Het vrije denken…?
Samenvatting
Psychoanalysis in the age of totalitarism beoogt, zoals de auteurs toelichten, de two-way traffic tussen psychoanalytische gedachten en totalitarisme te onderzoeken en beschrijven.
Bespreking van
Matt Feytche & Daniel Pick (2016). Psychoanalysis in the age of totalitarism. Londen: Routledge. ISBN 978 1 13879 388 0; 288 pp, £ 31,99
Het is een interessante, doch, zoals blijkt, ook bijzonder moeilijke dialoog geworden. Verschillende hoofdstukken zijn bewerkte bijdragen van een Londens congres onder dezelfde titel, in 2012. Het vrije denken waarvoor psychoanalyse staat valt niet te rijmen met totalitaire politieke omstandigheden, maar in welke mate is de psychoanalyse zélf vervormd geraakt wanneer ze probeert stand te houden in dergelijke regimes? Een erg actuele vraag, in ons huidig westers politieke klimaat waarbij de rechtse stem meer klinkt en met haar ook steeds meer de eis van normativiteit. De auteurs belichten verschillende aspecten van totalitaire regimes, en steeds met de psychoanalytische focus in het vizier. Dit is niet altijd even geslaagd: het lijkt wel of het psychoanalytische (voornamelijk theoretische) onderdeel over het in stand houden van totalitaire regimes een verplicht nummer is in deze bundeling. Op zich is dit een erg intrigerend en boeiend gegeven, en vaak overtuigen de auteurs in het beschrijven van de bijzondere psychoanalytische ontwikkeling onder een totalitair regime, maar het geheel doet wat verkrampt aan.
Het werk heeft een grote waarde vanwege de brede horizon die bestreken wordt, gaande van nazisme over communisme en de Koude Oorlog met de rol van de Amerikaanse inlichtingendienst, de Oost-Europese gebeurtenissen achter het IJzeren Gordijn tot Zuid-Amerikaanse dictaturen en koloniale machtsverhoudingen, hoewel fascisme in dit alles een dominante, soms dwingende, plaats inneemt. De filosofische theoretisering van Hannah Arendt wordt veelvuldig aangesproken, met name in haar anti-analytische perspectief; interessant is in dit verband de vergelijking tussen de manier waarop Anna Freud en Hannah Arendt de effecten van het nazisme bespraken. Elisabeth Young-Bruehl schreef over beide dames een lijvige biografie, wat de gelegenheid geeft enerzijds de innerlijke emigrant bij Arendt en anderzijds het morele en politieke ego bij Anna Freud te bespreken. Zoals bekend was voor Arendt de stille meegaandheid van de gewone mensen in het Kwaad schadelijker dan de openlijke brutaliteit van het machthebbend moordend fascistisch geweld.
Het nazisme probeerde de psychoanalyse van de kaart te vegen, en aandacht wordt in dit werk geschonken aan de inbreng van Alexander Mitscherlich die de psychoanalyse opnieuw kon introduceren in het post-nazi-Duitsland. Voor hem lag de onmogelijkheid tot rouwen bij de Duitsers niet zozeer in het feit dat er miljoenen onschuldigen vermoord zijn geweest onder het fascistisch bewind, maar eerder het gegeven dat Hitler verafgood en democratisch verkozen is geweest door hun voorouders.
De complexiteit van het boek weerspiegelt de moeilijkheid om het begrip ‹totalitarisme› op een psychoanalytische manier te vatten. De bijdrage van Michael Rustin The totalitarian unconscious geeft het meest duidelijk een inzicht in de psychische mechanismen, overdracht en tegenoverdracht naast projectieve identificatie, ontkenning en splijting, die de dynamiek van een totalitaire samenleving kenmerken en aanleiding gaven tot haar ontstaan. Wanneer een samenleving uiteenvalt in ‹wij› en ‹zij› met idealisatie van de eerste groep (Arische ras, communisten, Amerikaanse bevolking, ...) en verafschuwing van de tweede (aristocratie, Joden, bourgeoisie, subversievelingen), ligt de weg open naar genadeloze verdelging van bevolkingsgroepen zonder zelf-reflectief bewustzijn en dit alles ten dienste van het hogere ideaal dat door de heersende klasse werd voorgehouden.
Het meest indrukwekkende en beklijvende voorbeeld van de psychische gevolgen van terreur en totalitarisme wordt mijns inziens geleverd in de persoonlijke getuigenis in het voorwoord door Catalina Bronstein, Argentijnse emigrante in Londen en op dit ogenblik president elect van de British Psychoanalytic Society. Ze beschrijft op een pakkende wijze hoe het maatschappelijk gegeven van de ‹verdwenen› personen in Buenos Aires, naaste collega's, kritische journalisten, vrienden enzovoorts, de psychiatrische en psychoanalytische praktijk binnendrong en een onuitgesproken akkoord van ontkenning en derhalve verwarring veroorzaakte met patiënten/analysanten. Zo werd het onmogelijk een psychotisch-paranoïde toestand te onderscheiden van een op realiteit gebaseerde achtervolgingsangst, aangezien de hulpverleners zélf onder de invloed van achtervolging leefden. Verder in het boek wordt kritisch nagedacht over het feit dat ten tijde van de Zuid-Amerikaanse dictaturen de psychoanalyse er gefloreerd heeft. Had dit te maken met het feit dat de sociale groep die gebruikmaakte van analytische behandelingen, buiten beeld bleef door het regime, of juist het regime inspireerde?
Indrukwekkend zijn de bijdragen die handelen over de instrumentalisatie van analytische concepten, onder leiding van analytici, in het heropvoeden van ‹verdwaalde› individuen, zowel in de Verenigde Staten als in de Oost-Europese staten, of ook ten dienste van het behoud van een koloniaal evenwicht tussen overheersers en onderdrukten. De beschrijving van de Amerikaanse angst voor het rode gevaar met de gekende heksenjacht als gevolg wordt geschetst vanuit de wortels hiervan in de angst van de uit Duitsland voor het toenemende fascisme gevluchte emigranten. Deze kregen snel een toonaangevende en leidende plaats in de psychiatrische ziekenhuizen en psychoanalytische instituten. De auteurs verwoorden eveneens de hypothese dat de Amerikaanse psychoanalyse zich bij voorkeur egopsychologisch oriënteerde met nadruk op afweermechanismen ter bescherming van een fragiel ego vanuit deze post-nazi instelling, in tegenstelling tot de Franse psychoanalyse die dichterbij de driftleer bleef en sterk filosofisch geïnspireerd bleef. De Franse revolutie had immers eerder in Frankrijk een storm van emancipatie en bevrijdend denken mogelijk gemaakt.
Ontluisterend is tevens hoe de gehechtheidstheorie van Bowbly met haar nadruk op een veilige moeder-kindband als voorwaarde voor een optimale ontwikkeling gebruikt werd als model voor de relatie tussen kolonist en gekoloniseerde. Het is in dergelijke uiteenzettingen dat er mijns inziens geweld wordt gedaan aan de authentieke betekenis van de analytische theorie en een verdachtmaking van haar bewuste manipulatie door analytici voor minder nobele doeleinden. Maar, niets menselijks is uiteraard bestand tegen kwalijke invloeden. Zo blijft de belangrijkste les uit dit werk het feit dat onder totalitair bewind een zekere mate van ontkenning en verblinding soms de enige manier is om psychisch te overleven en hernieuwde krachten te ontplooien wanneer de wind weer uit een gezonde en constructieve richting waait.
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden