De erfgenamen zijn verdeeld
Samenvatting
Michael Feldman van de Britisch Psychoanalytic Society (BPS) waarschuwde in zijn welkom het internationaal gezelschap van zo'n driehonderd collega's — bijeengekomen ter gelegenheid van de nieuwste uitgave van het complete werk van Wilfred R. Bion: de erfgenamen zouden weleens verdeeld kunnen zijn.
Verslag van
University College Bion's Legacy [Londen, 2 juli 2016]
Rudi Vermote — naast Antonino Ferro de enige spreker van het continent — opende de dag met ‹How Bion's thoughts were further developed and where are we now›. Hij bemerkte dat hoe meer hij Bions model wilde laten zíen, hoe meer hij verwijderd raakte van ‹the infinite› of ‹O›, het centrale concept van Bion in de laatste vierde fase van zijn werk. Vermote gaf een heldere schets van de vier fasen van het werk van Bion en plaatste de Britse erfenis vooral in Bions tweede fase, met concepten uit de Epistemophilic period en Transformations in Knowledge. Hoewel Bion als post-kleiniaan veel van Kleins ideeën veranderde, bleef hij als analyticus een Kleiniaan, zij het met minder zogenoemde pathologische connotaties. Vermote noemde in dit licht O'Shaughnessy, Britton, Steiner, Feldman en Joseph. Deze Engelse analytici zochten meer een klinische uitbreiding van hun concept van de overdracht- tegenoverdracht in de totale situatie van een sessie, dan een integratie van Bions denken.
Vermote heeft vooral affiniteit met de derde en vierde periode van Bion in Los Angeles met Transformations in ‹O›. Zijn lezing was enerverend, met een consequent denken over ‹O›, dat paradoxaal lijkt. Hij riep zichzelf en ook ons steeds tot de orde wanneer hij vastliep in te veel redeneren, denken of een desire zijn toehoorders te láten denken. De beweging is altijd van ‹O› naar -K, een nieuwe ervaring, per definitie onmogelijk om te kennen en over te praten. Bion noemde het een ‹state of mind› die een analyse draagt. Het lukte Vermote toch een aantal principiële vragen te stellen bij Bions oeuvre: Hoe staat het met de driften? Met de structurele en metapsychologische concepten van Freud? Psychoanalytici hebben het veranderen van beta-elementen naar alfa-denken ruim aanvaard in hun dagelijkse techniek. Antonino Ferro benoemde dit later op de dag als ‹Transformations in -K, that is Knowing more about Knowing›. Dit verschilt echter fundamenteel van ‹Transformations in «O», that is Knowing in Growth›. De transformatie in ‹O› is de bron van leven en contact, het doel van psychoanalyse. Vermote plaatste ‹het onbewuste› uit Freuds werk en de post-kleiniaanse concepten in Bions werk.
Irma Brenman Pick was zeer helder en uitermate vindingrijk in wat containment in de supervisierelatie kan betekenen. Ze werkte een idee van Bion uit: de zwakheid van de methode van psychoanalytici ligt dichter bij de zwakheid van psychotisch denken dan we op het eerste gezicht kunnen zien. In supervisie bij Bion kon ze ervaren wat het is om te snel te denken in bestaande modellen. Hij nodigde zijn kandidaten uit te dénken wat er in de moeder/analyticus omgaat om te kunnen verwerken wat in haar geprojecteerd wordt. Brenman Pick beschouwt haar artikel Working through in the counter transference uit 1985 als haar erfenis. Met collega's als Winnicott, Racker, Strachey en Brenman werkte zij Bions opvatting over projectieve identificatie en enactment uit. Patiënten projecteren niet alleen iets in de analyticus, maar zijn bedreven in het projecteren in de eigen aspecten van de analyticus, zoals een wens van de analyticus om de moeder te zijn.
Via Bions ‹groep-denken› trok zij in een vignet de parallel tussen een supervisieproces en het proces van de analyse waarvoor een supervisant haar consulteerde. De zaal liet affectief merken dat ze alle posities in haar verhaal herkenden waardoor wij ook enigszins erfgenamen werden.
David Tuckett probeerde het verband aan te geven tussen zijn eigen model Comparative Clinical Methods (CCM) en Bions Grid, de basis van het latere ‹O›, zijnde een hulpmiddel om ‹intra›-psychoanalytisch materiaal kritisch te scannen. Zijn stap dat CCM de ervaring in ‹O› zou beschrijven werd voor mij te snel gemaakt.
Antonino Ferro verontschuldigde zich voor zijn Engels dat inderdaad niet denderend is en vervolgens voor het feit dat hij vandaag alleen maar Engels sprak. Hij bracht ons dicht bij de ‹emotionele storm›, wat in dit gezelschap zeker gepast was. Zijn erfgoed is vooral zijn transformation in dreaming — elke sessie is een droom — en transformation in play, en hij ziet deze als een kans om lijden als ‹catastrophic change›, dat onbewust is, te gaan beleven, te gaan denken en te symboliseren.
Ronald Britton vond in een innemende lezing dat de theorieën en de klinische praktijk van Bion onafscheidelijk zijn. Bion laafde zich aan Britse wetenschapstheoretici om een specifieke ervaring te kunnen verbinden aan algemene hypothesen om tot models of the mind te komen. Britton op zijn beurt laaft zich graag aan linguïstische theorieën waarin er eerst onbewust een taal is waar ervaringen en realisaties woorden aan kunnen geven, een language of achievement. Met John Steiner onderzocht hij wat hiervoor nodig is, net zoals Bion dit levenslang deed. Toch eindigde Britton, benadrukte hij, bij Bions ‹first of his distinctly different books, Learning from experience›, uit 1962 dus, toen Bion nog in Engeland was.
Echter in een tweetal voorbeelden van Britton was de enactment van een catastrophic event, (met een van zijn analysanten, en de zaal beleefde het nu weer méé), noodzakelijk om te kunnen denken in de analyse. 'Wat is er eerder, de gedachte of het ondenkbare, de taal of de ervaring', vroeg Britton.
Veel ‹erfgenamen› waren vandaag in deze zaal bijeen en we kregen humoristische anekdotes opgedist over meningsverschillen in de BPS óver Bion maar ook mét hem, waarbij zijn droge humor hem vaak goed van pas kwam.
Tot slot vertelde Chris Mawson hoe hij met Francesca Bion gedurende twaalf jaar het gehele nagelaten werk van Wilfred Bion uitzocht en annoteerde en zich in de vele besluiten vaak erg alleen en wanhopig had gevoeld. Hij benadrukte dat Bion alleen te begrijpen is met zijn denken in groepen en met de historische lijn van projectieve identificatie, naar container contained, naar Ps < D.
Tevreden sloot hij af: ‹[…] just read on, there will come understanding!›.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden