Blik op schaamte
Samenvatting
‹Zonder schaamte is er schijnbaar geen schandaal›, zo laat Arthur Japin de verteller zeggen over Vaslav Nijinski, wanneer die zonder enige gêne zijn bediende vertelt over zijn (homo)seksuele ervaringen. De roman Vaslav verhaalt over de prodromale fase van de psychiatrische ziekte van de beroemde balletdanser. Deze voorstelling sluit aan bij Freuds uitspraak dat het verlies van de schaamte het eerste teken van geestesziekte is.
Bespreking van
Salman Akhtar (red.) (2016). Shame — Developmental, cultural, and clinical realms. Londen: Karnac Books. ISBN 978 1 78220 254 74; 230 pp., £ 25,99
Hoewel schaamte en psychiatrische problematiek nauw met elkaar verbonden zijn, en dit getuige de uitspraak van Freud al lange tijd wordt onderkend, is schaamte in de psychoanalytische literatuur relatief onderbelicht gebleven ten opzichte van schuld. En dat terwijl de pijnlijke ervaring van schaamte in de spreekkamer zo vaak aan de orde is. Schaamte is immers ‹datgene wat we het meest proberen te ontvluchten, en is tegelijkertijd datgene wat ons het meest onverbiddelijk opjaagt›. Schaamte is een diepe innerlijke ervaring, maar is tegelijkertijd vaak onvermijdelijk zichtbaar voor anderen, bijvoorbeeld ten gevolge van het blozen: ‹Schaamte zet je in de spotlights, waar je je vervreemd en vernederd voelt.› Wanneer de ander je vervolgens zegt dat je je daar toch niet voor hoeft te schamen, dan ga je je ook nog eens schamen voor je schaamte. Louis Tas, die belangrijke uitspraken heeft gedaan over Schaamte, maakte al duidelijk dat de eerste les voor hulpverleners is om dit nooit te zeggen! Toch is tot nu toe relatief weinig over dit zo belangwekkende onderwerp geschreven. Met de bundel Shame — Developmental, cultural, and clinical realms maakt Salman Akhtar een inhaalslag, nadat hij eerder Guilt (2012) uitbracht.
In Shame wordt het concept schaamte vanuit verschillende invalshoeken benaderd, zoals de ondertitel belooft. Trouw aan de psychoanalytische traditie wordt veelvuldig gebruikgemaakt van klinische vignetten om de diverse gezichten van schaamte in het psychotherapeutisch contact en in de verschillende levensfasen te tonen. Maar interessant zijn ook de uitstapjes naar aanpalende vakgebieden, zoals de antropologie, geschiedschrijving en taalfilosofie. Zo wordt in de bijdrage van Apurva Shah over de culturele verschillen in de beleving van schaamte een relatie gelegd tussen de hoeveelheid woorden die een taal bezit om schaamte uit te drukken, en de verschillende typen schaamte (of het ontbreken hiervan) die binnen een cultuur onderkend worden. Zo kent het Engels slechts één woord voor schaamte, maar heeft het wel twee woorden voor het tegenovergestelde: onbeschaamd en schaamteloos.
Bijzonder lezenswaardig zijn het hoofdstuk van Ira Brenner over de schaamte van Adolf Hitler, uitgewerkt aan de hand van diens levensloop, en het hoofdstuk van Jerome Blackman over de relatie tussen schaamte en luiheid (‹I can shame you into working to read the rest of this chapter›). Het belang van het onderkennen van onze eigen schaamte om breuken in de interpersoonlijke relatie te kunnen repareren wordt helder beschreven door Melvin Lansky. ‹Schaamte voor de schaamte›, zoals dikwijls het geval is in westerse culturen, is hierbij echter vaak een hinderpaal, ook in onze rol als therapeut. Prachtig is dan ook de casus in het laatste hoofdstuk van Anne Adelman, waarin het effect van het onderkennen van de schaamte van de therapeut wordt omschreven als het kunnen worden tot ‹a true mirror for the patient›, zodat deze zicht kan krijgen op zichzelf als geheel, intact en aantrekkelijk. Het lezen van Shame nodigt uit om niet langer weg te kijken van de schaamte, het biedt ons als therapeuten een rijker zicht op onszelf, de ander, en de wereld om ons heen.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden