Anders kijken naar perverse scènes?
Samenvatting
Sexualities — Contemporary psychoanalytic perspectives is een veelomvattend boek. In de inleiding belooft de redactie een wijde waaier aan internationale, verfrissende bijdragen over het complexe en nog steeds controversiële onderwerp psychoseksualiteit. De lezer mag uitkijken naar nieuwe psychoanalytische wijsheid die bruikbaar kan zijn in het werken met patiënten met diverse seksuele problematieken. Psychoanalytici blijven immers evenzeer als hun patiënten verwikkeld in een nooit eindigende strijd om (nieuwe manifestaties van) psychoseksualiteit te bevrijden én te containen.
Bespreking van
Alessandra Lemma & Paul Lynch (red.) (2015). Sexualities — Contemporary psychoanalytic perspectives. Hove/New York: Routledge. ISBN 978 0 41571 866 0, 244 pp., £ 29,99
Na een dergelijke belofte vond ik het eerste en tweede deel van deze bundel (samen goed voor zowat de helft van alle pagina's!) vrij ontgoochelend. In deel één vindt de lezer een nogal droge, historische schets van het psychoanalytisch denken over seksualiteit. Dit overzicht lijkt meer thuis te horen in een inleidende cursus van een psychoanalytische opleiding. Wel maakt het duidelijk hoe nieuwe psychoanalytische theorievorming over seksualiteit vaak onder druk van culturele en maatschappelijke veranderingen ontstaat. De psychoanalyse blijkt veel minder vrij van waarden en normen dan ze graag pretendeert. Zo dwong de toenemende tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit in vele delen van de hedendaagse samenleving de psychoanalyse tot het herzien van haar verengende denken over deze seksuele ‹variant›, niet omgekeerd. (Deel drie van het boek is trouwens volledig gewijd aan nieuwe visies op homoseksualiteit.)
Ook het tweede deel van het boek dat een revisie van een aantal metapsychologische concepten beoogt, illustreert hoe psychoanalytici zich soms nog evenzeer als de ‹leek› zondigen aan een binair, paranoïde-schizoïde denken (zoals bijvoorbeeld in: man versus vrouw, hetero- versus homoseksualiteit, normaliteit versus psychopathologie, hét oedipuscomplex als enig structurerend principe met slechts één mogelijke gezonde afwikkeling). Alsof ook psychoanalytici via deze defensieve theorievorming de complexiteit en overweldigende chaos van het onbewuste hopen te bedwingen.
Uit dit tweede deel haal ik alleen de inspirerende bijdrage van Mary Target even aan. Voortbouwend op haar onderzoek met Peter Fonagy rond affectregulatie, spiegeling en hechting stelt ze een interessante hypothese waarvan een echo te horen valt in vrijwel alle bijdragen uit de laatste twee delen van het boek. Dat de moeder — anders dan voor angstige, verdrietige, zelfs agressieve emoties — een bijzondere moeilijkheid ervaart om de seksualiteit van haar baby'tje te spiegelen (ervan wegkijken uit ongemak, uit angst de seksuele prikkeling van haar kind alleen maar te vergroten door gemarkeerde en congruente spiegeling), vormt het hart van haar denken omtrent psychoseksualiteit. Dit noodzakelijke, onafwendbare falen — het gedachtegoed van Laplanche die stelt dat de moeder met haar seksualiteit onbewust een enigmatische boodschap in het onbewuste van haar baby binnenbrengt, is nooit ver weg — structureert de menselijke seksualiteit. Immers, dit gemis aan congruente spiegeling van seksuele excitatie zorgt ervoor dat een vreemd element in de psyche van het kind circuleert en er een verlangen teweegbrengt naar een ander die alsnog de overrompelende, destabiliserende ervaring van seksualiteit helpt bewerken. Deze barst in de coherente beleving van het zelf, dit gat drijft de mens ertoe op zoek te gaan naar een partner waarin hij deze niet gedachte, niet of ontoereikend gereguleerde seksuele excitaties kan externaliseren om die alsnog ten volle te kunnen beleven en gevalideerd te weten. Gelukte en minder gelukte scenario's komen verder in het boek aan bod. Target confronteert psychoanalytici met de vraag of ook zij in hun praktijk al dan niet bewust bang zijn om mee te resoneren met het seksuele verlangen van hun analysant. Zijn ook zij geneigd weg te kijken van erotische spanningen in het veld van overdracht en tegenoverdracht (bijvoorbeeld bij gemis aan een passende ‹techniek› om die constructief te hanteren)? Neigen ze ertoe die te herbenoemen als iets dat niet echt om seksualiteit gaat? Dragen zij aldus bij tot blijvende disregulatie van seksuele belevingen bij hun analysanten?
Alessandra Lemma werkt verder op deze gedachtegang in haar bijdrage voor het laatste, boeiendste deel van het boek (deel vier, revisie van perversies). Geïnspireerd door de ontmoeting met een jonge prostituee én haar eigen psychoanalytisch werken met bezoekers van bordelen, maakt Lemma een onderscheid tussen pervers en niet pervers gebruik van prostitutie. De jonge prostituee was namelijk getroffen door de blik in de ogen van sommige van haar bezoekers. Anders dan de mannen die ondraaglijke en verwerpelijke stukken van zichzelf schenen te willen evacueren (‹They shit on you with their eyes›), leek een bepaald type mannen (‹the saddoes›) letterlijk iets in haar ogen te zoeken. Lemma suggereert dat deze groep in de blik/mind van de prostituee onbewust zichzelf hoopte te vinden. Eerder dan een uitlaat voor gefrustreerde seksuele verlangens of een uitageren van perverse scenario's zou de door haar aangeboden congruente, door het betalen van geld concreet gemarkeerde, spiegeling (het gaat om seks en om niets anders dan seks in een context van aanmoediging en valorisatie) alsnog bijdragen tot de integratie van niet gereflecteerde, niet geaccepteerde seksualiteit.
De bijdrage van Avgi Saketopoulou, eveneens te vinden in deel vier, vond ik veruit de meest beklijvende van het hele boek. Deze psychoanalytica wil geenszins afbreuk doen aan de klassiekere visies op perversie (de meer freudiaanse benadering van perversie als het repetitief, dwangmatig in scène zetten van niet verwerkte kinderlijke trauma's in een poging die alsnog te bedwingen, of de recentere waarbij perversie wordt begrepen als afweer van psychotische angsten en leegte). Deze traditionelere benaderingen riskeren echter — in sommige gevallen — een onbewuste, wanhopige zoektocht van de patiënt te miskennen. In het ‹pervers klinisch materiaal› hoort Saketopoulou de hoop alsnog vorm, symbolisering te vinden voor het nog ondenkbare, voor wat tot het incommunicado-domein (Winnicott) van de psyche behoort. Met een sprekende casus illustreert ze hoe extreme, met angst, pijn en lust vermengde seksuele transgressies een psychische katalysator kunnen vormen. Ze blijken een onvermoede, krachtige toegang tot niet gebonden, sensorieel gebleven, niet in de vrije associatieketting op te nemen stukjes psyche. Meegebracht in de consultatieruimte van een niet rigide, open psychoanalytica die haar eigen onbewuste goed weet af te stemmen op het niet-verdrongen onbewuste van haar patiënt, kunnen deze belevingen van ‹een teveel› (‹alsof ik uiteengespat werd in oneindig veel splinters›) — niet te verwarren met een psychotische fragmentatie — leiden tot onvermoede psychische groei. Ook niet-seksuele facetten van de psyche kunnen door diezelfde ‹anarchistische› turbulente storm toegankelijk gemaakt worden voor denken.
Het boek, met weliswaar erg wisselende bijdragen, blijkt dan toch de verdienste te hebben onze comfortabele kijk op zogenaamd normale seksualiteit te doorbreken. Het weet de al door Freud belichte, potentieel ontwrichtende, maar ook structurerende, creatieve kracht van seksualiteit opnieuw in het licht te zetten. In een bioniaans aandoende oscillerende beweging duiken nieuwe structurerende krijtlijnen betreffende onze psychoseksualiteit op om weer losgelaten te worden zodra ze wederom normerende, beperkende denkkaders dreigen te worden.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden