Making room for madness in mental health
Samenvatting
Marcus Evans begon zijn carrière als psychiatrisch verpleegkundige. Hij werd geïntrigeerd door de bizarre symptomen en gedragingen van patiënten, maar in zijn werk miste hij de kennis om zijn patiënten te begrijpen. Zijn verlangen naar een beter begrip bracht hem allereerst in aanraking met Melanie Klein. Haar theorieën en die van andere auteurs binnen de psychoanalyse hebben hem geïnspireerd en gedreven tot een opleiding tot psychoanalytisch therapeut. Sindsdien is hij gepassioneerd om de psychoanalytische denkwijze toe te passen in de klinische praktijk. In zijn boek Making room for madness in mental health onderstreept Evans eens te meer het belang van de psychoanalytische denkwijze in de huidige geestelijke gezondheidszorg. Onder druk van de maatschappij dient het proces van diagnostiek, behandeling en ontslag op een gezwinde wijze te worden doorlopen. Tegen de achtergrond van deze huidige maatschappelijke ontwikkelingen heeft de geestelijke gezondheidszorg zich moeten herpositioneren. Er wordt meer afstand genomen van de mentale ziekte en meer gefocust op herstel, met de nadruk op mentale gezondheid. Deze herstelgerichte visie impliceert het identificeren, ondersteunen en versterken van gezonde capaciteiten, mogelijkheden en mentale toestanden van de patiënt. Op een vertellende en bevragende manier geeft Evans weer hoe deze eigentijdse pressie en verschuiving naar mentale gezondheid interfereert met de therapeutische relatie en de mogelijkheid om zich volledig te engageren om samen te werken. Hij maakt de lezer alert voor mogelijke valkuilen en blinde vlekken die deze veranderingen kunnen installeren, aanwakkeren en vergroten, dit zowel bij hulpverleners als bij patiënten.
Bespreking van
Marcus Evans (2016). Making room for madness in mental health — The psychoanalytical understanding of psychotic communication. Londen: Karnac. ISBN 978 17 8220 3292, 240 pp., £28.14
De onderstroom van zijn boek heeft vooral betrekking op het risico dat men loopt om verleid te worden door actieve interventies, die vervolgens een actieve denkwijze vereisen. De keerzijde van deze activerende gezondheidszorg ligt in het verlies van een ontvankelijke houding met alle gevolgen van dien. Anderzijds wijst hij op het risico om de herstelgerichte benadering te gebruiken op een defensieve wijze waarbij de pijnlijke klinische realiteit, de mentale ziekte, wordt ontkend. Het versterkt mogelijk de reeds aanwezige weerstand bij zowel de hulpverlener als bij de patiënt ten aanzien van de ‹waanzin› of mentale ziekte. In zijn boek verwijdert Evans zorgvuldig de verschillende lagen van afweer die de psychose of ‹waanzin› benevelen bij ernstige of langdurige pathologieën en/of persoonlijkheidsproblematieken. Hierbij maakt hij gebruik van therapiesessies, supervisies en consulten die hij verwerkt in levendige vignetten. Door zijn carrière als psychiatrisch verpleegkundige en psychoanalytisch therapeut slaagt de auteur er in om een transparante, duidelijke en invoelbare weergave te bieden van het belang van de psychoanalytische supervisie/denkwijze en de waarde om als hulpverlener ontvankelijk te zijn voor de onbewuste communicatie van patiënten, namelijk via de ‹psychotische golflengte›. De vignetten omvatten bovendien de multidisciplinaire hulpverlening en weerspiegelen niet enkel het denkproces, maar eveneens de acties van hulpverleners die vervat zijn geraakt in de activerende gezondheidszorg en de tegenoverdracht van patiënten. In de introductie maakt de auteur de lezer op een heldere manier (opnieuw) alert voor de angst en ontkenning van de pijnlijke klinische realiteit, die subtiel de ondertoon voert in de therapeutische setting. Zijn betoog om de mentale ziekte en de waanzin opnieuw een plaats te geven in de gezondheidszorg krijgt meteen vorm. In het eerste hoofdstuk geeft hij een heldere uiteenzetting van verschillende psychoanalytische concepten en theorieën die nodig zijn voor het begrijpen van zijn verdere beschouwingen. Door zijn heldere beschrijvingen biedt hij de mogelijkheid aan zowel ervaren als beginnende psychoanalytische therapeuten om op een begrijpelijke en inzichtelijke wijze het psychoanalytisch denken te implementeren bij collega's van andere disciplines en/of referentiekaders. Theorieën van onder andere Freud, Klein en Bion komen aan bod met betrekking tot overdracht, tegenoverdracht, projectieve identificatie, de paranoïde-, schizoïde- en de depressieve positie. Evans schrijft op een zodanige wijze dat hij niet enkel de relevantie overbrengt, maar meteen ook de mogelijkheid biedt om zijn gedachten toe te passen in een multidisciplinaire setting, zoals bijvoorbeeld de psychoanalytische supervisie. Het belang van deze supervisie onderstreept hij in het bijzonder in hoofdstuk drie. In zijn hele boek beschrijft hij verder echter verschillende vignetten die de waarde van deze mentale ruimte accentueren voor hulpverleners en patiënten. Naast de voldoening die we halen uit de praktijk, worden we eveneens geconfronteerd met frustraties, dilemma's en verwarring in nabijheid met patiënten. Bovendien worden emoties die patiënten niet kunnen dragen geprojecteerd op individuele hulpverleners en het gehele team. Supervisie creëert vervolgens een sfeer waarbij er gesproken en gedacht kan worden over de betekenis achter de manifeste uiteenzetting van een probleem, symptoom of gedrag in relatie tot de persoonlijkheid van de patiënt en over de relatie tussen patiënt en hulpverlener. Er ontstaat een ontvankelijkheid voor de emotionele staat van patiënten en zichzelf, waardoor de hulpverlener zich kan afstellen op de ‹psychotische golflengte› of de onbewuste communicatie van patiënten. Dit biedt de mogelijkheid om de patiënt te bereiken en behoedt de hulpverlener ervan om overgeleverd te worden aan gedachteloze, herhalende acties die mechanisch en protocollair zijn. In de hierop volgende hoofdstukken komen zijn theoretische uiteenzettingen tot leven. Hij werpt een nieuw licht op de blinde vlekken, tegenoverdracht en herhalingen bij de borderline- en antisociale persoonlijkheidsstoornis, de psychotische structuur, bij automutilatie, anorexia nervosa en hysterie. In de verschillende topics en problematieken die hij aanhaalt, geeft hij in het bijzonder gewicht aan de dynamische relatie die bestaat tussen het psychotische en niet-psychotische deel van de patiënt. Deze conflictueuze relatie dreigt men uit het oog te verliezen door de focus op mentale gezondheid. Het niet-psychotische deel, dat de draagkracht bevat om na te denken over neurotische conflicten geassocieerd met emotionele pijn en betekenis. In conflict met het psychotische deel, waarbij psychische pijn ten gevolge van kwetsbaarheid, verlies, afhankelijkheid en conflict ontkend wordt door gebruik van primaire, psychotische defensiemechanismen. De relevantie, herkenbaarheid, heldere schrijfwijze en de toepasbaarheid van zijn boek grijpen meteen aan. Hij slaagt erin de lezer te bereiken en in beweging te brengen.
© 2009-2024 Uitgeverij Boom Amsterdam
ISSN 1382-516x
De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding) maar voor reproductie in welke vorm dan ook moet toestemming aan de uitgever worden gevraagd:
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (postbus 3060, 2130 KB, www.reprorecht.nl) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.
Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.
Nieuwsbrief Boom Psychologie
Meld u nu aan en ontvang maandelijks de Boom Psychologie nieuwsbrief met aantrekkelijke aanbiedingen en de nieuwe uitgaven.
Aanmelden