Over het creatief en destructief potentieel van groepen
Samenvatting
Jason Maratos kreeg de interessante opdracht van het bestuur van The Institute of Group Analysis (IGA) om naar aanleiding van hun veertigjarig bestaan een bundel met de meest relevante bijdragen van hun leden, samen te stellen. (De IGA werd in 1971 opgericht door Foulkes en enkele van zijn medewerkers om te voorzien in een welgekomen opleiding in de groepspsychotherapie. Tot op de dag van vandaag verzorgt dit — in Londen gevestigd, maar wereldwijd vertakt — instituut een gerenommeerde vorming tot groepspsychotherapeut). Meer concreet nodigde Maratos een groot aantal collega's uit om terug te blikken op de ontwikkeling van hun identiteit als professioneel groepspsychotherapeut, en aan te geven welke artikelen daarbij het meest beklijvend waren gebleken. Deze bevraging resulteerde in een boeiende en gevarieerde collectie geschriften. Hoewel slechts drie van de achttien papers in de eenentwintigste eeuw geschreven zijn, leest dit werk erg prettig en heeft het een verfrissend en inspirerend effect op de lezer/groepspsychotherapeut. Veel bijdragen blijken immers nog steeds verrassend actueel. ‹We continually find things afresh for yet another first time, as though we have never known these things before›, schrijft Farhad Dalal in haar inzending voor dit boek. In deel één treft de lezer enkele ‹klassiekers› van Foulkes (1937, 1946, 1948, 1971, 1973) aan. In de overige vier delen van dit werk wordt heel vaak naar hem en — uiteraard? — ook naar Bion verwezen. Beide pioniers in de groepspsychotherapie blijken zowel te inspireren als aan te zetten tot kritische en vernieuwende reflecties. Zo formuleert Dennis Brown enkele beperkingen van Bions basic assumptions concept, zeker wat haar toepassing in een klinische context betreft. Hij probeert de waardevolle essentie ervan te integreren in een ruimer, meer hedendaags en klinisch bruikbaarder denken over groepen. Hoe bijvoorbeeld kan een groep zich bevrijden uit de basic assumptions die interfereren met de werktaak? Op welke manier kan de groepspsychotherapeut daarbij faciliterend bemiddelen? Deze primitieve, defensieve fantasmen staan immers niet alleen een verdiepende communicatie tussen de groepsleden onderling en het ontwikkelen van vertrouwen in eigen kracht in de weg, maar verhinderen eveneens de structurerende confrontatie met ambivalentie, haat, destructie, wanhoop en gevoelens van buitengesloten worden, nodig bij het doorwerken van de depressieve positie. Earl Hopper injecteert dan weer Bions denken in zijn bijdrage met een vierde basic assumption, waarbij het bestaan zélf van de groep in het gedrang komt. In de basic assumption of incohesion weerspiegelt de gefragmenteerde groep met zijn fragiele container, de angst voor innerlijke fragmentatie en annihilatie van de individuele leden. Prikkelend vond ik ook het wat paradoxaal en provocerend gebrachte hoofdstuk van Caroline Garland die zich de vraag stelt wat nu precies maakt dat ‹groepen werken›. De immens krachtige impact die groepen kunnen hebben — Bion (1952) beweerde dat de confrontatie ermee voor een volwassene even overweldigend kan zijn als de ontmoeting van een baby met de moederborst — staat niet ter discussie. Moeilijker wordt het om de potentieel destabiliserende (en dus de weg naar groei vrijmakende) kracht van groepen te ontrafelen. Garland brengt een interessante hypothese. Mensen veranderen in groepen door niet met hun eigen pathologie, hun eigen lijden bezig te zijn, maar juist door het niet-mijn-probleem (the ‹non-problem›) serieus te nemen. Hoe meer het groepslid erin slaagt om in de groep te zwijgen over zijn eigen probleem, hoe beter hij onderdeel kan worden van een krachtig alternatief systeem waarin een andere cultuur, andere regels gelden. In die optiek is elke poging om te ontsnappen aan het hier en nu van de groep, een poging om zich vast te klampen aan oude, geruststellende maar groei blokkerende en symptoomversterkende innerlijke patronen. In dit boek wordt verder het – in de literatuur doorgaans – overbelichte creatief en therapeutisch potentieel van groepen goed in balans gebracht door verschillende bijdragen die aandacht besteden aan de destructieve krachten van groepen. ‹Was Foulkes' wat naïef optimistische, zelfs geïdealiseerde kijk op groepen een ontkenning van de gruwelijke gebeurtenissen en donkere groepsdynamieken die zich in het Duitsland van Hitler aan het afspelen waren op het moment van zijn theorievorming en waarvoor hij naar Londen gevlucht was?›, zo vraagt Nitsun zich in zijn uitstekende artikel over de anti-groep af. Ook in de bijdrage van Jeff Roberts over maligne spiegelingen en destructieve fasen in groepen waarbij de doodsdrift lijkt te zegevieren zullen clinici die werken met ernstig beschadigde patiënten allicht veel herkenningspunten en ook ondersteuning vinden. Wat kan op dit soort momenten de rol van de groepspsychotherapeut zijn? Hoe kan hij de anti-groep ontmantelen en de groepsleden delicaat aanmoedigen om hun ontdekkingsreis op zoek naar psychische waarheid te (her)vatten? Hoe kunnen gevoelens van wanhoop en falen die via projectieve identificatie door de anti-groep in de therapeut gelegd worden, begrepen worden als archaïsche defensies en primitieve behoeften? Hoe kan het deskundig en tactvol hanteren van de destructieve, gewelddadige groepskrachten gericht op het vernietigen van de groep, het therapeutisch potentieel dat erin verscholen ligt, bevrijden? Het mag ondertussen duidelijk zijn. Af en toe een hoofdstukje uit dit boek tot je nemen, zal ongetwijfeld je plezier in het werken met groepen in een klinische (of ruimere) context verhogen en je blik op groepsdynamieken verdiepen. Laat je daarbij niet mis(/weg)leiden door de wat kunstmatige opsplitsing in vijf delen. De vlag dekt niet altijd de lading. In bijna alle hoofdstukken vallen pareltjes vol voedende gedachten te ontdekken. Een verdienstelijk werk!
Bespreking van
Jason Maratos (red.) (2015). Foundations of group analysis for the twinty-first century. London: Karnac Books. ISBN 978 17 8220 1120, 336 pp., £26.99
© 2009-2025 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden