Freud anno 1905
Samenvatting
In Zurück zu Freuds Texten (1993) formuleert de Duitse Freudspecialiste en psychoanalytica Ilse Grubrich-Simitis enkele ‹suggesties› voor een nieuwe uitgave van Freud. Ze vermeldt daarbij de ‹speciale wens› tot een kritische uitgave van de Drie verhandelingen over de theorie van de seksualiteit (1905) (Grubrich-Simitis 1993, p. 329). Van dit boek is het originele manuscript — net als dat van vele andere van Freuds teksten — verloren gegaan. Wat de noodzaak van een dergelijke kritische uitgave van de Drie verhandelingen echter zo bijzonder maakt, aldus Grubrich-Simitis, is dat we van dit laatstgenoemde boek — net zoals van De droomduiding (1900) — vandaag enkel over de laatste (de vijfde) uitgebreide editie beschikken. Het rechtstreekse gevolg daarvan is dat de hedendaagse lezer nooit in contact komt met de eerste, oorspronkelijke editie (1905). Dit verklaart, aldus Grubrich-Simitis, waarom de radicaliteit van Freuds grondtekst ons grotendeels dreigt te ontgaan.
Bespreking van
Sigmund Freud (2015). Drei Abhandlungen zur Sexualtheorie (1905). Onder redactie van Philippe Van Haute, Christian Huber en Herman Westerink. Sigmund Freud Werke — Wiener Interdisziplinäre Kommentare. Band 2. Wenen: Vienna University Press. ISBN 978 3 8471 0398 1, 138 pp., € 30,00
Met voorliggende kritische uitgave geeft Vienna University Press na meer dan twintig jaar in primeur een gevolg aan Grubrich-Simitis' verzuchting. Deze heruitgave van de originele versie van de Drie verhandelingen maakt deel uit van een breder uitgeefproject dat de actuele, interdisciplinaire en historische (Weense) context van Freuds teksten in de verf wil zetten. In het spoor van een eerste volume over Totem en taboe (Westerink 2012) volgt met de Drie verhandelingen, zonder meer een van de — zo niet hét — oerboek(en) van de freudiaanse psychoanalyse. De fraai uitgegeven eerste teksteditie wordt door Philippe Van Haute en Herman Westerink van een uitgebreid, kritisch commentaar voorzien. Het resultaat is een ware eyeopener voor de doorgewinterde Freudlezer, vertrouwd met de ‹definitieve› versie van het boek uit 1924. Van Haute en Westerink reveleren welk revolutionaire karakter verscholen ligt onder de in de loop der jaren door Freud toegevoegde tekstlagen. Door de eerste tekstversie te hercontextualiseren in het tijdsgewricht van 1905, inclusief verwijzingen naar de al dan niet door Freud zelf aangestipte seksuologen en psychiaters, komt Freuds tekst in een verrassend nieuw en genuanceerd perspectief te staan.
Van Haute en Westerink scherpen het historisch bewustzijn van de lezer (opnieuw) aan door erop te wijzen dat de grondtekst van dit oerboek nog geen melding maakt van latere ‹ontdekkingen›, zoals het narcisme, het oedipuscomplex en de doodsdrift. Dit lijkt evident, doch de secundaire literatuur getuigt veelal ongenuanceerd van het tegendeel. Van Haute en Westerink onderstrepen dat voor de Freud van 1905 de hysterie de centrale pathologie vormt. Zij fungeert aldus als paradigma om de menselijke seksualiteit als dusdanig onder de loep te nemen. Seksualiteit is voor Freud bij uitstek een polymorf perverse aangelegenheid die allerminst teleologisch is afgestemd op de voortplanting als natuurlijk einddoel. Van Haute en Westerink tonen hoe zich bij Freud anno 1905 de mogelijkheid opent om een niet-heteronormatieve seksualiteit, fundamenteel begrepen vanuit de lust, te denken. De Drie verhandelingen, waarvoor Freud aanvankelijk de titel Over menselijke biseksualiteit in gedachten had, wordt onder meer verder verduidelijkt aan de hand van de gelijktijdig gepubliceerde gevalsstudie van Dora. Van Haute en Westerink ontkrachten in hun bespreking de standaardinterpretatie dat Freuds verleidingstheorie onmiddellijk wordt afgelost door een kant-en-klaar oedipaal interpretatieschema. Menig lezer zal dan ook verbijsterd vaststellen dat Oedipus eigenlijk slechts in de vierde editie (1920) — en slechts in een voetnoot — in de Drie verhandelingen zijn intrede doet. In het voetspoor van Oedipus relativeert een acribische lectuur van de eerste editie van de tekst ook andere zogenaamde zekerheden, zoals onder meer de vermeende objectgerichtheid van het kleine kind. Deze onder impuls van een latere — en nog steeds populaire — objectrelationele Freudlectuur ontstane evidentie contrasteert met het feit dat Freud de infantiele seksualiteit oorspronkelijk als objectloos definieerde.
Van Haute en Westerink tonen met brio het kritische potentieel van Freud anno 1905. Hun bespreking wekt de geest van de begindagen van de psychoanalyse opnieuw tot leven en reveleert een progressief elan dat in schril contrast staat met het conservatieve etiket dat de psychoanalyse vandaag — soms terecht — wordt opgeplakt. Het kritisch ontsluiten van de grondversie van dit psychoanalytische oerboek is een huzarenstuk. Tegelijk vormt het een impliciete doch aanstekelijke aansporing tot het blijven (her)lezen van Freuds basisteksten als tegengif tegen de karikatuur die — soms ook door analytici — van zijn denken wordt gemaakt. Deze kritische tekstuitgave is verplichte lectuur voor elke Freudlezer, maar bij uitstek voor degenen die meenden dat de Drie verhandelingen voor hen lang geen geheimen meer had.
Literatuur
- Grubrich-Simitis, I. (1993). Zurück zu Freuds Texten — Stumme Dokumente sprechen machen. Frankfurt am Main: Fischer Verlag.
- Freud, S. (2012). Totem und Tabu. Redactie H. Westerink. Wenen: Vienna University Press.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden