Trauma and intercultural exchange
Samenvatting
Sachkhere, een authentiek Georgisch dorpje twee uur rijden ten westen van de hoofdstad Tbilisi, was gedurende een week de thuishaven van een door de Universiteit van Tblisi en de Georgische Psychoanalytische Vereniging georganiseerde internationale Summerschool Psychoanalyse. Financieel is het project gesponsord door het Georgische Rustiavelli Fonds en door de Psychoanalytische Fondsen. Naast deelnemers afkomstig van alle Georgische universiteiten en een groep Duitse studenten, was er plaats voor elf Nederlandse deelnemers; in psychoanalyse geïnteresseerde masterstudenten klinische psychologie en jonge psychologen, psychotherapeuten en psychiaters. De groep, nauwelijks bekend met elkaar, had op de kennismakingsavond voorafgaand aan de reis naar Georgië al genoeg gespreksstof voor een avondvullend programma. De gemeenschappelijke ‹honger› naar verdieping van het huidige curriculum van de universiteit en/of werkzaamheden op de werkvloer en het enthousiasme zich verder te ontwikkelen in de psychoanalyse riepen wederzijdse gevoelens van herkenning op.
Verslag van
Summerschool Psychoanalyse [Georgië, 23 juli 2016]
Op 23 juli 2016 vertrok de groep, onder leiding van medeorganisator en psychoanalyticus Jaap Ubbels en psychoanalyticus Wouter Gomperts, naar het land op de grens van Europa en Azië. Na een lange tocht, waarbij de koeien ons vanaf de weg aanstaarden en de Russische Lada's voorbijscheurden, kwamen we aan in een door bergen omringd hotel: de thuisbasis van de zomerschool. Gedurende de week waren er volop lezingen, theoretische discussies en werden klinische gevallen gepresenteerd en bediscussieerd in intervisiegroepen met als overkoepelend thema: ‹Trauma and intercultural exchange›. Gedurende de ochtendlezingen werden onderwerpen als overdracht-tegenoverdracht, etnische verschillen en impliciete vooroordelen, de gevolgen van traumatisering en het belang van menselijke, betrokken zorg uiteengezet. De ochtendlezingen werden gevolgd door discussiegroepen aan het eind van de ochtend en intervisiegroepen in de middag, waarbinnen de deelnemers een eigen casus uit de praktijk konden inbrengen.
Gezien de interculturele samenstelling van het gezelschap kon het thema interculturele uitwisseling niet alleen theoretisch, maar ook in de praktijk beoefend worden. Bovendien was het thema ‹trauma› zeer relevant tegen de achtergrond van de recente oorlogsgeschiedenis van het gastland. Georgië bestaat pas opnieuw als republiek sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in 1991. Ook na de onafhankelijkheid volgde een tijd van onrust, corruptie en conflicten in de gebieden Zuid-Ossetië en Abchazië.
De kleine discussie- en intervisiegroepen waren de eerste dag wat onwennig, maar naarmate de week vorderde kwam er een bijzonder gevoel van openheid, interesse en veiligheid, waarbinnen gedachten, maar ook gevoelens konden worden geëxploreerd. Het belang van de culturele verschillen en de verschillen in achtergrond werden in deze groepen al snel duidelijk. Als Nederlandse deelnemers konden we ons verwonderen over de beklemmende positie van jongvolwassenen in het loskomen van ouders (alleen mogelijk als je trouwt), de kleine gemeenschap waarbinnen therapeuten werken, het zoveel dichter bij het privéleven van patiënten staan en de zere plekken van collega's binnen de Georgische geschiedenis. Eigen traumatische ervaringen van Georgische studenten en therapeuten en etnische verschillen tussen groepsleden kwamen ter sprake waardoor theoretische concepten ook meer voelbaar werden. Door hierover te blijven reflecteren gaven deze groepen verdieping op de veelal cognitief uitdagende ochtendlezingen.
In de avonduren werden films vertoond die verband hielden met het onderwerp van de dag. Vanuit een psychoanalytisch gezichtspunt werden deze films ingeleid en achteraf gezamenlijk besproken. Na het zien van de film 13 (geregisseerd door Gela Babluani) werd pijnlijk duidelijk hoe de vredelievende en reflectieve sfeer niet altijd bestand was tegen momenten waarop de traumatische wonden bloot kwamen te liggen. De film gaat over Sébastien, een Georgische immigrant die in Frankrijk woont. Door een vermenging van nieuwsgierigheid en hoop komt hij terecht in een dodelijk gokevenement, georganiseerd door een machtige crimineel. De kijker wordt meegenomen in de enorme pijn van Sébastien om te moeten moorden in de wetenschap zelf te sterven als hij weigert. De uitzichtloosheid en de machteloosheid die de film oproept, maakt dat alle hoop van de kijker op een goede afloop al vooraf vervlogen is, en het tragische einde als niet meer dan een gemene en pijnlijke schop na voelt.
Na de film voelden we ons wat overdonderd en leeg, door de onaangekondigde intensiteit van de film. Terwijl wij deze heftige emoties nog een plekje probeerden te geven, begon er onder de Georgische deelnemers een discussie over de artistieke waarde van deze film. Toen een Nederlandse collega haar gevoelens en verontwaardiging ten aanzien van de film deelde, werd er weinig gehoor gegeven aan haar emotionele beleving, werden haar emoties gebagatelliseerd en werd zij erop gewezen dat zij in ieder geval de mogelijkheid had gehad weg te lopen. Een luid aangezette toespraak van een van de Georgische deelnemers volgde met de strekking: ‹Toen wij in oorlog waren keerde West-Europa ons ook de rug toe, net als ze nu doen. Ze lieten ons aan ons lot over, maar wij zijn er helemaal zelf uit gekomen. Wij zijn sterk›. Luid applaus volgde. Pogingen van verschillende mensen om duiding te geven aan hetgeen zich afspeelde werden bemoeilijkt door het protest dat het spreken in ‹wij› en ‹zij› opriep. In een poging om wederzijds begrip aan te moedigen werd het verschil gemaakt tussen deelnemers uit West-Europese landen, die van een grotere afstand naar het onderwerp trauma kijken, ten opzichte van Georgische deelnemers, onder wie zwaar getraumatiseerde mensen ten gevolge van de Sovjet- en post-Sovjetperiode in de jaren negentig. Kunst in de vorm van deze film had trauma de collegezaal ingebracht. Trauma verwoest het vertrouwen in en tussen mensen. Het verwoest de vaardigheid om te reflecteren op jezelf en op wat er gebeurt tussen jezelf en anderen.
Een vergelijkbaar proces leek zich te voltrekken in de zaal na het kijken van de film. We kwamen terecht in de (tegen)overdrachtsposities van de traumadriehoek: we werden dader, slachtoffer en toeschouwer. Er was een botsing van boosheid, angst, gevoelens van verraad, verwaarlozing en eenzaamheid aan de ene kant (die van het slachtoffer, de getraumatiseerden) en vermijding, boosheid en een gebrek aan empathie aan de andere kant (de toeschouwers). Wellicht voelde de organisatie dat zij in de rol van dader werden gepositioneerd, met bijbehorende gevoelens tot gevolg. Deze posities beïnvloedden elkaar en vertroebelden de mogelijkheid tot wederzijds begrip.
Het ingrijpen en aanzetten tot herwinnen van het reflectieve vermogen kostte ontzettend veel moeite. In de loop van de discussie ontstond er meer ruimte voor nuance en toelichting, en dus voor reflectie. Hierdoor ontstond er een diep gevoel van verbinding, empathie en een intense indruk van de impact van trauma. Deze shift zou ook wel gezien kunnen worden als een verschuiving van een paranoïde-schizoïde positie naar een depressieve positie.
Na afloop van de zomerschool vervolgde een deel van de Nederlandse groep een reis door Georgië. Plekken die door Georgische collega's waren aangehaald tijdens het delen van hun ervaringen en herinneringen werden bezocht. Op vele avonden werd nagepraat over de bewogen week van de zomerschool waarin wij allen een gemeenschappelijke ervaring deelden: trauma had zowel vanuit theorie als via emotionele ervaringen ruimte gemaakt voor een vergroot bewustzijn van culturele verschillen binnen het therapeutisch proces. Het belang deze verschillen in de tegenoverdracht niet te negeren, maar juist te registreren en te exploreren is daarom door ons allen opgeslagen.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden