomer van 1932 zonder meer de meest relevante. Het Internationaal Instituut voor Intellectuele Samenwerking — de voorloper van de huidige Unesco —, met onder zijn leden onder meer Marie Curie, Henri Bergson en Paul Valéry, nodigt Einstein uit om een maatschappelijk relevante vraag voor te leggen aan een van zijn collega's. Hij verleent daarbij de eer aan zijn op dat moment zesenzeventigjarige ambtgenoot. Met enige tegenzin stemt Freud erin toe om een open antwoordbrief te schrijven. De op til zijnde machtsovername door Hitler leidde er niet alleen toe dat het Instituut van de gelijktijdig gepubliceerde Franse en Engelse vertaling van de Duitse tekst slechts elk tweeduizend exemplaren kon drukken, maar ook dat de brochure meteen op de nationaalsocialistische index werd geplaatst. Hetzelfde lot zou trouwens de door de Volkenbond geautoriseerde Nederlandse vertaling ondergaan. Vijf jaar later zouden de laatste exemplaren, waarvan Freud er een aan Benito Mussolini liet bezorgen, samen met het werk van Einstein en andere Joodse auteurs, tijdens de boekenverbrandingen sneuvelen. Welke inhoudelijke stellingnames maken dat deze tekst in het kader van Freuds werk ook vandaag nog te denken geeft?2
In geen enkele andere tekst gaat Freud explicieter op het thema ‹geweld› (Gewalt) in dan in zijn brief aan Einstein. Daarbij wordt duidelijk dat voor Freud geweld geen plaats heeft binnen zijn ‹individuele psychologie›, zoals meestal wordt gesteld, maar dat hij het exclusief contextualiseert in de in zijn culturele geschriften ontwikkelde ‹sociale psychologie›. In het spoor van Het onbehagen in de cultuur (1930) maakt Freud duidelijk dat hij de term ‹geweld› ervoor bestemt om de vinger te leggen op het fait primitif van de intersubjectiviteit: geweld bepaalt de socio-antropologische conditie. Op basis van deze uitgangspositie verschijnt gemeenschapsvorming — in termen van ‹cultuurgemeenschap› — als een bezwering van geweld. De meest opzienbarende geste die Freud doorvoert, is echter dat hij geweld hier specifiek en wezenlijk verbindt met de culturele formatie van het recht. Behalve het geweld, is Waarom oorlog? dan ook de enige tekst waar Freud dermate expliciet op het thema van het recht ingaat.
In de inherente koppeling aan het recht toont zich de antropologische inzet van Freuds geweldanalyse: de culturele formatie van het recht is de plaats bij uitstek waar de culturele bezwering en kanalisering van geweld zich toont. Freud neemt daarmee tevens stelling inzake wat wel eens ‹de paradox van recht en geweld› wordt genoemd: recht kan onmogelijk worden begrepen als de afwezigheid van geweld, en vice versa. Integendeel. Recht en geweld veronderstellen elkaar wezenlijk. Of, zoals Freud stelt: ‹Men rekent verkeerd als men het feit niet meetelt dat recht in oorsprong bruut geweld was en ook nu nog de steun van geweld niet kan missen› (1933, p. 245). De constitutie van het recht betekent voor Freud dat het geweld wordt gemonopoliseerd door en ten dienste gesteld van een ‹belangengemeenschap›. De eenheid of cohesie van een dergelijke gemeenschap gaat terug op de menselijke mogelijkheid om de onderlinge primaire vijandigheid te overstijgen en om via identificaties emotionele banden tot stand te brengen. Ondanks deze mogelijkheid is gemeenschapsvorming inherent instabiel. Dit heeft onmiddellijke gevolgen voor de status van het recht als dynamisch-contingent, inherent fragiel en feilbaar. Dezelfde rechtsonzekerheid maakt echter tegelijkertijd rechtsontwikkeling mogelijk, zowel gedreven door interne machtsconflicten (burgeroorlogen) als door vreedzame motieven.
Freuds gematigde optimisme over de relatieve stabiliteit van het recht binnen een gemeenschap krijgt een knauw wanneer hij van het nationale niveau naar de door Einstein geproblematiseerde internationale gemeenschapsvorming overschakelt. De beslechting van conflicten, stelt hij, lijkt daar ‹bijna altijd› te gebeuren via ‹de krachtmeting van de oorlog› (p. 243). Het instellen van vrede door recht gebeurt dus paradoxaal steeds via oorlog. Dit staat in contrast met het door Einstein beoogde kosmopolitische ‹naar de eeuwige vrede›, in de traditie van Immanuel Kant. Voor Freud is vrede echter steeds een momentane afwezigheid van oorlog. Dit is dus in strijd met Einsteins pacifistische project, waarbij de oprichting van een ‹supranationale organisatie› met ‹wetgevende en juridische autoriteit› oorlogen ‹onmogelijk› maakt (p. 237). De mogelijkheid van een ‹sterk centraal gezag› (Zentralgewalt), beoogd met de Volkenbond, stoot op de grenzen van het daartoe noodzakelijke absolute karakter van sociale cohesie. Een door internationaal recht gegarandeerde eeuwige vrede nastreven betekent voor Freud de miskenning van het feit dat vrede steeds een voorlopige afwezigheid van oorlog is, ten gevolge van een momentane bezwering van het geweld in het recht.
Gegeven de onvermijdelijkheid van de oorlog, stelt Freud, is het pacifisme eigenlijk een nog groter raadsel dan ‹Waarom oorlog?›. Ondanks het onuitroeibare geweld is er immers bij de mens sprake van een even hardnekkig verlangen naar vrede. Freud begrijpt het pacifisme dan ook als ‹een constitutionele intolerantie› die de Kulturmensch kenmerkt (p. 250). Zijn pessimistische analyse van menselijk samenleven, als zowel inherent gewelddadig als hunkerend naar de eeuwige vrede, reveleert de mens zo als het ‹onaangepaste dier› dat het geweld probeert te bezweren in het recht, balancerend tussen dreigende oorlog en precaire vrede.
Literatuur
- De Vleminck, J. (2017). Recht en geweld — Over het geweld van het recht en de illusie van de eeuwige vrede. In L. Lauwaert (red.), Geweld — Filosofische essays. Antwerpen: Polis (te verschijnen).
- Freud, S. (1933). Waarom oorlog? Werken 10 (p. 233-250). Amsterdam: Boom, 2006.
- Ladan, A. (2015). Het verlangen naar oorlog en andere zaken. Amsterdam: Sjibbolet.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden