Autoriteit, de angst ervoor, de noodzaak ervan?
Samenvatting
Ingo Focke, president van de Deutsche Psychoanalytische Gesellschaft leidde het grote congres van de European Psychoanalytical Federation (EPF) over autoriteit in Berlijn in. Hij vertelde hoe velen van de naoorlogse generatie, onder wie hijzelf, diep ambivalent verbonden zijn met de ouders van de oorlog en met name met de vaders met nazisympathieën, en hoe ingewikkeld het nu is om je te verhouden tot autoriteit. Deze moedige opening bracht de duizend aanwezigen, onder wie tweehonderd kandidaten, direct naar het thema.
Verslag van
¿Authority? [Berlijn, 17-20 maart 2016]
Michael Parsons, van de British Society, richtte zich als eerste main speaker op het verwerven van een interne autoriteit. Alhoewel de interne wereld de focus is van de analyticus kan externe autoriteit onze psychoanalytische identiteit ondermijnen. Volgens Parsons is het ego van Freud eigenlijk een false self, het sluit compromissen om een rustig innerlijk evenwicht te behouden uit. Ook het ego van Lacan berust op vervreemding. Parsons noemde dat: ‹Het ego liegt.› Maar als het ego dan eigenlijk een false self is en in zichzelf vervreemdend, dan moet er volgens Parsons ook een true self zijn. Het true self kenmerkt zich door een weigering om te liegen en is het waardevolste wat we kunnen bereiken. Echter om een true self te ontwikkelen, of een eigen interne autoriteit te verwerven, is het nodig dat anderen die innerlijke vrijheid waarderen. Daarom vindt Parsons neutraliteit van de analyticus geen goed idee, en zoekt hij naar de morele dimensie van ons vak. Zijn filosofische verhaal inspireerde tot kritische vragen: Is het wel een haalbare zaak om tot een true self te komen? Is het niet beter om te spreken van ‹momenten van vrijheid›, momenten van het kunnen ervaren van een interne autoriteit, een eigen stem?
Na de ochtend waren er een aantal parallelle lezingen. In de lezing van Avner Bergstein, van de Israel Psychoanalytic Society, ging het opnieuw over ‹emotionele waarheid›. Bergstein stelde dat verbale formuleringen niet geschikt zijn om een emotionele ervaring te representeren. De psychische realiteit ‹O› van Bion kan nooit volledig worden bevat. Voor de praktijk betekent het dat interpretaties er niet toe dienen om iets te verwoorden of te begrijpen, maar beoordeeld moeten worden op hun effect. Het gaat erom dat een patiënt opnieuw psychisch in beweging kan komen. Als een duiding tot gevolg heeft dat er een scheur komt in een psychische barrière en de patiënt daardoor in staat is zichzelf beter te verhouden tot delen van zijn psyche zitten we volgens Bergstein op de goede weg. Met behulp van vergelijkingen uit het Oude Testament bracht Bergstein de non-verbale ervaring in de spreekkamer naar voren.
Rachel Blass, van de British Psychoanalytic Society en de Israel Psychoanalytic Society, verzorgde een middaglezing, waarbij ze stelde dat er tegenwoordig te omzichtig wordt gedaan over de autoriteit van de analyticus, die volgens haar juist zo noodzakelijk is. Volgens Blass is deze wijziging niet gebaseerd op klinische evidentie, maar komt die voort uit maatschappelijke ontwikkelingen, uit ongemak dat heden ten dage ontstaat met betrekking tot autoriteit. Blass vindt echter dat het in een psychoanalytisch proces noodzakelijk is dat de analyticus wordt ervaren als een autoriteit, zodat liefde en haat op hem geprojecteerd kunnen worden. Blass waarschuwt ervoor om de houding die vroeger stelliger was niet in te ruilen voor een te vriendelijke of moederlijke opstelling, omdat dat groei zou belemmeren. Immers autoriteit (van een derde/vader) is nodig om de illusie van gelijkheid te doorbreken, om differentiatie te introduceren. Agressie jegens autoriteit zal dan ook vaak samenhangen met de behoefte om de relatie met de moeder af te schermen, om niet zelf creatief te worden en om de verantwoordelijkheid voor de eigen destructieve verlangens te ontlopen. Het was een stevige bijdrage, die ze later wat afzwakte. Toch ook een tegemoetkoming aan de huidige maatschappelijke tendensen?
Vrijdagavond werd de fenomenale film The flat vertoond, waarbij Arnon Goldfinger, de regisseur, aanwezig was: een Israëlisch-Duitse coproductie uit 2011 over ‹knowing and not-knowing›. In de film werd het verlangen om te weten en tegelijk de angst daarvoor zichtbaar zowel bij de eerste-, als de tweedegeneratieslachtoffers van de Shoah en de kinderen van Duitse daders.
Interessant was zaterdag de bijdrage van Ilany Kogan van de Israel Psychoanalytical Society over een Bayreuther opvoering uit 1980 van de Ring des Nibelungen: Siegfried, die de wil van de vader breekt en zich wil verenigen met de moeder. Zij liet overtuigend de versterkte ambivalentie zien van Wagner ten aanzien van de Joden zoals die tot uitdrukking komt in de racistische verbeelding van deze Ring.
Ook hield Leontine Brameijer, van het Nederlands Psychoanalytisch Genootschap, 's middags een mooie voordracht waarbij ze aan de hand van Freuds analyse van Suzanne (Bernfeld-Cassirer) in 1933 illustreerde hoe de neutraliteit van de analyticus in de sessie onder druk kan komen te staan als de externe realiteit en morele kwesties zich te veel opdringen. Daarbij maakte ze gebruik van Bion en Steiner en betoogde ze dat ‹echte› autoriteit schuilt in het handhaven van de analytische neutraliteit, of het terugvinden ervan na een enactment.
Er is veel over zo'n meerdaags congres te zeggen en een verslag doet natuurlijk geen recht aan de vele boeiende verhalen die er zijn gehouden. Maar Howard Levine, van de American Psychoanalytic Association, maakte ten slotte heel kernachtig duidelijk waar de meerwaarde van autoriteit in gelegen is en hoe dat verbonden is met ethiek. In zijn voordracht belichtte hij de paradox van de analytische situatie. Juist omdat het niet zozeer gaat om het zoeken naar verborgen betekenissen uit het verleden, maar veeleer om wat er tussen analyticus en patiënt gebeurt, waardoor ook nieuwe betekenissen ontstaan, is het niet meer mogelijk om te onderscheiden wat van wie komt. ‹The shadow of the analyst falls on the patient›, stelt hij. Daarbij is er constant het gevaar van suggestie, volgzaamheid en grensoverschrijdingen. Maar aan de andere kant biedt autoriteit ons juist ook de mogelijkheid het goede te doen. De autoriteit van de analyticus is verbonden met de verplichting aan de patiënt om in diens belang te handelen en heeft dus niets te maken met het beter weten, maar alles met verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkelingsbehoeftes van de patiënt en zijn psychoanalytische proces. Een overtuigend verhaal van een man die door zijn denkkracht en ervaring gezag heeft.
Bij de afsluiting werd met een mooie film van Jelle van Doornik het volgende EPF-congres geïntroduceerd, dat in Den Haag plaatsvindt.
Het was een boeiend congres vanwege de verschillende gezichtspunten die naar voren werden gebracht rondom het thema autoriteit. In de discussies werd goed en kritisch geluisterd naar elkaar. Dat is ook de opdracht van de EPF, een forum te zijn om gedachten uit te wisselen en daarin is men goed geslaagd. Er waren echter geen verhitte debatten. Mogelijk was er vrees om de eigen autoriteit te laten gelden, maar over waarom dat zo is hebben we bruikbare gedachten kunnen ontwikkelen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden